Verzameld werk. Deel 2
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 417]
| |
Uit: wereld-in-het-klein | |
[pagina 418]
| |
Meesters
| |
[pagina 419]
| |
Opdracht
Wat ik gevoeld, bepeinsd heb, en verbeeld,
Al wat mij, naast háar liefde, greep en dreef:
Ondertoon van mijn dichten, half-verheeld,
Totdat ik eindelijk deze verzen schreef,
Gij, hoge heiligen, wier zacht geweld
Mij overwon, wier stem mij, eens gehoord,
Steeds inniger klinkend, altijd heeft verzeld,
Ik dank het úw verschijning, wezen, woord.
Mijn grote meesters, vóor 't gedicht van u
Een deel zij van míjn wereld-in-het-klein,
Eert dit slechts u gewijde boekje nu
Wat God wou, dat gij om u zelf zoudt zijn.
10 mei 1945
|
|