Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst
(1993)–W.P. Gerritsen, A.G. van Melle– Auteursrechtelijk beschermdMoriaenis de (zwarte) hoofdpersoon van de gelijknamige Middelnederlandse Arturroman uit de tweede helft van de 13e eeuw. De ridders »Lancelot en »Walewein verlaten Arturs hof om op zoek te gaan naar Perchevael (»Perceval). Zij ontmoeten Moriaen, een ridder zo zwart als een raaf. Door zijn onbeschaamde gedrag dwingt Moriaen Lancelot tot een tweegevecht, dat door Waleweins tussenkomst onbeslist eindigt. Moriaen vertelt dat hij op zoek is naar zijn vader Acglavael, die hem 24 jaar geleden in Moriane verwekte maar die onmiddellijk daarna vertrok en sindsdien niet is teruggekeerd. Als blijkt dat Walewein en Lancelot eveneens naar Acglavael, Perchevaels broer, op zoek zijn, besluiten de drie ridders samen verder te gaan. Een kluizenaar bij een kruispunt op de grens van Arturs rijk deelt hun mee dat hij weliswaar de twee gezochte ridders heeft gezien, maar niet weet welke kant zij zijn opgegaan. De drie ridders nemen daarom elk één weg voor hun rekening: Lancelot kiest de weg naar rechts die leidt naar een land dat door een woest beest wordt geteisterd, Walewein gaat rechtdoor naar het ‘lant van onreden’, Moriaen neemt de linkerweg die naar de zee voert. Walewein bevrijdt een jonkvrouwe uit de handen van een ridder die haar mishandelt. Hij doodt de ridder als deze weigert zijn onhoofse gedrag te veranderen. 's Avonds wordt in het kasteel waar Walewein en de jonkvrouwe gastvrijheid genieten het lijk van de ridder binnengebracht. Hij blijkt de zoon van de gastheer te zijn. Als zijn wonden spontaan opnieuw beginnen te bloeden, wordt duidelijk dat Walewein hem gedood heeft. De gastheer wenst het gastrecht niet te schenden, maar wil evenmin de dood van zijn zoon ongewroken laten. De volgende dag wordt Walewein in een hinderlaag gelokt en naar het kruispunt gebracht om te worden geradbraakt. Moriaen bereikt de zee, maar slaagt er niet in deze over te steken, omdat de zeelieden vluchten voor zijn zwarte uiterlijk. Onverrichterzake keert hij terug naar het kruispunt, waar hij juist op tijd verschijnt om Walewein te redden. De volgende dag arriveert Gariët, Waleweins jongste broer. Hij vertelt dat Artur gevangen is genomen door de Saksen en dat de koning van Ierland het land is binnengevallen. Alleen de terugkeer van Walewein, Lancelot en Perchevael kan Arturs rijk nog redden. Bovendien weet Gariët te melden dat Perchevael kluizenaar is geworden en zich met de gewonde Acglavael bevindt bij hun oom, in een kluis aan de overzijde van de zee. Walewein besluit op zoek te gaan naar Lan- | |
[pagina 236]
| |
celot. Moriaen en Gariët zetten de queeste naar Perchevael en Acglavael voort en bereiken de kluis. Acglavael erkent Moriaen als zijn zoon en wil, zodra hij genezen is, met hem naar Moriane terugkeren om er diens moeder te huwen. Lancelot verneemt in het land van het woeste dier dat de landsvrouwe zal trouwen met de ridder die het monster verslaat. Lancelot doodt het dier, maar wordt vervolgens ernstig verwond door een verraderlijke ridder. Juist op tijd arriveert Walewein, die weet te verhinderen dat de verrader met de eer gaat strijken. Walewein en Lancelot keren terug naar het kruispunt, waar kort daarna ook Perchevael, Gariët en Moriaen arriveren. Onder hun leiding wordt de koning van Ierland verslagen en Artur bevrijd. Hierna vergezellen de Arturridders Moriaen en Acglavael op hun terugtocht naar Moriane. De opstandige ridders in dat land worden onderworpen en het huwelijk tussen Acglavael en Moriaens moeder wordt gesloten. Na de bruiloft keren Walewein, Lancelot en Perchevael terug naar Arturs hof.
De Moriaen is een fascinerende, oorspronkelijk Middelnederlandse Arturroman, geprezen om zijn leesbaarheid, compositie en karaktertekening. De roman is overgeleverd in de ‘Lancelotcompilatie’ (begin 14e eeuw). Dit Brabantse handschrift bevat tien Middelnederlandse Arturromans in verzen, die in een aantal gevallen door de compilator zijn bewerkt ten behoeve van opname in zijn compilatie. Men sluit niet uit dat ook de Moriaen, die blijkens enkele fragmenten van de oorspronkelijke tekst in Vlaanderen is geschreven, zo'n bewerking heeft ondergaan. Met name het gedeelte over Lancelot staat hierbij ter discussie. De plaats van de Moriaen in het verzamelhandschrift - vóór de Graalqueeste - is compositorisch bepaald, onder meer doordat Perchevael kort na het Graalavontuur sterft. Door middel van verwijzingen en aankondigingen heeft de compilator de tekst stevig in zijn verzameling verankerd. Het optreden van Acglavael is aanleiding geweest tot de meest intrigerende vraag omtrent de Moriaen: wie is Moriaens vader? In de proloog wordt gezegd dat er boeken zijn waarin Perchevael de vader van Moriaen is, maar ook boeken waarin Acglavael dat is. Perchevael kan het niet zijn geweest, aldus de proloog, want als toekomstig Graalridder diende hij zijn maagdelijkheid te bewaren. Deze informatie heeft een aantal onderzoekers er niet van weerhouden om, onder meer op grond van inconsequenties in de tekst, Perchevael als de oorspronkelijke vader aan te wijzen. In dat geval zou de compilator het vaderschap aan Acglavael hebben toegedicht. Anderen daarentegen menen dat Acglavael al in de oorspronkelijke roman Moriaens vader was. Zij wijzen onder meer op het feit dat op het tijdstip dat de oorspronkelijke Moriaen wordt geschreven, een vaderrol voor Perchevael niet meer goed denkbaar is, aangezien de Oudfranse Queste del Saint Graal (1215-1235) dan al enige tijd circuleert. Dit brengt een ander vraagstuk in beeld: de datering van de Moriaen. Werd de tekst vroeger wel ‘begin 13e eeuw’ of zelfs ‘eind 12e eeuw’ gedateerd, nu overheerst de opvatting dat deze roman uit de tweede helft van de 13e eeuw dateert. Een belangrijke rol in de bewijsvoering hiervoor spelen de tekstuele relaties met andere Arturromans en de datering van deze teksten. Zo is er invloed van de Walewein op de Moriaen in het gevecht van Walewein met de onhoofse ridder in het ‘lant van onreden’ en in de daaropvolgende episode van het geschonden gastrecht. Ook is gewezen op de nauwe samenhang tussen Lantsloot vander Haghedochte (een Middelnederlandse bewerking van de Lancelot en prose), de Riddere metter mouwen en de Moriaen. Als Lantsloot dateert van ca. 1250 en Walewein kort daarop volgt, is een datering van Moriaen nà 1260 aannemelijk. Deze datering wordt ondersteund door het feit dat in de roman ‘post chivalric middle-class attitudes’ kunnen worden waargenomen, zoals het optreden van een koning Artur die zich de | |
[pagina 237]
| |
haren uit het hoofd trekt vanwege de afwezigheid van Perchevael, Walewein en Lancelot, omdat hij zonder hen niets vermag. De laatste jaren spitst de discussie zich vooral toe op de intertekstualiteit. Er is invloed aanwijsbaar van de Lancelot en prose en van (de Middelnederlandse vertaling van) Chrétien de Troyes' Conte du Graal. De Lancelot-episode in de Moriaen is een combinerende bewerking van (de Middelnederlandse vertaling van) Thomas' Tristan en van Lanceloet en het hert met de witte voet. Zijn zwarte huidskleur maakt Moriaen uniek als hoofdpersoon. Hij is wel vergeleken met Feirefiz, Parzivals halfbroer in Wolfram von Eschenbachs Parzival (ca. 1210), die ook een vaderqueeste onderneemt. Eveneens de zoon van een Moorse vrouw en een blanke ridder heeft Feirefiz echter de schakering van een ekster: zwart-wit. In 1901 bezorgde Jessie L. Weston een Engelse prozavertaling van de Moriaen. Een Nederlandse prozavertaling door L. Jongen verscheen in 1992. r. stufkens edities: Paardekooper-Van Buuren/Gysseling 1971; Jongen 1992. |
|