| |
FF. 22r-25r
Ga naar margenoot+Register van de fabriek renten der kercken Simpelvelt. |
Register van de inkomsten van de kerkfabriek Simpelveld. 1550. |
|
Anno Domini 1550, den tweeden daegh octobris, is die kerckrolle of heefkaert der kercken Simpelvelt vernieuwt door mij, Andries van Oppen, kuster of offerman der voorss. kercken, in bijwesen der kerckmomberen Heijn Schiffelerts en Jan Mulkens, Peter Heulsen, Meerten Bachus, heer Henrich capellaen en meer andere naeberen, en word gehouden |
In het jaar 1550, op 2 oktober, is het kerkelijk register of ‘heefkaert’ van de kerk in Simpelveld vernieuwd door mij, Andries van Oppen, koster van de genoemde kerk, in aanwezigheid van de kerkvoogden Heijn Schiffelerts en Jan Mulkens, Peter heulsen, Meerten Bachus, heer Henrich de kapelaan en meerdere andere inwoners en wordt beschouwd |
Ga naar margenoot+voor gebruick en banckrecht, dat men die pachten en renten buijten en binnen jaers met pantschaprecht sal invorderen. |
als gebruik en als ‘bankrecht’, zodat men de pachten en renten buiten en binnen het jaar zal vorderen met pandrecht. |
|
Oock vallen die pachten en rentten alle jaers op sint Andrees daegh des apostels; dan die betaelingen vallen te Lichtmissen daer naer, en werden oock alle jaren twee nieuwe kerckmeesters op Lichtdaegh gekoosen. Ieder een met een wax keerts van een half pont wax; deese kerckmeesters kiesen de alde kerckmeesters met den pastoor, en die pacht des voorgaenden jaers Andrea' vervallen, ontfangen die nieuwe kerckmeesters nae den Lichtmis. |
Ook vervallen de pachten elk jaar op Sint Andreasdag apostel; de betalingen vallen op Lichtmis daarna en er worden ook elk jaar twee nieuwe kerkmeesters gekozen op Lichtmis. Iedereen met een waskaars van ½ pond; deze kerkmeesters worden door de oude kerkmeesters samen met de pastoor gekozen; en de pacht van het voorgaande jaar die op Andreas is vervallen, ontvangen de nieuwe kerkmeesters na Lichtmis. |
|
De rekeningen wort gehouden voor die oude afgestandene kerckmeesters in tegenwoordigheijt des pastoors en de nieuwe kerckmeesters en de naeberen en mougen die nieuwe kerckmeesters in 't gemeen de aude kerckmeesters geuderen penden voor die vervallen pachten en renten van voorledenen jaers. |
De afrekening van de oude kerkmeesters wordt gehouden in aanwezigheid van de pastoor en de nieuwe kerkmeesters en de inwoners; de nieuwe kerkmeesters mogen in het algemeen de oude kerkmeesters verantwoordelijk stellen met hun goederen voor vervallen pachten en renten van het voorbije jaar. |
|
Is noch gebruickelijck dat op Lichtdaegh die schoutet oft stadthalter en gerichtboede ontfangen ider een kertz van een half pont wass; des en hebben sij niet van hunne pant |
Het is ook gebruikelijk dat met Lichtmis de schout of plaatsvervanger en gerechtsbode ieder een waskaars van ½ pond ontvangen; daarvoor hoeven zij niet hun |
| |
| |
boeten en gerechtigheijt aengaende der kercken en dienen de kerck om Godts wille. |
pand te verliezen en is er gerechtigheid voor de kerken en dienen zij de kerk ter ere van God. |
|
Is noch gebruickelijck dat men sonder prejuditie der kercken met toelaeting des heere pastoors in de dure jaer het vaet roggen twee of dry merck onder den gemeijnen koop den schuldenaer laat betaelen ende sonder des pastoors ordninge en consent en magh sulx niet geschieden. |
Het is ook gebruik dat men zonder nadeel voor de kerk met toestemming van de heer pastoor in het dure jaar de schuldenaar het vat rogge 2 of 3 mark onder de gewone prijs laat betalen; zonder de opdracht en toestemming van de pastoor is dat niet toegestaan. |
|
Oock sal der pastoor en jeden naeber opsicht hebben dat de lamp oft licht daegh en nacht brent voor dat Heilige Sacrament, waer voor der kuster den rubsaem ende oligh ontfangen sal, ende daerin voor Godt der kercken ende de naeberen gnoegh doen. |
Ook zullen de pastoor en iedere inwoner er toezicht op houden dat de lamp of het licht voor het heilige sacrament dag en nacht brandt, waarvoor de koster het raapzaad en de olie zal ontvangen en die daarmee voor God en de kerk en de gelovigen aan de verwachtingen voldoet. |
|
Noch heeft der kuster uijt der grooter thienden tot Overhuijsen een voeder roggen voor die ostien en wijn alle jaers, uijtgenoemen die vier hooghetijden; alsdan bestellen die kerckmeesters ostien en wijn, ende oock in den aflaet. |
Uit de grote tienden van overhuizen krijgt de koster ieder jaar een vracht rogge voor de hosties en de wijn, behalve de 4 hoogtijdagen; dan zorgen de kerkmeesters voor hosties en wijn en ook met de aflaat. |
|
In den eersten gilt die thienden van Bocholts jaerlijx der kercken Simpelvelt vier vaet roggen en seven vaet haevere jaerlijx. |
Ten eerste geeft de tienden van Bocholtz jaarlijks 4 vat rogge aan de kerk van Simpelveld en 7 vat haver. |
|
Claes Beissels twee vaet roggen van een hoofdken aen den Drijver; regenot aen een sijde neven die gracht of straet gelegen gaende nae Aken tegen dat wedoms goet; anno 97 possideert en betaelt Jacob Mellis van Oirsbeek. |
Claes Beissels [geeft] 2 vat rogge van een stukje bij de Drijver; grenzend aan een kant aan de sloot of straat rtichting Aken tegen het weisdomsgoed; in het jaar 1597 bezit en betaalt Jacob Mellis van Orsbach. |
|
Claes Brouwers een vaet roggen van huijs en hoff genant ‘de oude Herbergh’ tot Bucholts. Regenot nae oosten de gemeijn straet koemend uijt die veeweijdt; nae suijden de Ackerstraet; nae westen en noorden dat weedomps goet ende Bornhofff; nu possideert en betaelt Peter Schroeders. |
Claes Brouwers [geeft] 1 vat rogge van huis en hof met de naam ‘de oude Herberg’ in Bocholtz. Grenzend in het oosten aan de openbare weg uit de veeweide; in het zuiden de Akerstraat; in het westen en noorden het weisdomsgoed en de Bornhof; nu bezit en betaalt Peter Schroeders. |
Ga naar margenoot+Claes Brouwers twee vaet roggen van een stuck lants in 't Busvelt, gelegen aen de Wijssen Stein, regenot Wijers lant; nu possideert Niss ende Lisken Schiffelers ende betaelt tot anno 97. |
Claes Brouwers 2 vat rogge van een stuk land in het Bosveld, gelegen aan de witte steen; nu bezitten Niss en Lisken Schiffelers het en ze betalen tot het jaar 1597. |
|
Noch der selver Claes Brouwers twee soch summeren haever; onderpant een half buijnre lants, schuijst op dat Vroenhofs lant, achter die Nermstraess; nu ter tijt Lysbet Heulsen, weduwe Engel Welters, betaelt; ende gerichtlijcke bijpendt gestellt, alle sijn goet. |
Ook dezelfde Claes Brouwers [geeft] 2 [....] summeren haver [4 vat], met als onderpand ½ bunder land; grenst aan het land van de Vroenhof, achter de Irmstraat; in deze tijd betaalt Lijsbet Heulsen, weduwe van Engel Welters; en er is wettig een extra onderpand gesteld; alles is goed. |
| |
| |
Noch der selver Claes Brouwers van den Prillenbergh derdehalf vaet haeveren; nu ter tijt betaelt Leonard Brouwers weduwe Trijn Ubachs. |
Ook dezelfde Claes Brouwers van de Prillenberg 2½ vat haver; in deze tijd betaalt Leo Brouwers' weduwe Trijn Ubachs. |
|
Item noch van huijs en hoff te Nerm 7 s., noch 2 s. van den Oeverhofken[tegen] en neven sint Juliaens bempt; dit selve betaelt Engel Welters, nu Lisbet Heulsen, weduwe. |
Ook van huis en hof in de Irmstraat 7 stuivers, en 2 stuivers van het overhofje [tegen] en naast de beemd van Sint Julianus; dit betaalt Engel Welters en nu de weduwe van Leonard Brouwers. |
|
Claes Muijl gilt en heeft bekandt jaerlijx der kercken ses vaet roggen; onderpant huijs en hoff op die Plaet ontrent vijfdehalven morgen, ende een half buijnre lants achter den hoff op den Moelenwegh, ende noch eenen morgen op den selven wegh tusschen Geurt Tegger ende Aret Muijlen, ende noch derdenhalven morgen in dat Oppenloch neven Mettelt Timmermans kinder; noch heeft die kerck op dat voorss. onderpant een half vaet roggen, van Henrick Buschops wegen van den jaergetijt; dese onderpant besit Merten Muijlen op die Plaet; nu ter tijt Jan Baenen ende betaelt jaerlijx 3 cop 1 molter, Nees 3 cop 1 molter, Claes weduwe Peter Plaiter 7 cop. Idem die selve van Jan Schruijrs 2 [r½] vaet 1 [½] cop. Idem die weduwe van Geilekercken 1[½] vaet en een daerdel van eenen cop half. |
Claes Muijl geeft en heeft toegegeven jaarlijks 6 vat rogge; onderpand huis en hof op de Plaat ongeveer 4½ morgen en ½ bunder land achter de hoeve bij de Molenweg en nog 1 morgen op dezelfde weg tussen Geurt Tegger en Aret Muijlen en ook 2½ morgen in het Oppenloch naast de kinderen van Mettelt Timmerman; ook krijgt de kerk op dat genoemde onderpand ½ vat rogge vanwege Henrick Buscops voor het jaargetijde. Dit onderpand bezit Merten Muijlen op de Plaat; tegenwoordig Jan Baenen en hij betaalt per jaar 3 kop, 1 molchter. Nees 3 kop, 1 molchter. De weduwe Claes van Peter Pleiter 7 kop; Idem dezelfde [weduwe] van Jan Schruijrs 2 [1½] vat en 1 [½] kop.
De weduwe van Geilenkirchen 1 [½] vat en een derde van ½ kop. |
|
Item Baets Moulen 1 [½]vaet roggen ende dat derde deel van eenen halven cop. |
Baets Moulen 1 [½] vat rogge en het derde deel van ½ kop. |
|
Claesken in den Waelbroeck 7 s. op huijs en hoff 1 d., ende is half geloest, rest 4 d.; nu Jan Roetkrans possesseur. |
Claesken in de Waalbroek 7 stuiver op huis en hof 1 penning en het is half betaald; resteert 4 penning; nu is Jan Roetkrans bezitter. |
|
Heijn Muschen op huijs en hoff een vaet roggen; nu ter tijt Jan Mulkens der wever in den Waelbroeck, ende heeft Jan Mulkens met Geert sijn huijsvrouw, Heijn Muschen dochter, bekent dat dit onderpant is eenen halven morgen, liggende boven aen den Meijs berg ende is Waelbroecker goet; nu possideert Gertrud Didden. |
Heijn Muschen op huis en hof 1 vat rogge, in deze tijd Jan Mulkens de wever in de Waalbroek en Jan Mulkens heeft samen met Geert zijn huisvrouw, de dochter van Heijn Muschen, bekend dat dit onderpand bestaat uit ½ morgen, gelegen boven aan de Meijsberg en het is Waalbroekgoed; nu in bezit van Getrud Didden. |
|
Hans Loupen van huijs en hoff 5 s. eenen cop saemen; nu Jan Welters. |
Hans Loupen van huis en hof 5 stuiver [en] 1 kop zaad; nu in bezit van Jan Welters. |
|
Jan Amijns op huijs en hoff een groet pont wass ende vijf coppen rubsaet. |
Jan Amijns op huis en hof een groot pond was en 5 kop raapzaad. |
|
Jan Amijns 6 s. op sijn lant aen den Haen ende noch 6 vaet haeveren op twee morgen aen den Haen ende noch een |
Jan Amijns 6 stuiver op zijn land aan ‘de Haan’ en nog ½ bunder bij Swijers land in het Bergerveld; nu nog 8 |
| |
| |
half buinre aen Swijers lant in dat Bergervelt; noch 8 d. op dat selve lant; nu Hans Aems een half vaet rubsaems van huijs ende hoff; nu possideert ende betaelt Jacob Lambrechts; nu Alman Lambrechts, Dederich Lambrechts, Entte Lambrechts, Heijn Keuffe huijsvrouw. |
penningen op datzelfde land; nu betaalt Hans Aems 1 [½] vat raapzaad van huis en hof; nu bezit en betaalt Jacob Lambrechts, Dederich Lambrechts. Entte Lambrechts, Heijn Keuffes huisvrouw. |
|
Ga naar margenoot+Beel Schoenmaekers 3d. op huijs ende hoff aen den Broech tegen Gillis Geelkrans over; nu possideert en betaelt weduwe Gijs Meijs, Trincken. |
Beel Schoenmaekers 3 penningen op huis en hof bij de Broek tegenover Gillis Geelkrans; nu bezit en betaalt Trinken, de weduwe van Gijs Meijs. |
|
Der Greef to Souret op huijs en hoff eenen cop rubsaem; nu ter tijt Heijn Greven kinder. |
Der Greef te Souret 1 kop raapzaad op huis en hof; in deze tijd de kinderen van Heijn Greven. |
|
Der Buschoff op huijs ende hoff 1 alden halter betaelt, nu ter tijt Heynten Buschoffs. |
Der Buschoff heeft 1 oude halter op huis en hof betaald; in deze tijd Heijnten Buschoffs. |
|
Der Buschoff vijf coppen roggen; onderpant op den Molbergh huijs ende hoff ende een kleijn weijtgen; ende dese vijf cop roggen beurt der kuster van Simpelvelt; nu possideert ende betaelt Heijn Jan Mulkens soon ende betaelt tot anno 97. |
Der Buschoff 5 kop rogge; onderpand huis en hof en een klein weitje op de Molsberg; en deze 5 kop rogge beurt de koster van Simpelveld; nu bezit en betaalt Heijn, Jan Mulkens zoon; hij betaalt tot het jaar 1597. |
|
Item der selver Busschoff 3 cop haeveren; nu ter tijt Heijnte Buschofs, Leonard Vruels voormunder 2 cop ende Meyken en Nuel Vreuls eenen cop. |
Ook dezelfde Busschoff 3 kop haver; in deze tijd Heijnte Buschofs, de voogd van Leonard Vruels 2 kop en Meijken en Nuel Vreuls 1 kop. |
|
Jut Mols vijf cop roggen, noch dardehalven cop roggen; onderpant huijs en hoff op den Molsbergh ende allen hun goet; nu ter tijt possideert en betaelt Leonard Pelsers van Richteren. |
Jut Mols 5 kop rogge, ook 2½ kop rogge; onderpand huis en hof op de Molsberg en al hun bezit; in deze tijd bezit en betaalt Leonard Pelsers van Richterich. |
|
Claes Mols vijfdenhalven cop haeveren; onderpant huijs en hoff. |
Claes Mols 4½ kop haver; onderpand huis en hof. |
|
Geurt van Loevenbergh 14 haller; nu ter tijt Peter Kleuren en sijn swaeger This Tutelbouts; nu ter tijt Jutten Jan op Loevenbergh. |
Geurt van Loevenbergh 14 haller; in deze tijd Peter Kleuren en zijn zwager This Tutelbouts; in deze tijd Jan Jutten op Lovemich. |
|
Dat haefken van Kevenbergh neven Guert voorss. erf gilt der kercken jaerlijx op Paesdaegh een vless wijns. |
Het hofje van de Keverberg naast het erf van de genoemde Guert betaalt de kerk jaarlijks op Paalzondag een fles wijn. |
|
Jan van Oppen 4 d. van eenen bempt achter Vroenhoff schuijr; nu possideert ende betaelt Derich Broumans, Lysken Fenis soon. |
Jan van Oppen 4 penningen van een beemd achter de schuur van de Vroenhof; nu bezit en betaalt Derich Broumans, de zoon van Lysken Fenis. |
| |
| |
Thissen kinder in den Voss op huijs ende hoff. Regenoet die Raederstraet ende Leonard Smeets huijs; voorhooft die gemeynten ende onder der muijlen; en gilt jaerlijx een half vaet rubsaem ende 6 d.; nu betaelt 2 deel Jacob Lambrechts ende die rest Jaspar in den Voss. |
De kinderen Thissen op huis en hof ‘in de Vos’. Grenzend aan de Rolducerstraat en Leonard Smeets' huis; aan de voorkant de meent en beneden de molen; en [ze] betalen jaarlijks ½ vat raapzaad en 6 penningen; nu betaalt Jacob Lambrechts 2 delen en Jasper in den Vos de rest. |
|
Noch die selven een vaet haeveren; onderpant eenen morgen lants aen den Hennebergh neven Jan Sijben lant; nu ter tijt possideert This Breemen in die Graet. |
Ook dezelfde 1 vat haver; onderpand 1 morgen land bij de Henneberg naast het land van Jan Sijben; in deze tijd in bezit van This Breemen in de Gracht. |
|
Simen Jaspers huijs en hoff een vaet haever ende 2 d.; noch van Mols goet achtenhalven cop roggen ende vijfdenhalven cop haeveren, ende dit onderpant is verwisselt tegen den Symen; noch der selleve van sijnen hoff of weijde neven Sijben niest Paeschen Heuts weijdt een half vaet rubsaem; ende nu ter tijt besitten en betaelen |
Huis en hof van Simen Jaspers 1 vat haver en 2 penningen ook 7½ kop rogge van het bezit van Mols en 4½ kop haver en dit onderpand is gewisseld tegen dat van Sijmen; ook dezelfde van zijn hof of weide naast Sijben [en] naast de weide van Paeschen Heuts ½ vat raapzaad; en in deze tijd bezit en betaalt |
Ga naar margenoot+Lysken, Jen Simens dochter 3 [2½] cop een vierdel cops roggen, een half vaet haeveren een vierdel cops een derdel cops rubsaem, 3 halter. |
Lijsken, dochter van len Simens 3 [2½] en ¼ kop rogge, ½ vat haver en ¼ kop plus een derde kop raapzaad, 3 halter. |
|
Drees Schroeders 1 cop roggen 2 [1½] cop haeveren, 3 haller. |
Dees Schroeders 1 kop rogge, 2 [1½] kop haver, 3 haller. |
|
Anna, weduwe Peter Bispelmans, een [½] vaes roggen min een half vierdel cops, 2 [1½] cop haeveren, een half vierdel cops haeveren, 2 heller, noch van de Sijben een vaet haeveren, een pint rub olij. |
Anna, de weduwe van Peter Bispelmans, 1 [½] vat rogge min ½ vierdel kop, 2 [1½] kop haver, ½ vierdel kop haver, 2 heller, ook 1 vat haver van de Sijben, 1 pint raapolie. |
|
Meij Beelen anderhalven cop haeveren. |
Meij Beelen 1½ kop haver. |
|
Hubrecht Saevelbergh een half vaet roggen min een half vierdel cop, 2 heller, noch van den Sijben een vaet haeveren. |
Hubrecht Saevelbergh ½ vat rogge min ½ vierdel kop, 2 heller, ook 1 vat haver van de Sijben. |
|
Wilhelm in die Stern 15 heller, noch 17 heller van huijs en hoff in die Stern. Regent Leonard Knousten erf, ende die gemeijnten. |
Wilhelm in de Stern 15 heller, ook 17 heller van huis en hof in de Stern. Grenzend aan het erf van Leonard Knousten en de meent. |
|
Winken Offermans kinder 17 [16½] heller van den haefken neven die gemeijnte; nu ter tijt possideert Winckens suster Nees van Oppem. |
De kinderen van Winken Offermans 17 [16½] heller van het hofje naast de meent; in deze tijd in bezit van Winckens zus, Nees van Oppem. |
|
Jan in den Weijer 4 d. en een half vaet rubsaem; onderpant huijs ende hoff in den Weijer; nu possideert ende betaelt Anna Klingen, naegelaete weduwe van Derick van Lovenbergh in den Wijer. |
Jan in den Weijer 4 penningen en ½ vat raapzaad; onderpand huis en hof in de Weijer; nu bezit en betaalt Anna Klingen, achtergebleven weduwe van Derick van Lovenbergh in de Wijer. |
| |
| |
Noch Jan in den Wijer eenen cop rubsaem van den Pannesleger. Regenot die Ermstraet; d'ander sijde Jan Bachus huijs ende hoff; die ander sijde der Broech; die ander sijde dat gesken tusschen die pastorie; nu possideert Jan Oetegraven. |
Ook Jan in den Wijer 1 kop raapzaad van de Pannesleger. Grenzend aan de Irmstraat; aan de andere kant huis en hof van Jan Bachus; aan de andere kant de Broek; aan de andere kant het straatje tussen de pastorie; nu in bezit van Jan Oetegraven. |
|
Noch der selve Jan van den Wijer, genant [Jan]van Raede, van den Oppenen gueder sess vaet roggen, gelegen in den Puntel; regenot Jacob Schiffelerts goet die lengden; die ander sijde der gemeine broech; die ander sijde aen dat weidomps goet ende dat gesken; nu ter tijt betaelt Leonard Beijssel bij erfbeuting met Hans ende Werner van Lovenbergh Wijer; Jans kinder vier vaet vierdenhalven cop roggen, ende Fringen, weduwe Hans van Loevenbergh, vijfdenhalven cop roggen. |
Ook dezelfde Jan van den Wijer, genoemd [Jan] van Raede, van de goederen van Oppen 6 vat rogge, gelegen in de Puntel; grenzend in de lengte aan de goederen van Jacob Schiffelerts; aan de andere kant de gemeenschappelijke Broek; aan de andere kant het weisdomsgoed en het steegje; in deze tijd betaalt Leonard Beijssel door erfdeling met de Wijer van Hans en Werner van Lovenbergh; Jans kinderen 4 vat en 3½ kop rogge en Fringen, de weduwe van Hans van Loevenbrgh 4½ kop rogge. |
|
Heijn Schiffelerts van huijs en hoff een erf half vaet roggen; nu Alman Lambrecht ende Heijn Keuven noch 7 d. |
Hein Schiffelerts erfelijk ½ vat rogge van huis en hof; nu [in bezit van] Alman Lambrecht en Heijn Keuven nog 7 penningen. |
|
Item Pietz Schiffelerts 3 s. op huijs en hoff. |
Ook Piet Schiffelerts 3 stuivers op huis en hof. |
|
Noch die selve van Isermans hofken tegen den Vroenhoff over: een half vaet rubsaem. |
Ook hetzelfde hofje van Isermans tegenover de Vroenhof ½ vat raapzaad. |
|
Krijn aen die Kerck op huijs en hoff eenen halven cappoen, 2 s.; nu ter tijt possideert Leonard Brouwers en is sijnen koelhoff. |
Krijn aen die Kerck ½ kapoen en 2 stuivers op huis en hof; in deze tijd in bezit van Leonard brouwers en het is zijn huistuin. |
|
Jan Sijben op huijs ende hoff in den Sijben 4 [3½] vaet haeveren ende eenen cop rubsaem; nu ter tijt possideren die Preeker heeren van Achen en hebben sig met kommerrecht daerin erwonnen anno 85. |
Jan Sijben op huis en hof in de Sijben 4 [3½] vat haver en 1 kop raapzaad; in deze tijd in bezit van de Predikheren van Aken en ze hebben [het] zich toegeëigend met beslagrecht in het jaar 1585. |
|
Noch der selve Jan Sijben een vaet haeveren van een stuck lants aen den Henneberg van den Knippelhoff, noch 3 aldus; nu ter tijt possideert Jacob Dichters. |
Ook de zelfde Jan Sijben 1 vat haver van een stuk land van de Knippelhof bij de Henneberg, ook 3; in deze tijd in bezit van Jacob Dichters. |
|
Ga naar margenoot+Noch der selve Jan Sijben een half vaet roggen; onderpant huijs en hoff in den Sijben; nu ter tijt possideren die Preekheeren als voorss. |
Ook dezelfde Jan Sijben ½ vat rogge; onderpand huis en hof in de Sijben; in deze tijd in bezit van de Predikheren, zoals vermeld. |
|
Jan van den Haeff in den Vroenhoff twee vaet roggen; onderpant huijs en hoff op den Vroenhof; nu ter tijt possideert joncker Andries Gritteren. |
Jan van den Hoeve in de Vroenhof 2 vat rogge; onderpand huis en hof de Vroenhof; in deze tijd in bezit van jonker Andries Gritteren. |
| |
| |
Leonard Heuts kinder van den Trechter hoff leggende in die Nijermstraes, 2 cappoen, 5 d.; nu ter tijt possideert............ |
De kinderen van Leonard Heuts van de Trichterhof gelegen in de Irmstraat, 2 kapoenen en 5 penningen; in deze tijd bezit............. |
|
Der pastor van Simpelvelt gilt pensioen jaerlijx van viertien daeler, den daeler 26 merck Acher werung, die weicke heer Henrich van Bollant, in sijnen leven pastor, anno 64 opgenoemen heeft. |
De pastoor van Simpelveld geeft een jaarlijkse uitkering van 14 daalder, de daalder ad 26 Akense mark, welke heer Henrich van Bollant tijdens zijn leven als pastoor in het jaar 1564 ingesteld heeft. |
|
tem Leonard Heuts van huijs ende hoff, regenot Leonard Knousten kamp; nae suijden die Gast; nae westen die Nermstraet; nae noorden Housmans hoff, en gilt jaerlijx daervan 3 cop roggen. |
Ook huis en hof van Leonard Heuts, grenzend aan het veld van Leonard Knousten; in het zuiden de Gaas, in het westen de Irmstraat, in het noorden de Housmanshof; betaalt jaarlijks daarvoor 3 kop rogge. |
|
Bachus Jan, van eenen bempt aen den Stam 6 d. |
Bachus Jan, een gebiedje bij de Stamp 6 penningen. |
|
Thielen kinder van Nijerm, een vaet roggen van een stuck lant op den Meulenwegh, nemlich eenen morgen; nu ter tijt........ |
De kinderen Thielen van de Irmstraat 1 vat rogge van een stuk land op de Molenweg, namelijk 1 morgen; in deze tijd............. |
|
Jenneken, der smyt, van sijnen gedeils in den Trechter hoff, gilt 3 vierdel cappuijns; regenot Jan Heuts; nu ter tijt possideert |
Jenneken de smid betaalt over zijn deel van de Trichterhof 3 vierdel kapoenen; grenzend aan Jan Heuts; in deze tijd in bezit van............... |
|
Jan Heuts 3 vierdel cappuijns, 3 d.; onderpant huijs en hoff Leonard Heuts voorss. |
Jan Heuts 3vierdel kapoen en 3 penning; onderpand [is] huis en hof van genoemde Leonard Heuts |
|
Noch der selve Jan Heuts een half vaet roggen van een stuck lants aen den Platten Busch; nu ter tijt possideert en betaelt |
Ook dezelfde Jan Heuts ½ vat rogge van een stuk land bij het Platte bos; in deze tijd bezit en betaalt............ |
|
Gierken Loijs oft sijn moeder 2 vaet roggen; onderpant de Gloijssdelle en eenen morgen hilt Gens van Valkenborgh in den Winkel aen sijn weijde. |
Gierken Loijs of zijn moeder 2 vat rogge; onderpand de Gloijsdelle en 1 morgen in bezit van Gens van Valkenborgh in de hoek van zijn weide. |
|
Krijn aen die Kerck een half vaet roggen van Peters jaergetijt van Loevenbergh op eenen morgen lants in den Mertensgraef, neven Claes Brouwers half buijnre, schuijs voorheuft op des Vroenhoff lant; nu ter tijt possideert en betaelt Anna, weduwe Peter Bispelmans, en Houbrecht Saevelbergh. |
Krijn aen die Kerck ½ vat rogge over Peters jaardienst van Lovemich op 1 morgen in de Meertengraaf naast de ½ bunder van Claes Brouwers, schuin aan de voorkant van het Vroenhofland; in deze tijd bezit en betaalt Anna, de weduwe van Peter Bispelmans en Houbrecht Saevelbergh. |
|
Arets kinder van Bulkom een mudt roggen op huijs en hoff ende op eenen bempt neven den alden mesthoff, ende een buijnre lant heeft Jan Capparts achter sijnen hoff, en van den buinre voorss. gilt Jan sess vaet en die voorss. kinder twee vaet. |
De kinderen van Aret van Bulkom 1 mud rogge op huis en hof en op een beemd naast de oude mesthoop en 1 bunder land heeft Jan Capparts achter zijn hof en van de genoemde bunder geeft Jan 6 vat en de genoemde kinderen 2 vat. |
| |
| |
Noch de selve kinder een pint olij ende 3 s. van den selven Jans huijs en hof voorss. |
Ook dezelfde kinderen 1 pint olie en 3 stuiver van genoemd huis en hof van dezelfde Jan. |
|
Der hoff tot der Heggen; nu gilt Lins in den Waelbroeck 30 s. |
De hof ‘tot der Heggen’; nu betaalt Lins in den Waelbroeck 30 stuiver. |
|
Ga naar margenoot+Drees Bastaerts van huijs en hoff tot Buschenhuijsen vijfdenhalven cop haeveren; regenot aen die beijde straeten, ende nae westen Kerris hoff; nu possideert Jacob Drees, Alffer Vaessen ende Leonard Meijs. |
Drees Bastaerts 4½ kop haver van huis en hof in Bosschenhuizen; grenzend aan de beide straten en in het westen de Kerrishof; nu in bezit van Jacob Drees, Alffer Vaessen en Leonard Meijs. |
|
Noch der selve Drees Bastaerts een half vaet roggen van eenen bempt onder den Meulendijck neven des kusters bemten; nu possideert ende betaelt Leonard Smets ende Nees Heulsen, weduwe van Lommen Pelser. |
Ook dezelfde Drees Bastaerds ½ vat rogge van een beemd onder de Molenbeek naast de beemd van de koster; nu bezitten en betalen Leonard Smets en Nees Heulsen, de weduwe van Peter Lommen. |
|
Scheile tot Busserhousen 12 d. met sijnen gedeilinge. |
Scheile in Bosschenhuizen 12 penningen met zijn [erf] deel. |
|
Joris Buschoffs van huijs en hoff tot Bussenhuijsen, 8 d. |
Joris Buschoffs van huis en hof in Bosschenhuizen 8 penningen. |
|
Jan Hairst tot Bussenhuijsen anderhalf vaet roggen; onderpant een stuck lants aen Happen hoefken, gelegen in die delle, en huijs en hoff; nu ter tijt possideert en betaelt Houbrecht Saevelbergh en Langer Jan Bussenhuijsen. |
Jan Hairst in Bosschenhuizen 1½ vat rogge; onderpand een stuk land bij Happenhofje, gelegen in de laagte, en huis en hof; in deze tijd bezitten en betalen Houbrecht Saevelbergh en Lange Jan in Bosschenhuizen. |
|
Simen in den Daell vijfdenhalven cop haeveren; onderpant vierdenhalven morgen lants tusschen Janis kinder van Nut. |
Simen in den Daell 4½ kop haver; onderpand 3½ morgen land tussen de kinderen van Janis van Nut. |
|
Gierken op den Hennenbergh 3 cop haeveren van sijn huijs en hoff; regenot nae suijden die straet. |
Gierken op den Henneberg 3 kop haver van zijn huis en hof; grenzend in het zuiden aan de straat. |
|
Reijnken Jamijs 3 cop haeveren van Reinarts Camp. |
Reijnken Jamijs 3 kop haver van Reinarts land. |
|
Starmant vijfdenhalf vaet haeveren, onder een buijnre lant achter sijnen hoff, noch eenen cop rubsaem van Maegers hoff, noch 8 d. |
Starmant 4½ kop haver, beneden een bunder land achter zijn hof, ook 1 kop raapzaad van Maegershof, ook 8 penningen. |
|
De meulen 4 helder van een bemptgen oever den dijck, neist kusters bemptgen. |
De molen 4 haller van een veldje over de dijk, naast het veldje van de koster. |
|
Leonard Heckman een half vaet roggen; onderpant nae oesten dat withuijs Jan Santernels erf; nae suijden den Meulendijck; nae westen Mergen Gerijts oft Oetegraeven, weduwe Baltus Spickerts; nae noorden die gemeenstraet; nu possideert en betaelt Jacob Dichters. |
Leonard Heckman ½ vat rogge; onderpand in het oosten het withuis van het erf van Jan Santernel, in het zuiden de Molendijk, in het westen [land van] Mergen Gerijts of Oetegraeven, weduwe van Baltus Spickerts, in het noorden de openbare weg; nu bezit en betaalt Jacob Dichters. |
| |
| |
Joncker Dries van den Haeff een vaet rubsaem; onderpant vier morgen landt; possideert Paeschen Heuts cum suis; regenot boven den Meulenwegh; dan heeft in alle tijden betaelt joncker Dries, joncker Baltus, joncker Willem van den Haeff ende nu ter tijt betaelt joncker Jan van den Haeff en betaelt tot anno 97. |
Jonker Dries van den Hove 1 vat raapzaad; onderpand 4 morgen land; in bezit van Paeschen Heuts met zijn familie; grenzend boven de Molenweg; jonker Dries, jonker Baltus, jonker Willem van den Hove hebben altijd betaald en in deze tijd betaalt jonker Jan van den Hove tot het jaar 1597. |
|
Karlle Houts gilt een half vaet roggen, onderpant eenen morgen lants op den graef achter Nerm, aen sijn broeder Jans lant. |
Karlle Houts betaalt ½ vat rogge; onderpand 1 morgen land op de Graaf achter de Irm, bij het land van zijn broer Jan. |
|
|