Verzameld werk. Deel 1
(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 282]
| |
[Laat de levensdingen zinken] (aant.)
LAAT de levensdingen zinken
Diep in ondergrondse stroom
Van der ziel geheimenis volle droom,
Waar zij eeuwig leven drinken.
Eenmaal, rijker, uit die vloed
Zullen zij op diepe wijzen
Vol ontroerde wijsheid weer verrijzen,
U verwarmen met hun gloed.
En wat droef was zal een zachte
Blijheid stille troostglans geven
En een teder weemoedswaas zal beven
Om een droom die eertijds lachte.
Nooit zal troosteloos geween
Om de breuk uws levens klagen,
Wijsheid bindt uw leed en uw behagen,
Heel uw hart is diep en éen.
|
|