Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst
(1993)–W.P. Gerritsen, A.G. van Melle– Auteursrechtelijk beschermdBrutof Brutus, de legendarische kleinzoon van »Eneas, werd beschouwd als de eerste koning van Brittannië. Hij is de titelheld in twee romans over de geschiedenis van Brittannië, de Roman de Brut (voltooid in 1155) van de in het Oudfrans schrijvende dichter Wace, en de Brut (tussen 1190 en 1216), een vertaling-bewerking van het werk van Wace in het Middelengels door Layamon. Brut, de in Italië geboren kleinzoon van de Trojaan Eneas, doodt op vijftienjarige leeftijd tijdens de jacht per ongeluk zijn vader. Daarom wordt hij door de inwoners van zijn land verjaagd. Hij vlucht naar Griekenland, waar hij de leider wordt van een groep Trojanen die na de verovering van Troje als slaven naar Griekenland waren gevoerd. Onder aanvoering van Brut bevrijden de Trojanen zich van de slavernij. Brut trouwt zelfs met Innogene, de dochter van de Griekse koning. Hij scheept zich met zijn mannen in, omdat hij niet in Griekenland wil blijven wonen: er is in de voorbije oorlog te veel bloed vergoten om blijvend in vrede met de Grieken te kunnen leven. Op zoek naar een nieuwe plaats om zich te vestigen, bereiken ze na drie dagen varen een eiland dat Loegres heet. Ze treffen er geen mensen aan, wel sporen van vroegere bewoning, waaronder een tempel van de godin Diana. Ze vragen haar om raad en zij adviseert Brut en de zijnen om verder te | |
[pagina 79]
| |
reizen naar een eiland dat Albion heet. Na twintig dagen bereiken ze het vasteland. Ze treffen er een man aan, Corin genaamd, die eveneens van de Trojanen afstamt. Hij wordt in hun gelederen opgenomen. Als ze in Aquitanië bij de monding van de Loire komen, is Goffar, de koning van dat land, verontrust over de aanwezigheid van de Trojanen. Hij besluit hen met hulp van elf andere koningen aan te vallen, omdat ze het land plunderen en verwoesten. Brut slaagt erin het veel grotere leger van Goffar te overwinnen en vertrekt
De landing van Brut in Engeland. Deel van een tapijt uit een atelier in Doornik, ca. 1475. Kathedraal te Zaragoza.
daarna naar Albion. Ze treffen dit land aan zoals hun voorspeld was: alleen bewoond door een groep reuzen. Op een dag worden ze aangevallen door dertig reuzen en hoewel dezen aanvankelijk evenveel van Bruts mannen doden, slaagt Bruts legertje erin de reuzen te vermoorden, op één na, Gogemagog. Deze laatste reus wordt overmeesterd door Corin, die hem van de rotsen gooit. Corin ontvangt een gedeelte van het land, noemt het naar zichzelf Cornoalle en laat er huizen en steden bouwen. Aan de rivier de Theems sticht hij de stad ‘Nouvelle Troye’ (het latere Londen). Brut noemt het gehele | |
[pagina 80]
| |
land Brittannië en verdeelt het onder zijn mannen. Hij verwekt bij zijn vrouw drie zoons: Locrin, Albanac en Camber. Albanac ontvangt een gebied in het noorden van Brittannië dat hij Albanie noemt en dat later Escoce (Schotland) zal gaan heten. Een ander stuk land, meer naar het westen, is voor Camber, die het Gales (Wales) noemt. Na Bruts dood wordt Locrin koning over geheel Brittannië. Brut is de stamvader van een geslacht waaruit koning »Artur geboren zal worden en waarvan ook Wace's opdrachtgever koning Hendrik ii afstamt.
Wace bewerkte de pseudo-historische ‘kroniek’ Historia regum Brittanniae (Geschiedenis van de koningen van Brittannië, voltooid in 1136) van Galfredus van Monmouth. De figuur van Brutus speelt ook al een rol in de door Galfredus gebruikte kroniek Historia Brittonum (ca. 800) van Nennius. Zowel bij Wace als bij Layamon blijft het optreden van de titelheld beperkt tot het eerste hoofdstuk van het werk, terwijl met name de regering van koning Artur veel uitgebreider wordt beschreven. De romans van Wace en Layamon zijn vooral bekend gebleven door dit Arturgedeelte, dat niet alleen aan Galfredus stof ontleent, maar ook aan mondelinge tradities. Wace is de eerste schrijver die melding maakt van koning Arturs Ronde Tafel. Dat het werk zijn titel aan de figuur van Brutus ontleende, komt waarschijnlijk door het feit dat volgens de overlevering Brittannië naar hem genoemd is. Naast het 14.866 verzen tellende werk van Wace en de Brut van Layamon bestaan er verschillende kronieken in verzen en in proza, die zijn geschreven tussen het einde van de 13e en de 15e eeuw, zoals de kroniek in verzen van Robert van Gloucester, de Anglo-Normandische proza-Brut en de Engelse proza-Brut. Dit laatste werk werd onder de titel The Cronicles of England in 1480 gedrukt door Caxton. Het was zeer populair en beleefde vele herdrukken. Daarnaast bestaan er ook Noorse, Spaanse en Portugese kronieken waarin Brut een rol speelt als voorvader van de Britse koningen. Het ‘voortleven’ van deze Brutus beperkt zich tot bovengenoemde middeleeuwse werken. Ook latere bewerkingen van de Aeneis zijn niet voorzien van een vervolg waarin Brutus zijn vader doodt en om die reden het land moet verlaten. In de kathedraal van La Seoin-Zaragoza bevindt zich een tapijt, vervaardigd in Doornik, ca. 1475, meteen voorstelling van de landing van de held in Engeland. ada postma edities: Thorpe 1966; Esty 1978; Bzdyl 1989. |
|