Verzameld werk. Deel 1(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 316] [p. 316] [Dit is het enige dat mijn ziel begeert:] DIT is het enige dat mijn ziel begeert. Dat nu die stilte komen mocht Die nog het teerste zingen deert, - Het einde van de bonte tocht. Want droom is heel dees werkelijkheid Die 'k nu verlate vóor 'k haar heb gekend, Die rond en door mij uitgespreid Het weten van mijn éne Waarheid schendt Dat nu de laatste rimpeling Van aardes smart en vreugdewaan, Dat de allerlaatste murmeling In stilte mocht vergaan. Die niet éen schijnbestaan meer krenkt, Niet weet meer van wat lacht of schreit, Dat Ene dat niet voelt noch denkt, De ontijdelijke eeuwigheid. Vorige Volgende