Hoofdstuk LI
Rechtsgeleerden.
Onder de geleerden matigen de rechtsgeleerden zich wel de allereerste plaats aan en meer dan iemand anders zijn zij met zichzelf ingenomen. Door den steen van SisyphusGa naar eindnoot252) aanhoudend voort te wentelen en duizend wetten in één adem samen te flansen, onverschillig omtrent welk onderwerp, door verklaringen op verklaringen, zienswijzen op zienswijzen te stapelen, maken zij, dat de beoefening van dat vak voor het allermoeilijkst doorgaat. Want al wat veel inspanning kost, dat houden zij aanstonds ook voor voortreffelijk. Laten wij bij dezen nog de beoefenaars van de kunst van disputeeren en de sophistenGa naar eindnoot253) voegen, een slag van menschen, nog klapachtiger dan al de bekkens te