hij de rede naar een nauw hoekje van het hoofd en liet geheel het overige lijf aan de beroeringen der driften over. Vervolgens stelde hij als het ware twee allergewelddadigste tyrannen tegen één over, den toorn, die den burg van het middenrif en zelfs den oorsprong van alle leven, het hart, bezet houdt, en den lust, wiens oppermacht zich zelfs tot beneden het onderlijf uitstrekt. Hoe weinig de rede tegen deze twee nauw verbonden machten bestand is, blijkt voldoende uit het dagelijksche leven der menschen, die hun vorstin, als zij, het eenige haar mogelijke middel bezigende, zelfs tot heesch worden toe haar stem verheft en regels van zedelijkheid voorschrijft, naar den duivel wenschen en op nog veel onaangenamer toon tegen haar razen, totdat zij eindelijk ook hierdoor vermoeid van haar kant toegeeft en zich overwonnen verklaart.