Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1653. 1631 juli 3. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mon frère, Dese twe Engelsche barons WarthonGa naar voetnoot2 hebben hyer zijnde werck gemaeckt van mijn vrundschap, mij vrunden doen hebben in Engelant, oock kennisse bij den ambassadeurGa naar voetnoot3, die nu hyer is. Sij zijn van goeden inborst ende haere verwanten van grooten aenzyen. Haeren gouverneur, monsr de SanxtaubanGa naar voetnoot4, is oock een zeer eerlijck edelman. Ick heb goed gevonden haer aen uE. te addresseren, off uE. occasie mochte hebben om haer dienst te doen, dewelcke ick achte wel te sullen zijn geëmployeert ende mettertijdt goede vruchten te sullen voortbrengen, alsoo haer in Engelant geen goede qualiteyten en sullen ontbrecken. III July XVIcXXXI. UE. dyenstwillige broeder H. de Groot. | |
Adres: A Monsieur Monsieur Reigersberg, conseiller au Parlement de la Haie nu Ter Vere. In dorso schreef Grotius: broeder de Groot den 111 July 1631 tot Paris. brieff van addresse aen mij van twee Engelsche Baronnen. |