Verzameld werk. Deel 1(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] [Laat mij nog éen maal met u gaan:] LAAT mij nog éenmaal met u gaan: Uw woord was mij zo strelend zacht! Beween nog eens mijn stille waan, Mijn liefde en droef verborgen klacht. Laat mij nog éenmaal met u gaan En luisteren naar dit teer gerucht, Dat uit u schreit in traan na traan Om 't leed, waarvan mijn peinzen zuch Laat ons nog éenmaal samenstaan - De wereld wenkt zo grijs, zo wijd... Geef mij nog éenmaal, vóor wij gaan, Uw troostende barmhartigheid. Eén enkele maal: dan zal uw hart Vergeten wat gij thans beschreit -: Mijn droefenis die zwijgend mart, Mijn smart die om uw droefheid lijdt. Geef mij nog éens uw koele hand: Dan zal 'k voor altijd van u gaan, En dwalen langs 't verlaten land, En klagen van mijn laatste waan. Vorige Volgende