Verzameld werk. Deel 1(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] [En is Geluk een god met nedere ogen?] EN is Geluk een god met nedere ogen? En is Geluk een god met lege handen? Wat woog uw blik, terwijl die woorden togen, Zo zwaar op mij als herfst op grauwe stranden? Ik hoorde een klacht als 't druisen uit den hogen Van 't heengaan veler vogelen, een verbranden Van woningen, en zonlicht werd een logen, Leven een vaal visioen van bleke schanden. Ik zag u aan. En 'k hoorde hoe de zuchten Der opgeschrikte dromen weer verzwonden, En 't was mij of wij onder zilveren luchten Tezamen in een rijpe boomgaard stonden, Waar vruchten geelden, rosse lovers ruchtten Boven de rust van saamgezonken monden. Vorige Volgende