Verzameld werk. Deel 1(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 317] [p. 317] [Een droom van weemoed, huiverend lied,] EEN droom van weemoed, huiverend lied, Wanneer het avondlampelicht Gelijk weleer een teer gedicht Mij aan mijn eigen ziel verried. Het vindt de weg naar uw gelaat, Het hangt verwaasd uw haren aan, - Dit is het leven, dit die waan Die tussen mij en 't Ene staat. Die waan die in de woorden zingt Waarmee ik u als pijn belijd, Dat mij een streng geweten dwingt Te vluchten uit uw tederheid... Dat licht zo vol geheimenis zoet Herboren tot dit stille lied Van zwakheid, mijmering en verdriet: Dat ik van álles scheiden moet. Vorige Volgende