FF. 21v-22r. [D1 FF. 15r-16v].
Ga naar margenoot+Tot wat messen dat die Kruijtsbroederen van Aken gehalden sijn tweemael ter weecken te celebreren. |
Waartoe de kruisbroeders van Aken verplicht zijn: ze moeten twee maal per week de H. mis celebreren. |
|
Anno Domini 1487o, die decima quarta junij, venerunt ad nostrum monasterium Bellireditus Leodij in insula certi deputati ex Buchults, nominati Wilhelmus Kauterbaut et Lourentius op die Bijse, subditi parochialis ecclesie nostre de Simpelvoirt, territorii Hartogenraet, diocesis Leodiensis, achidiaconatus Trajectensis nostreque collationis, petentes et supplicants, ut de nostro consensu posset reidificari [capella] in Buchult sita divi Jacobi apostoli, et ut fundatio altaris divi Juliani in hospitale pauperum ibique bis cruciferi fratres Aquenses in septimana celebrare missam tenentur, ad capellam reduceretur; quod ego dominus et frater Ewrenges, humilis abbas prefati monsterij, prestare non potui, sed nostra supplicatione adjuncta supplicationi predictorum subditorum de Simpelvoirt ac deputatorum, reverendissimum et generosissimum |
In het jaar des Heren 1487, de 4e dag in juni, kwamen naar ons klooster Beaurepart op het eiland van Luik, zekere afgevaardigden uit Bocholtz met de namen Willem Kauterbaut en Laurens op de Bijse, onderdanen van onze parochiekerk in Simpelveld in het gebied van 's-Hertogenrade, in het bisdom Luik, aartsdiakonaat Maastricht en onder ons gezag.
Ze vroegen en smeekten dat met onze toestemming de kapel gelegen in Bocholtz en gewijd aan de Heilige Jacobus kon worden herbouwd; ze vroegen de stichting van een altaar van de Heilige Julianus in het gasthuis van de armen en [ze vroegen] dat wordt hersteld dat de Kruisheren tweemaal per week de H. mis moeten lezen, waarvoor ik, broeder en heer Joannus Ewrenges, nederig abt van genoemd klooster, geen toestemming kon geven. Maar doordat ons verzoek werd gecombineerd met het verzoek van de genoemde onderdanen en afgezanten van Simpelveld, hebben wij de eerbiedwaardige en edelmoedige |
Ga naar margenoot+dominum Johannem Abhorn, episcopum Leodiensem, ducem Buloniensem, etc., rogavimus quatenus petitioni nostre consentire digneretur. Quiet reverendissimus (usus consilio sigilliferi Leodiensis et domini archidiaconi Hasbanie) aquievit, modo ad nullum prejudicium et |
heer Johannes van Horn, bisschop van Luik en hertog van Bouillon, gevraagd in hoeverre hij zich kon verwaardigen in te stemmen met ons verzoek. Hij, de eerbiedwaardige, ging ermee akkoord (na advies van de Luikse zegelbewaarder en de aartsdiaken van Hasbanië), |
| |
detrimentum ecclesie parochialis de Simpelvoirt fieret, attamen quod omnes subditi de Buchults singulis diebus dominicis ad parochialem ecclesiam modo solito venirent, precipue vero in festo Nativitatis Domini, Purificationis beatae Mariae, ipso die Cinererum, die dominica Palmarum, die Jovis et Veneris, sancto Sabbato qui est nocte Paschalis, die Resurrectionis, Rogationum, Ascensionis, Pentecostes, Assumptionis beatae Mariae, Omnium Sanctorum et Animarum, etdivino officio sint intenti, denique ut omnia sacramenta ex ecclesia parochiali administrantur, sed propter necessitate possunt sacramenta Eucharistiae et Extreme Unctionis in dicta capella administrari et reservari; |
slechts als het niet tot enig precedent en nadeel voor de parochiekerk van Simpelveld zou leiden. Ook op voorwaarde dat alle onderdanen van Bocholtz op alle zondagen naar de parochiekerk zouden gaan zoals gebruikelijk, vooral echter op het feest van de geboorte des Heren, Maria Lichtmis, Aswoensdag, Palmzondag, Witte Donderdag en Goede vrijdag, Paaszaterdag, de dag van de Wederopstanding, de Kruisdagen, Hemelvaart, Pinksteren, Maria Hemelvaart, Allerheiligen en Allerzielen en dat ze de heilige dienst bijwonen en tenslotte dat alle sacramenten bediend worden vanuit de parochiekerk, maar in noodgeval kunnen de sacramenten van de Eucharistie en het Laatste oliesel gehouden en bediend worden in de kapel. |
|
Actum Leodio, sic subscriptum, |
Gedaan te Luik; aldus ondertekend: |
|
Dominus Ricaldus a Meeraedt, canonicus Leodiensis et vicarius reverendissimi episcopi Leodiensis. |
Heer Ricardus van Meeraedt, Luiks kanunnik en vicaris van de zeer eerwaarde bisschop van Luik. |
|
Dominus Everardus de Donglebiert, prepositus sancti Joannis et sigillifer Leodiensi. |
Heer Everardus van Donglebiert, proost van de H. Johannes en zegelbewaarder van Luik. |
|
Ego autem dominus et frater Joannes a Evregnees, humilis abbas monaterii Bellireditus in Leodio, authoritate abbatiali do consensum, quod quicumque pastor in Simpelvelt fuerit, poterit celebrare in capella divi Jacobi in Bucholts singulis diebus dominicis et binare si illi placuerit, exceptis diebus reservatis a reverendissimo domino Johanne Abhorn, episcopo Leodiensi. Attamen cum protestatione, ne in consequentiam ac gravamen seu prejudicium successorum curatorum predicte ecclesie parochialis trahatur, et conscientie devotionique ac voluntati pastoris semper committimus, promiseruntque deputati, nempe Wilhelmus Kauterbaut, et Lourentius op die Bijs ex Buchults, ex parte omnium subditorum quod unaquaque domus de Bochud solveret pastorem, si officium divinum ut praescriptum est, compleverit, seu cuipiam ejus loco constituto, singulis annis panis unus pondere octo librorum, ubi antea unum tantum dare consueverunt, denique sex vasa siliginis singulis annis ex decimis olim legatis a parentibus Heydengrondt; |
Ik nu, heer en broeder Johannus van Evregnees, nederig abt van het klooster Beaurepart in Luik, met het gezag van abt geef toestemming, dat ieder die pastoor zal zijn in Simpelveld, de mis kan vieren in de kapel van de heilige Jacobus in Bocholtz op de afzonderlijke zondagen en mag dubbelen, uitgezonderd de dagen die speciaal genoemd zijn door de hoogeerwaarde heer Joannes van Horn, bisschop van Luik.
Niettemin, onder voorbehoud dat het geen gevolgen heeft of een belasting of precedent is voor volgende bedienaren van de genoemde parochiekerk, vertrouwen wij dit altijd toe aan het geweten, de toewijding en de bereidwilligheid van de pastoor.
En de afgevaardigden, namelijk Willem Kauterbaut en Laurens op die Bijs uit Bocholtz, beloofden uit naam van alle onderdanen, dat elk van de huizen van Bocholtz aan de pastoor of aan iemand die in zijn plaats is aangesteld, als het goddelijk officie is volbracht als voorgeschreven, ieder jaar een brood zal geven met een gewicht van 8 pond, terwijl ze vroeger slechts één brood gewoon waren. Daarnaast 6 vat rogge ieder jaar vanwege tienden vroeger door de ouders Heydengrondt nagelaten. |
| |