Verzameld werk. Deel 1(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 281] [p. 281] Schemering Het daglicht slaapt de schemering in, Als in een droeve droom het lied Dat fluisterend, na zijn blij begin Vóor 't einde wegsterft in verdriet... En langzaam, na 't verhuiverd woord, Is, of 't zich zelf ook niet begrijpt Maar slechts die huivering heeft gehoord, Het leed tot zoet geluk gerijpt. Dat draalt, waar zacht de dag stierf thans Als 't bleke maanlicht in de lucht, Als op de stroom de flauwe glans Die talmt wijl 't water verder zucht... En 't licht is als dit stil gezing Van alle ontroering ongewis, En 't hart is als de schemering Die wegslaapt in de duisternis... Vorige Volgende