Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1100. 1626 oktober 12. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.(Mon frère,) ..... heb geschreven, passeert hyer niet nieuws blijvende de ......, dye de selve tot noch toe hebben gehadt; VendosmeGa naar voetnoot2 .... bois de Vincenne sonder dat men haer als ..... ende discoursen op de conspiratie sulcx als ick u Ed ..... Mijn huysvrouw gehoort hebbende de .......el onseeckerder gelaeten hebben dan zij ons hadden ..... swaricheyt ende zijn noch den tijdt van ontrent ...... vrij te zijn wat uytcomste Godt ende de natuyre ..... als dan te doen sal zijn. Wij bidden ..... ten beste te stuyren. Ick sal blijde zijn, wanneer ..... geven te verstaen, hoe de saecke in 't landt ... dese winter mij sal leeren, wat cours ick met .... stellen ................ De man van AlcmaerGa naar voetnoot3 blijft ..... 't landt ende adviseert mij in 't seecker verstaen te hebben (van een dye) kennis heeft ten huyse van den ambassadeur van VlaenderenGa naar voetnoot4, dat het desseing van eenige Spaensche schepen is achter Engelant om te comen ende soo te vallen in de vloot van onse visschers, bedriegende de onsen, dye haer daer op de hoofden wachten. De saeck van de nieuwe compaignie alhier gaet traechkens voort. De cardinaelGa naar voetnoot5 soude de residentie garen assigneren te Havre de Grace, van welcke plaets zijn oomGa naar voetnoot6 gouverneur is. Bidde om mijne gebiedenisse aen alle vrunden. Den XII Octobr. XVIcXXVI tot Parijs. U Ed. dienstwillige broeder
| |
Mijn huysvrouw bid uE. mijn broeder de Groot te vermanen, dat hij aen mijn moeder wil aenhouden ten eynde de boter ende andere dingen, daer mijn huysvrouw om heeft geschreven, met den eerste gesonden moge worden. | |
Adres: Mijn heer Mijn heer Reigersberg, raidt in den Hoogen Raide in Hollant. In 's Gravenhage. |
|