Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 5
(1966)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1791. 1632 september 19. Van W. van OldenbarneveltGa naar voetnoot8.Mijn Heer, Die van den 3 deser is mij behandicht op gisteren. Den 22en der verleden waeren hier wel geruchten van appointeren, doch niet seeckers. Ick meyne, dat | |
soo de borgerije hadde willen het wterste verwachten, dat sij het noch 5 ofte 6 daegen souden hebben gehouden, maer tot ontset was weynich apparentie, twelck dan de moet verflaut aen de belegerdeGa naar voetnoot1. Men maeckt hier niet veel fondement op het toelaeten van de religie; immers die de saecke wel doorsien oordelen, dat het altemael op bedroch leyt. Het quaet, dat Vranckrijck aen dese landen doet, is groot, doch doet noch geen openbaere hostiliteyt. Spangnien assisteert MonsieurGa naar voetnoot2 met gelt ende volck ende hooren tot noch toe niet, dat den koninckGa naar voetnoot3 op hem voordeel heeft; meyne, dat daer door veele van des cardinaelsGa naar voetnoot4 boose wil gesteunt wert. Ick en twijffele niet, ofte in uEd. quartieren werden mede logens wtgegeven, daervan wij hier oock geen gebreckt en hebben. Men scrijft wt Nurenberch door den lesten ordinaris, dat den SweedGa naar voetnoot5 heeft willen passeeren, maer door FrietlantGa naar voetnoot6 gerepousseert is ende veel volcks verloren heeft; met den ordinaris, die heden ofte morgen verwacht wert, sal men de waerheyt verstaen. Ick en hebbe oock geene opinie tot trefves, hoewel eenige steden daer toe wel inclineren; maer Vranckrijck ende Venetiën arbeyden daer seer tegens. Wij en hooren noch niet wat de Staeten alhier vergadert in sin hebben sijnde aen den anderen met eede verbonden niet te divulgeren voor haere separatie; dan schijnen de princesseGa naar voetnoot7 in groote achtinge te hebben. Den Cardinael de la CuevaGa naar voetnoot8 is vertrocken, den marquis de Sta CroceGa naar voetnoot9 gaet mede wech, soo dat de legers van den koninck gecommandeert werden door don Gonsales de CorduaGa naar voetnoot10, den hertoch van LermaGa naar voetnoot11 ende don Carlos de ColomnaGa naar voetnoot12. Den prins is noch te Maestricht; men spreeck van groote desseins. Den tijt sal het leeren. Van graef HeindrickGa naar voetnoot13 wert divers gesproock, deen dat hij volck heeft, andere dat het niet te beduyden is. De resolutie van de Staeten alhier sal ons wijsen, waer het heene wil. Onderentusschen blijve ick, Mijn Heer, UEd. onderdaenichste dienaer,
| |
Brussel, den 19 Septembr. 1632. Voor het sluyten sijn de brieven van Coeulen gekommen, confirmeeren dat den Sweed is weder in sijn quartier gedreven met groot verlies. | |
Adres: A Monsieur Monsieur de Groot. In dorso schreef Grotius: Stoutenburg, den 19 Sep. 1632. Resolutie van de Staten-Generael. |
|