Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 5
(1966)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1842. 1633 mei 25. Van W. van OldenbarneveltGa naar voetnoot9.Mijn Heer, Die van den 10 deser is mij wel ende spoedich behandicht. De Sweeden hebben geen ongelijck om liberalijck wt te deelen, want anders souden sij haest haere vrienden verliesen, maer haer giften te mainteneren sal al vrij werck hebben. De Brabantsche gedeputeerdeGa naar voetnoot10 hebben mondeling ende scriftelijck antwoort gegeven op de punten, die sij wt Hollant hadden gebracht. Daerop hebben de | |
Hollantsche geresolveert aen haere principaelen te senden ende blijft de vergaderinge van de Staeten van Hollant bijeen, die mede tijt sullen hebben, soo eenige leden willen rapport doen aen haere vroetschappen tegen dat de anderen wt haere provinciën wederkommen. Het schijnt de meeste difficulteyt valt op Farnabucq ende de interresten van die van Seelant. Alle dese omwegen gelove ick dat geschieden om te sien, wat succes den prince van Orangnien sal hebben voor Rijnberck. Graef WillemGa naar voetnoot1, die veltmarschalck is, is met eenige duysenden gescheep - sommige seggen 6, andere 9 duysent - om te sien, ofte hij yvers avantage kan vinden; maer tot noch toe hebbe niet gehoort, dat hij Hemert gepasseert is. sKonincks leger, alwaer monsieurGa naar voetnoot2 nu is, blijft ontrent Antwerpen, ende sijn tevreden Brabant ende Vlaendren te bewaeren, twelck ick meene buyten de gissinge te sijn van den prins hebbende gelooft, dat sij hem soude volgen. Want waerom een plaets te belegeren, die hij crijgen kan sonder peryckel. Men heeft hier duc Mars van het huys van ColomnaGa naar voetnoot3 naer het casteel van Gent gebracht, men seyt, dat, soo hij afscheyt van haere Hoocheyt nam om naer Italiën te gaen, eenige insolente woorden gebruyck heeft, waertoe hij sot genoech is hebbende hier meer als hondert duysent guldens verspeelt, met den hertoch van LermaGa naar voetnoot4 gevochten met achterdeel ende onder de Françoisen voor een marottien gehouden, omdat hij bijnaer meende soo goet te sijn als monsieur, die nu staet op sijn accord. Men hout den infant-cardinaelGa naar voetnoot5 tot Milanen, alwaer men seyt den hertoch van SavoyenGa naar voetnoot6 hem is gaen vinden, twelck ombrage geeft aen Vranckrijck. Nu wert mij geseyt ende is seecker, dat s'Konincks leger naer de Maeskant marcheert ende dat den cardinael hier kompt. Meer wete ick voor dese mael niet te seggen dan dat ick blijve, Mijn Heer, UEd. ootmoedichste dienaer,
| |
Dese sende ick den rechten wech door den notaris. Den 25 Mey 1633. | |
Adres (met andere hand): Aen Men Heer Men Heer de Groot etc. tot Hambourg. In dorso schreef Grotius: 25 Mey 1633. W. Old. open 9 Junij. |
|