Simpelveld en Bocholtz door de ogen van Arnold Dydden, pastoor 1571-1616

FF. 27v-29r.

^+Register Gasthuijsrenten tot Buchudts.	Register van de inkomsten van het Gasthuis in Bocholtz.
Register van de Gasthuijsrenten tot Bocholts ende gerenoveert anno 1596 door heer Arnold Didden, pastor ende gasthuijsmeester, ende stelt dese navolgende vermaeninge tot alle gasthuismeesteren:	Register van de inkomsten van het Gasthuis in Bocholtz en vernieuwd in het jaar 1596 door de heer Arnold Didden, pastoor en gasthuisbeheerder; en [hij] geeft de volgende vermaningen aan alle gasthuis beheerders:
Tobias 4. ende 14. cap. Saeligh is der gheen der versteit op die gebreeken der armen, want in den daegh der quaetheijt sal hem God den Heer beschermen.	Tobias, 4e en 14e hfdst. Zalig is hij die begrip heeft voor de gebreken van de armen, want op de dag van de toorn zal God de heer hem beschermen.
Tobias 4. en 14. cap. Wilt die armen besorgen met vromigheijt.	Tobias, 4e en 14e hfdst. Wilt de armen verzorgen met vroomheid.
In den boeck der Koningen 1. cap. Bij Godt is niet verborgen in heijligheijt.	In het boek der Koningen, 1e hfdst. Bij God is heiligheid niet verborgen.
Matth: 25. cap. Der loon der rechtveerdigheijt is dat eeuwigh goet. De loon der boosheijt is de eeuwige doot. Paul: Hebr: 9. cap. Bis gedachtig gij moet eenmael sterven, nae de doot rechtvaerdigh oordeel werven.	Matth., 25e hfdst. Het loon van de rechtvaardigheid is het eeuwige goed. Het loon van de boosheid is de eeuwige dood. Paulus: Hebr. Hfdst 9. Denk eraan dat ge eenmaal moet sterven en na de dood een rechtvaardig oordeel zult krijgen.

+ 27v.

[p. 386]

Luc: 16.cap. Wat helpt dan de wereltlijcke eer ende vergenkelijck goet, als lijf en ziel moet lijden d'eeuwige doot.	Luc., hfdst. 16. Wat helpt dan de wereldse eer en het vergankelijke goed, als lijf en ziel de eeuwige dood moeten ondergaan.
Luc: 16.cap. Daeromme maeckt u vrienden in uwen leven, waerdoor u dat hemelrijck wort gegeven.	Luc., hfdst. 16. Daarom zorg voor vrienden in uw leven, waardoor u het hemel rijk wordt gegeven.
Copie van de gasthuijsrenten tot Bocholts.	Kopie van de inkomsten van het Gasthuis in Bocholtz.
In den eersten gilt Meij Wijsen van Oirsbeck den gasthuijs jaerlijx 8 [7½] vaet haeveren ende hiervan gilt Koen Steinbus op den Sandtberg 2 [1½] vaet ende de rest Meij voorss.; ende betaelt tot anno 97.	Op de eerste plaats betaalt Meij Wijsen van Orsbach het gasthuis jaarlijks 8 [7½] vat haver en hiervan betaalt Koen Steinbus op de Zandberg 2 [1½] vat en de rest de genoemde Meij; en betaalt tot het jaar 1597.
Die kerck tot Bocholts gilt jaerlijx 3 [2½] vaet haeveren.	De kerk in Bocholtz betaalt jaarlijks 3 [2½] vat haver.
Cleur op die Plaet 4 vaet haeveren een vier cops.	Cleur op die Plaet 4 vat haver en 1 kop.
Willem Ortmans erven, nu de Regulieren van Achen 1 [½] vaet haeveren, betaelt tot anno 97; onderpant een half buijnre lants, gelegen boven Jan Koebraen huijs en schuijst op die Krutsbroeder lant.	De erven van Willem Ortmans, nu de Regulieren van Aken, betalen tot het jaar 1597 1[½] vat haver; onderpand ½ bunder land gelegen boven het huis van Jan Koebraen en loopt tot het land van de Kruisbroeders.
De voorss. Regulieren 1 vaet haeveren; onderpant anderhalven morgen lant uijt 4 morgen, komende van Meij Raedemekers op die Heijdt.	De genoemde Regulieren 1 vat haver; onderpand 1½ morgen land van 4 morgen, afkomstig van Meij Raedemekers op de Heide.
Meij Rademeekers 1 vaet 2 [1½]cop haeveren; onderpant 2 morgen lants, nu ter tijt possideert en betaelt Jan Muninx ende Klaes Kosters sijns waegen en betaelt tot anno 97.	Meij Rademeekers 1 vat, 2 [1½] kop haver; onderpand 2 morgen land, in deze tijd bezitten en betalen Jan Muninx en Klaes Koster namens hem en betalen tot het jaar 1597.
Meij Zelis, weduwe Baltus Moulen, 2 [1½] vaet haeveren.	Meij Zelis, weduwe van Baltus Moulen, 2 [1½] vat haver.
^+Meijken Carls met hunne consorten 8 [7½] cop haeveren; betaelt tot anno 97.	Meijken Carls met hun metgezellen 8 [7½] vat haver; betaalt tot het jaar 1597.
Jan Momber van Orsbeek genoemd Pappart 1 cop haeveren; betaelt tot anno 96.	Jan Momber van Orsbach genaamd Pappart, 1 kop haver; betaalt tot het jaar 1596.
Heyn Meilis 2 cop haeveren en twee cop roggen en betaelt anno 96.	Heijn Meilis 2 kop haver en 2 kop roggen en betaalt in het jaar 1596.
[Houbrecht, Geert Urgen soon, op geen Heijdt 1½ vas haeveren unde betaelt anno 96.]	[Houbrecht, Geert Urgens zoon, op de Heide 1½ vat haver en betaalt in het jaar 1597].

+ 28r.

[p. 387]

Lemmen Jongen in den Waelbroeck 2 [1½] vaet haeveren ende possideert dat geheel; onderpant van de 3 vaet haever ende betaelt anno 96.	Lemmen jongen in de Waalbroek 2 [1½] vat haver en hij bezit het geheel; onderpand van de 3 [2½] vat haver en betaalt in het jaar 1596.
Leonard Heuts 1 vaet haeveren; nu ter tijt possideeren die kinder Geurt, Nees, en Nuel Heuts.	Leonard Heuts 1 vat haver; in deze tijd in bezit van de kinderen Geurt, Nees en Nuel Heuts.
Leonard Pelsers van Richteren op den Molsberg 2 vaet haeveren.	Leonard Pelsers van Richterich op de Molsberg 2 haver.
Jan Remkens der jong 1 [½] vaet ende This Daemen kinder 1 [½] vaet ende betaelt anno 96.	Jan Remkens de jonge 1 [½] vat en de kinderen van This Daemen 1 [½] vat en [ze] betalen in het jaar 1596.
Peter Jonckers op den Molsberg 1 vaet haever en betaelt anno 96.	Peter Jonckers op de Molsberg 1 vat haver en betaalt als in het jaar 1596.
Die meulen tot Simpelvelt 4 vaet haeveren; nu possideert joncker Beulaert en betaelt anno 96.	De molen in Simpelveld 4 vat haver; nu bezit jonker Beulaert en betaalt in het jaar 1596.
Bulkommer hoff 2 vaet haeveren; nu possideert Dederich Broumans van Gülich en betaelt anno 96.	De Hoeve Bulkurn 2 vat haver; nu in het bezit van Dederich Broumans van Gulik; hij betaalt in het jaar 1596.
Joncker Jaspar Cortenbach, genant Krackeelken, 2 vaet haeveren en betaelt anno 96.	Jonker Jasper Cortenbach, genaamd Krackeelken, 2 vat haver en betaalt in het jaar 1596.
Leonard Smeets op die Stein 4 vaet haever en betaelt anno 96.	Leonard Smeets op de Steen 4 vat haver en betaalt in het jaar 1596.
Reiner Schyns woonende tot Bortsel 9 vaet haeveren1 cop; betaelt anno 96.	Reiner Schijns wonend in Bortsel 9 vat haver en 1 kop; betaalt in het jaar 1596.
Peter Cardenael aen den kerckhoff tot Bocholtz met sijne consorten 3 [2½] vaet haeveren ende betaelt anno 96.	Peter Cardenael bij het kerkhof in Bocholtz met zijn metgezellen 3 [2½] vat haver en betaalt in het jaar 1596.
Geurts Beissels 4 vaet haever; nu ter tijt betaelt This van Krombach 2 [1½] vaet en een derdel vaet. Item Jacob Mellis van Oersbeek 2 vaet 2 derdel ende Simen Schuijren 1 vaet en betaelt anno 96.	Geurt Beissels 4 vat haver; in deze tijd betaalt This van Krombach 2 [1½] vat en eenderde vat. Idem Jacob Mellis van Orsbach 2 vat en tweederde en Simon Schuijren 1 vat en hij betaalt in het jaar 1596.
Peter Billen op den Beinart 4 vaet ende 4 [3½] cop haeveren en betaelt anno 96.	Peter Billen op de Reinart 4 vat en 4 [3½] kop haver en betaalt in het jaar 1596.
Houbrecht Moulen van wegen Leonard ende Beutsken Engels 3 vaet 1 [½] cop haever ende betaelt anno 96.	Houbrecht Moulen namens Leonard en Beutsken Engels 3 vat 1 [½] kop haver en betaalt in het jaar 1596.
Meijs Tummermans quaet betaeler 2 [1½] vaet roggen 3 cop haeveren.	Meijs Tummermans slechte betaler 2 [1½] vat rogge, 3 kop haver.

[p. 388]

Item van der Noot 2 vaet haeveren. Item noch 6 vaet lues ende betaelt anno 96.	Ook van der Noot 2 vat haver. Ook nog 6 vat rietgras [?] en betaalt in het jaar 1596.
Truijtten Moulen 14 [13½] cop haeveren ende betaelt anno 96.	Truijtten Moulen 14 [13½] kop haver en betaalt in het jaar 1596.
Peter Nacken op die Heuls, woonende tot Benzenraedt met sijne consorten, 2 [1½] cop ende ¼ cop haeveren.	Peter Nacken op de Huls, wonend in Benzenrade met zijn metgezellen, 2 [1½] en ¼ kop haver.
Sinter Gillis hoff 4 [3½] vaet haeveren ende betaelt anno 96.	Sint Gillishof 4 [3½] vat haver en betaalt in het jaar 1596.
^+Claes Voerst van den Schoutet hof tot Bocholts 3 cop haeveren; onderpant 2 [2½] morgen lants in 't Lanckvelt neven sijn ander lant ende dat Kruytsbroeder lant, herkoomende van Dederich Broumans.	Claes Voerst van de Scholtissenhof in Bocholtz 3 kop haver; onderpand 2 [1½] morgen land in het Langveld naast zijn ander land en het land van de Kruisbroeders, afkomstig van Dederich Broumans.
Anna Broers op de Heuls van 30 roijen gilt 3 [2½] veerdel cop; dit gilt haer broer Jan Broers en nu ter tijt possesseur Kersten van Eemael woonende te Overste Vourendal; Joachim Kretzis huijs en hoff 1[½] morgen neven die 30 roijen.	Anna Broers op de Huls van 30 roeden betaalt 3 [2½] kop; dit betaalt haar broer Jan Broers en in deze tijd eigenaar Kersten van Eemael wonend in Overst Voerendaal; Joachim Kretzis huis en hof 1 [½] morgen naast de 30 roeden.
Anna Broers voorss. gilt 2 [1½] cop haeveren.	Genoemde Anna Broers betaalt 2 [1½] kop haver.
Jennes Kraeckbeer ende Griet Cappen 3 cop haeveren.	Jennes Kraeckbeer en Griet Cappen 3 kop haver.
Simon Schuijren van wegen Jan Kretzis 1 vaet haeveren en betaelt anno 96.	Simon Schuijnen namens Jan Kretzis 1 vat haver en betaalt in het jaar 1596.
Claes Mols op die Heuls met sijne consorten 1 vaet een vierdel cop haeveren en betaelt anno 96.	Claes Mols op de Huls met zijn metgezellen 1 vat ¼ kop haver en betaalt in het jaar 1596.
Jan Cardenael der smit op die Hornstraet 9 vaet haever en betaelt anno 96.	Jan Cardenael de smid op de Hornstraat 9 vat haver en betaalt in het jaar 1596.
Jan Koebrae tot Vleggendal 2 [1½] vaet haever en betaelt anno 96.	Jan Koebrae te Vlengendaal 2 [1½] vat haver en betaalt in het jaar 1596.
Jan Kosters op den Poel 15 cop haever.	Jan Kosters bij de Poel 15 kop haver.
Urlichs kinder op die Heijdt 1 vaet 2 [1½] cop haeveren en betaelt anno 96.	De kinderen van Urlich op de Heide 1 vat, 2 [1½] kop haver en betaalt in het jaar 1596.
Andrees van Waelhorn, nu ter tijt sijn soon Frambach, 6 vaet haeveren; onderpant huijs en hoff neven 't Gasthuijs en betaelt anno 96.	Andrees van Waelhorn, in deze tijd zijn zoon Frambach, 6 vat haver; onderpand huis en hof naast het Gasthuis en betaalt in het jaar 1596.

+ 28v.

[p. 389]

Henrich van der Banck eenen cop haeveren; onderpant 2 [1½] morgen; nu possideert Andrees Raedermeckers in den Wilden Man tot Achen.	Henrich van der Banck 1 kop haver; onderpand 2 [1½] morgen; nu in bezit van Andrees Raedermeckers in ‘den Wilden Man’ in Aken.
Cleur Lhuen op die Plaet van wegen Meijen Zelfs dochter, weduwe Baltus Moulen op die Plaet 2 [1½] vaet haeveren.	Cleur Lhuen op de Plaat namens de dochter van Meijen Zelis; de weduwe van Baltus Moulen op de Plaat 2 [1½] vat haver.
Baets Moulen, woonende tot Bergh, 1 [½] vaet haeveren.	Baets Moulen, wonend op de berg, 1 [½] vat haver.
Jan Moulen op die Plaet, woonende in 't lant van Gulich, 1 [½] vaet haeveren.	Jan Moulen op de Plaat, wonend in het land van Gulik, 1 [½] vat haver.
Gilt Johanna N. Gorten, Urlichs dochter op die Plaet, 2 vaet een vierdel cop haeveren; onderpant huijs en hoff op die Plaet. Dat soenten.	Johanna N. Gorten, de dochter van Urlich op de Plaat, is verschuldigd 2 vat ¼ kop haver; onderpand huis en hof op de Plaat. Daaraan voldeden ze.
Jan Remkens der alde 9 cop haeveren.	Jan Remkens de oude 9 kop haver.
Jan op die Wijngraet 5 cop haeveren.	Jan op die Wijngraet 5 kop haver.
Alffer Vaesen ende Leonard Meijs ende Dries Vaesen tot Buschenhuijsen 4 vaet roggen jaerlijx.	Alffer Vaessen, Leonard Meijs en Dries Vaesen in Bosschenhuizen 4 vat rogge jaarlijks.
Getruijd en Thomas Didden 2 [1½] vaet roggen; onderpant huijs en hoff tot Bussenhuijsen en betaelt anno 96.	Getruijd en Thomas Didden 2 [1½] vat rogge; onderpand huis en hof in Bosschenhuizen en [ze] betalen in het jaar 1596.
^+This Keulaerts tot Bussenhuijsen 1 cop roggen.	This Keulaerts in Bosschenhuizen 1 kop rogge.
Anna, weduwe Peter Bispelmans, 2 derdel ende een veerdel kop roggen en betaelt anno 96.	Anna, de weduwe van Peter Bispelmans, tweederde en ¼ kop rogge en [zij] betaalt in het jaar 1596.
This Vechters op die Baech 1 [½] vaet 1 molter roggen, betaelt anno 96.	This Vechters bij de beek 1 [½] vat, 1 molchter rogge, betaalt in het jaar 1596.
Baltus Saevelbergh in den Broeck, woonende neven Gillis Geelkrans huijs, 6 vaet roggen en betaelt anno 96.	Baltus Saevelbergh in de Broek, wonend naast het huis van Gillis Geelkrans, 6 vat rogge en betaalt in het jaar 1596.
Houbrecht Saevelbergh van Bussenhuijsen 1 vaet roggen; onderpant Peter Leijendecker huijs en hoff en betaelt anno 96.	Houbrecht Saevelbergh van Bosschenhuizen 1 vat rogge; onderpand Peter Leijendeckers huis en hof en betaalt in het jaar 1596.
Houbrecht Saevelbergh eenen cop roggen; onderpant huijs en hoff tot Bussenhuijsen ende eenen halven morgen en betaelt anno 96.	Houbrecht Saevelbergh 1 kop rogge; onderpand [is] huis en hof te Bosschenhuizen en ½ morgen en betaalt in het jaar 1596.

+ 29r.

[p. 390]

Jan Baenen op die Heuls drij veerdel kop roggen; onderpant drij vierdel lant achter den Molberg. Regenot Schijn Jan lant ende die andere sijde This Vechters ende Anna Bispelmans lant komende van Jost Simens.	Jan Baenen op de Huis ¾ kop rogge; onderpand ¾ land achter de Molsberg. Grenzend aan het land van Schijn Jan en aan de andere kant het land van This Vechters en Anna Bispelmans, afkomstig van Jost Simens.
Schijn Jan oft Jan Scheilen 2 [1½] cop roggen.	Schijn Jan of Jan Scheilen 2 [1½] kop rogge.
Leonard Smeets 5 [4½] cop roggen en betaelt anno 96.	Leonard Smeets 5 [4½] kop rogge en betaalt in het jaar 1596.
Jan Wroels op den Molsberg eenen cop en een derdel cop.	Jan Wroels op de Molsberg 1 kop en eenderde kop.
Anna Wroels eenen cop en een derdel cop.	Anna Wroels 1 kop en eenderde kop.
Lysken Wroels eenen cop en een derdel cop.	Lysken Wroels 1 kop en eenderde kop.
Summa een vaet roggen.	Totaal 1 vat rogge.
Nu possideert Heijn Mulken der wever op den Molsberg en betaelt anno 96.	Nu in bezit van Heijn Mulken de wever op de Molsberg en [hij] betaalt in het jaar 1596.
[Jan Remkens der aldt 1 vas roggen.]	[Jan Remkens de oude 1 vat rogge].
Heyn Mellis oft Marschalc 1 [½] vaet roggen en betaelt anno 96.	Heijn Meilis of Marschalc 1 [½] vat rogge en [hij] betaalt in het jaar 1596.
Sijmen Schuijren 1 [½] vaet roggen als voorss. ende 2 m. ende quijt geslaegen tot anno 96.	Sijmen Schuijren 1 [½] rogge zoals boven vermeld en 2 mark kwijt gescholden tot het jaar '96.
Die kerck tot Bocholts 3 [2½] vaet roggen.	De kerk in Bocholtz 3 [2½] vat rogge.
Pennix gelt van den Gasthuijs.	Muntgeld van het Gasthuis.
Dat klooster van Borschet [Bortset] gilt jaerlijx den Gasthuijs 4 Reijns gulden ende betaelt anno 96 met 3 Acher gulden.	Het klooster van Burtscheid is jaarlijks aan het Gasthuis 4 Rijnse gulden verschuldigd en betaalt in het jaar 1596 met 3 gulden Akens.
Der hoff tot Vleggendal 2 g. Aix.	De hof van Vlengendaal 2 gulden Akens.
Jan Paumen in den Beissel 9 bonzen.	Jan Paumen in de herberg 1 mark.
Peter Schreuders in die Herberg 1 m.	Peter Schreuders in de Herberg 1 mark.
Jan Oetegaeven 15 bouschen.	Jan Oetegraven 15 bouzen.
Claes Cloet oft die Prediger heeren van Leonard Thysen Boet 5 s.	Claes Cloet of de Predikheren van het goed van Leonard Thysen 5 stuivers.

[p. 391]

Heyniken, Claes Heynikens soon 1 s.	Heyniken, de zoon van Claes Heyniken, 1 stuiver.
Thijs sijn broeder 1 s.	Zijn broer Thijs 1 stuiver.