Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2697. 1636 augustus 3. Van N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.Mijn Heer, Staende om bij PirrhonGa naar voetnoot3 te gaen heb ick alvoren ons NeeffGa naar voetnoot4 gesproocken, di(e) mij ernstych vraechde, off ick van FelixGa naar voetnoot5 niet en hadde gehoort, waerop ick hem communiceerde de tijdyngen van den 18 IulijGa naar voetnoot6, recht tevorens bij mij ontfangen, nevens die van den XGa naar voetnoot7. Ende alsoo daerin mentie wert gemaeckt, dat de luyden van de LelieGa naar voetnoot8, hoewel die opentlijck professie maecken van te homerizerenGa naar voetnoot9, waren tot Charenton geweestGa naar voetnoot10, vont ick goet te verhaelen wat op die materie een tijt geleden was wedervaren, wat difficulteyt daernaer gemaeckt, waerom de effecten op de presentatie niet en waren gevolcht. CalaberGa naar voetnoot11 hoorde hetselve aen met een sonderlynge contentement, gevende groote teyckenen van affectie tot IustinusGa naar voetnoot12, ende innuerende gelijck of hij, soo wanneer dat obstacel ware geremoveert, AristotelesGa naar voetnoot13 met profijt soude connen gebruyken; seyde om veele te wenschen, hetselve meer als eens repeterende, dat die saecke daer niet gebleven ware geweest, want Felix hetgene hij bij VindexGa naar voetnoot14 soude hebben gedaen bij CimonGa naar voetnoot15 daernaer niet weygeren en soude; versocht ick door uEd. Felix hetselve wilde doen verstaen, ende dat met een grote genegentheyt; verstont echter heel wel, dat Felix rede hadde gehadt, soo lange hem niet gegeven was hetgene hem toequam, dat hij difficulteyt hadde gemaeckt. Alle hetwelcke ick uEd., volgens mijn ordre, mede hebbe willen deelen, opdat moocht helpen letten, off geen middel is te bedencken, dat GracchusGa naar voetnoot16 daerin contentement werde gegeven ende bij MartialisGa naar voetnoot17 locus ille mendosus gecorrigeert. Conde IovinianusGa naar voetnoot18 | |
door RivetGa naar voetnoot1 yet contribueren om de difficulteyt te removeren, men soude hem connen gebruycken. Ick sal verlangen wat Felix uEd. antwoorden sal, ende dat in sulcken termen, dat ick het daer het behoort mach communiceren. Een van mijn grootste begeren is, dat PyrrhusGa naar voetnoot2 bij ConstansGa naar voetnoot3 ende sijn geselschap mochte werden gebruyckt, hetwelcke ick oordeele, dat gevouchelijck soude geschieden, bijaldien dat één obstacel wt den wech ware. Bijaldien HannibalGa naar voetnoot4 ende SophyGa naar voetnoot5, gelijck gebeuren kan, het eens waeren, apparent, dat XenocratesGa naar voetnoot6 sijnen man bij Vindex niet soude houden; waerom IrenaeusGa naar voetnoot7, bij occasie dat den man vanGa naar voetnoot8 NumerianusGa naar voetnoot9 naer Venetië gaetGa naar voetnoot10, NumaGa naar voetnoot11 in bedenckynge wil geven, off hij met goetvinden van SophoclesGa naar voetnoot12 op Irenaeus'Ga naar voetnoot13 broederGa naar voetnoot14 niet soude willen letten. EuripidesGa naar voetnoot15 ende SophoclesGa naar voetnoot16 verstaen den anderen nu heel wel; wat IulianusGa naar voetnoot17 daervan gevoelt, moet ick hooren. Met CaesarGa naar voetnoot18 is noch niet gevoordert, hoewel ick noch gisteren de saecke hebbe gerecommandeert. ThucydidesGa naar voetnoot19 is vertrocken, AelianusGa naar voetnoot20 volcht; sijn huysvrouGa naar voetnoot21 heeft aengenomen te helpen sorgen. De Heer van OosterwijckGa naar voetnoot22 vertreckt in September van Venetiën, comt recht naer Paris om, daer possessie genomen hebbende, verloff te versoucken om een reyse herrewaerts te doen. De heer pensionaris BoreelGa naar voetnoot23, gisteren bij die van Hollant tot de ambassade van Venetiën voor(g)eslagen ende die sonder twijffel bij de Generaliteyt morgen off | |
overmo(r)gen daertoe sal werden gecommitteert, sal ontrent Mey (?) eerst van hier connen reysen. Hier prepareert men alles tot een leger, gelijck oock den heer van CharnasséGa naar voetnoot1 bij acte is belooft, dat het eerstdaechs in het velt wesen sal. De ruyterie sal op morgen op het rendevous tusschen Crevecoeur ende de Crans bij den anderen wesen; de patenten van het voetvolck sijn al uytgegaen, om tegens den twaelffden deser voor Crevecoeur in scepen nader ordre te wachten. Het volck wert op verscheyde plaetsen geschickt, omdat eenyge commen wt contagieuse plaetsen ende sooveel infectie als mogelijck is te mijden. Seven Oostindische scepen, vijff int TexelGa naar voetnoot2, een in GoureeGa naar voetnoot3, een in ZeelantGa naar voetnoot4 sijn over twee dagen gearriveert. Den generael BrouwerGa naar voetnoot5, die mede overcompt, seyt hij den staet van Indiën heeft gelaten in seer goede pointen, den Chineesen handel voor de onse heel vrij, soodat daerdoor evanesceert de tijdynge over Engelant ende daer wt Goa gecommen, dat de Indianen met assistentie van de Portugeesen Amboina souden hebben verovert, die bij de coopluyden sooveel gelooffs alreede hadde gevonden, dat de specerijen waren geresen, de actiën gevallen. Een achte schip wert van Suratte noch verwachtGa naar voetnoot6, de ladynge van de seven scepen wert geëstimeert waerdych vijvenveertych tonnen goutsGa naar voetnoot7. De Westindische Compangie licht van nieuws ontrent de drie duysent mannen ende sal graeff Maurits van NassauGa naar voetnoot8 hem laten gebruycken als gouverneur, cappetain ende admirael-generael in die quartieren, met macht om met drie raden de heele directie van Brasil te water ende te lande te stieren, alle officieren aff ende aen te stellen. De Compangie geeft hem vijfthienhondert guldens te corte maent, een vrije tafel ende alle sijn domestycken, tot predicant, medecijn ende secretaris onderhouden, twee ten hondert van de prinsen tot sijnen profijte ende een lijffgarde van 300 te voet, 300 te paerde, 12 hellebardiers. Het aensien van de persoon s(al) de saecken beter opinie geven ende veele van fatsoen meer lust om op die reyse te dencken. De assignatie van de betalynge van de ordinaris militie is nu finalijck gedaen op de cantoiren, oock ordre gestelt waerwt de extraordinaire sal werden onderhouden. Men hoopt, dat daerdoor het lant gehouden sal werden buyten confusie ende de disordre in de monsterynge, door quade betalyngen ingecroopen, geredresseert. | |
Het heeregelt, dat is een gulde tot laste van den heere, van yder dienstbode int jaer te betalen, is in train, de verpachtynge met verhogynge van een derde op het gemael gedaen. Nader tijdyngen wt Engelant leeren ons, dat den conynckGa naar voetnoot1 dese teelt de scepen int vissen met tollen niet sal belasten ende dit iaer noch conniveren, ende scheen in bedencken daer bij den conynck ende den Raet genomen te werden, off men het gelt wt Spaengiën daer voor Brabant gebracht wat op soude houden, ter tijt den conynck van SpaengiënGa naar voetnoot2 sijne beloften soude presteren. Dan gelijck, als wanneer men tot soodanygen resolutie quame, het een saecke soude wesen van groot gevolch, soo kan ick sooveel vigeur niet wachten, dewijle de Engelsche sooveel scepen in Spaengiën hebben, haer soo wel met de commerciën vinden ende soo afkeerych sijn van het oorloge. De voorleden weecke heeft een van de directeurs-scepen van Vlissyngen een fregatte van Dunckercke, gemonteert met 8 metale stucken, 36 mannen, naer een lanck gevecht verovert. Het volck van de fregatte is meest al gequest ende doot gebleven. Het verlies van Maechdenburch wert voor de Sweden groot geëstimeert. Ick sal verlangen te weten, wat operatie Aelianus voor sijn vertreck heeft gedaen. Desen 3 Aug. 1636. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer De Groot, Raet ende Ambassadeur van de Coninginne ende Croone van Sweden bij den Alderchristelijcksten Conynck. In dorso schreef Grotius: 3 Aug. 1636 N. Reigersberg. |
|