Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 5
(1966)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1863. 1633 juli 29. Van W. van OldenbarneveltGa naar voetnoot6.Mijn Heer, Ick bekomme heden die van uEd. van den 16 Julij. Tot noch toe vinde geen faulte met het opscrift van MeusnierGa naar voetnoot7, evenwel hebbe uEd. laeten weten een naem van een koopman tot BrusselGa naar voetnoot8 om te doen naer sijne discretie. Den gouverneur van RijnberkGa naar voetnoot9 is wt het lant van Luxenburch. Dat LorraineGa naar voetnoot10 het wterste te verwachten gesint is, moet uEd. voor vast houden, dewijle hij wel weet, dat Vranckrijck poocht hem de Sweedsche op het lijf te senden. Tis | |
een groot versuym van MerodeGa naar voetnoot1; hij is doot. Van FrietlantGa naar voetnoot2 heeft u Ed. andere opinie als wij hier hebben; den tijt sal het leeren. Ick sorge hij al te veel tijts versuympt heeft. Het is seecker, PuteanusGa naar voetnoot3 quaelijck gedaen heeft ende is geluckich onder soo goede princesseGa naar voetnoot4 te sijn. De WouerGa naar voetnoot5 in stucke van de vrede is niet wijser als hij. Hetgeene in Hollant gemaeckt is, hadde ick gesien. Bedancke uEd. van het gedruckte; men hout het hier soo grof niet. De gedeputeerdeGa naar voetnoot6 sijn noch hier, spreecken van vertrecken, maer den dach is noch niet geraemt. Den prinsGa naar voetnoot7 heeft alle de gedeputeerde ter oorlochsaecken ten BoschGa naar voetnoot8 ontboden, men sal haest sien, wat hij sal resolveren. De vrede bestaet teenemael aen Farnabucq. In de reste soude men expedienten vinden. Den grave van EgmontGa naar voetnoot9 is te Charleville; hij sal daer beter als in Vranckrijck sijn peys bekommen. De koninginne-moederGa naar voetnoot10 heeft haer treyn seer gereformeert ende monsieurGa naar voetnoot11 sal mede huyshouden, doch evenwel blijft int hof logeren, sal mede groote reformatie moeten doen ofte sal niet toekommen. Men arbeyt continuelijck aen St. Stevenswaert ende ons leger is ontrent Diest. Dit is alles. Ick blijve, Mijn Heer, UEd. ootmoedigen dienaer,
| |
Den 29 Julij 1633. | |
Adres (met andere hand): Aen Men Heer Men Heer de Groot etc. tot Hamborcht. Port. In dorso schreef Grotius: fine Iulii 1633. W. van Old. |
|