| |
| |
| |
FF. 18r-18v. [D1 FF. 136r-137v].
Ga naar margenoot+Copie uijt brieven ons heeren des Coninx gecopieert uijt den originaelen aengaende geen vruchten van den velde te draeghen noch te vaeren, het en is dat de selve eerstmael van de thiengengers verthiendigt sint. |
Kopie van het origineel van de brief van onze heer de Koning betreffende het niet mogen afvoeren van de veldvruchten, tenzij ze eerst door de tiendinners vertiend zijn. |
|
Philippus bij der gratien Godts koninck van Castilien, van Arragon, van Leon, van beijde Sicilien, van Jerusalem, van Portugal, van Navarre, van Grenaede, van Tolleten, van Gallicien, etc., eertshertoge van Oostenrijck, hartoge van Borgondien, van Lotrijck, van Brabant, van Limborgh, van Luxemborgh, etc.; graeve van Habsborgh, van Vlaenderen, van Artois, van Bourgondien, van Tirol, |
Philips, door Gods genade Koning van Castilië, van Aragon, van Leon, enz, enz., |
den eersten van onsen deurweerderen oft hoeden macht hebbende t'exploicteren binnen deesen onsen lande van Brabant, hierop versogt, saluijt. |
de eerste van onze deurwaarders of boden die de macht hebben op ons verzoek uit te voeren in dit ons land van Brabant, gegroet. |
|
Wij hebben ontfangen die supplicatie van onse beminde in Goede die vrouwe abdisse en andere religieusen des Godtshuijs van Valbenoit en met hun geveught heer Aret Didden, pastoor van Simpelvelt inden lande van 's Hertogenraede, inhoudende hoe dat supplianten pro indiviso sijn competerende, die thiende binnen den selven dorpe vallende, gelijck oock sij ende hunne voorsaeten voor hun die van allen ouden tijden ende alnoch hebben sonder iemants contradictie hebben gepercipieert ende ontfangen, ende hoe wel desen aengemerckt de ingesetenen van Simpelvelt niet en is geoorlooft hunne graenen en vruchten bij daegh ofte bij nachte inne te doen sonder die eerst ende voor all te laeten behoorlijck verthienden, besonder en des te min dat tot verscheijdenen reijsen bij oepene brieven onse raede geordineert in Brabant bij hun suppliante uijt wettige oorsaecke te dyen eijnde verworven, ende behoerlijcke doen publiceeren, sulx op sekere pene is verboden geweest te doen, soo ist nochtans alsoo dat dyen niettegenstaende sij hun niet vermijden ter contrarien van dyen dagelijx voorts te keeren, hun betrouwende daerop, soo 't schijnt, dat de pene soude moeten ongeexecuteert blijven, uijt dyen dat hun supplianten te seer kostelijck soude vallen om bij geteughen in onse voorss. raede te verhoeren, te moeten doen blijcken van de contraventie derselver bevelen, sonder welcke blijkende de voorss. pene, geensints en konnen worden geexecuteert, in der veugen dat apparentelijck die van Simpelvelt voorschreven van 't selve hun |
Wij hebben het verzoek ontvangen van onze door God beminde vrouwe abdis en de andere religieuzen van het klooster van Val Benoit samen met heer Aret Didden, pastoor van Simpelveld in het land van 's-Hertogenrade, inhoudend dat aan beide eisers ongedeeld de tienden toekomen in het betreffende dorp, zoals zij en hun voorgangers die al van oudsher hebben, zonder dat ze tegenspraak bemerkt en ervaren hebben. En hoewel het de ingezetenen van Simpelveld niet toegestaan is hun graan en vruchten of andere tienden overdag of 's nachts binnen te halen, zonder deze eerst en vooral behoorlijk te laten vertienden, is het opmerkelijk en onjuist dat, hoewel verschillende malen d.m.v. een open brief van onze Raad gevestigd in Brabant, voor de eisers wettig is vastgesteld en naar behoren gepubliceerd dat iets dergelijks op straffe van boete verboden was te doen, het daarentegen zo is, dat zij toch niet nalaten daar dagelijks tegenin te gaan, in vertrouwen (zo lijkt het) dat de straf niet uitgevoerd zal worden, omdat het de eisers te duur zou zijn om door het verhoren van de getuigen in onze Raad, te moeten bewijzen dat de bevelen niet waren opgevolgd; zonder dat bewijs zou de straf niet kunnen worden uitgevoerd, in die zin dat de Simpelveldenaren klaarblijkelijk |
| |
| |
Ga naar margenoot+onbehoerlijcke voorstel bij succes van tijde een prescriptie sullen willen maken, ende hun supplianten van 't recht van de voorss. hunnen thienden in 't geheele te priveeren soo sij supplianten seijden, hebben ons daeromme seer ootmoedelijck gebeden om ons behoorlijcke provisie daertoe dienende: |
hun onbehoorlijk voorstel in geval van succes tot normale regel willen maken en de eisers geheel willen beroven van hun recht op de tienden, zoals de eisers zeiden; ze hebben ons dus ootmoedig gevraagd om een behoorlijke voorlopige voorziening in deze kwestie. |
|
Waerom soo ist dat wij desen aengesien u ontbieden, daertoe committerende, bij desen dat gij ten verseulce der voorss. supplianten, oft van hunnen gecommitteerden, u transporteert allomme, oft in den voerss. dorpe van Simpelvelt, daer die supplianten die voorss. thienden gewoonlijke sijn te heffen, ende aldaer op eenen sondaegh oft andere heijlige daegh ten tijde van die hoochmisse, den volcke meest vergaedert wesende en ter plaetse daer men gewoonlijck is uijtroepinge en publicatie te doen, van onsen wegen interdiceert, uijtroept ende verbiedt, dat niemant wie hij sij, hem en voerdere, sijn cooren oft andere decimabele vrughten ende daeraf sij, supplianten, sijn gewoenlijck ende in possessie thienden te hebben, voor oft nae der sonnen opganck oft onderganck oft andersints secretelijck op te laeden oft van den velde te voeren, te doen oft te laeten voeren, tensij 't selve eerst ende voor all behoerlijck gebonden ende in gasten, mandelen, schoeven, oft hoopen, nae dat men in 't selve dorp gewoenlijck is te doene, gestelt ende verthiendigt sijn, laetende die waarachtige ende rechtveerdige thiende van den voorss. coren oft ander thienbaer vrughten aldaer gewassen, gelijck die supplianten ende hunne voorsaeten oft hun thiendenaers de selve thiende van alle oude tijden gecolligeert ende ontfangen hebben gehadt, ende gelijck van rechtswegen behoort, sonder daerinne eenige fraude oft bedrogh te committeren ende dat op die pene van vijfentwintig Carolus guldens, tot twintig stuijvers Brabants een gulden gerekent, te bekeeren d'een derden deel daeraf 't onsen behoeff, het tweede derde deel tot behoeff van den officier van Simpelvelt voorss., ende dat 't derde derden deel tot behoeff van den aenbrenger, ende soo verre dit doende gebuere eenige oppositie oft contradictie op onse voorss. verboden, bevele op die pene stadthoudende ende die selve eerst ende voor all gefurneert sijnde, niettegenstaende oppositie en appellatie gedaen oft
te doen ter contrarien ende sonder prejuditie, der selver daigt die opponenten te compareren tot eenen sekeren gelegenen daege voor onsen seer lieven ende getrouwen cancelier ende andere lieden van onsen voorss. raede geordineert in Brabant, om aldaer de redenen |
Daarom hebben wij u ontboden met de opdracht, dat u op verzoek van de eisers of van hun vertegenwoordigers, u overal in het dorp Simpelveld begeeft, waar de eisers de bedoelde tienden gewoonlijk heffen; en dat u daar op een zondag of een andere heilige dag, tijdens de hoogmis, wanneer het meeste volk bijeen is en op de plaats waar men gewoon is een aankondiging en mededeling te doen namens ons, een verbod bekend maakt en verbiedt dat iemand, wij, zij, hem en anderen hun koren of andere vertiendbare veldvruchten, waarvan de eisers gewoonlijk de tienden bezitten, voor of na zonsopgang of zonsondergang of op een andere tijd, in het geheim opladen of van het veld afvoeren, doen of laten voeren, tenzij de goederen eerst en vooral behoorlijk gebonden zijn, en in bundels, manden, schoven of andere hopen, zoals men dat in het dorp gewoonlijk doet, zijn gedaan en vertiend zijn. En dat zij afblijven van de echte en rechtvaardige tiende van het genoemde koren of andere vertiendbare veldvruchten die daar gegroeid zijn, zoals de eisers en hun voorgangers of hun tiendheffers dezelfde tienden van oudsher verzameld en ontvangen hebben; en zoals wettelijk behoort, zonder dat daar enige fraude of bedrog bij te pas komt. En wel op straffe van 25 Carolusguldens, per gulden 20 Brabantse stuivers gerekend, te betalen; het derde deel daarvan ten behoeve van ons; het 2e derde deel ten behoeve van de voornoemde officier van Simpelveld en het 3e derde deel ten behoeve van hen die de zaak aanhangig maakten.
En voor zover tijdens uw actie enige vorm van verzet of tegenspraak plaats vindt tegen onze genoemde verboden en bevelen betreffende de boetes, die in eerste instantie toegepast zijn ondanks verzet of appel, [bevelen wij dat u] er tegenin bent gegaan zonder uitstel, op dezelfde dag de tegenstanders daagt op een gunstige dag te verschijnen voor onze zeer gewaardeerde en trouwe kanselier en andere leden van onze genoemde Raad, opgericht in Brabant, om daar de redenen van hun oppositie of tegenspraak weer te geven en in deze zaak verder te procederen. Zoals het hoort zullen onze |
| |
| |
van haere voorss. oppositie oft contradictie op te doen ende te vercleeren ende in der saecke te sien, vorts te procederen soe behoeren sal, onsen voorss. cancelier ende raetslieden ten voorss. daege oeverschrijvende 't gheene gij hierinne sult hebben gedaen, den welcken wij ontbieden ende committeren dat sij parteijen gehoort, doen ende administreren goet, cort, onvertogen recht ende expeditie van justitie, want ons also gelieft. |
genoemde kanselier en de raadsheren op de genoemde dag vernemen, hetgeen u in dezen zult hebben gedaan. Wij ontbieden hen en dragen hen op, dat zij partijen zullen horen en verslag uitbrengen, en goed kort, degelijk recht doen en dit wettelijk uitvoeren, want zo wensen wij dat. |
|
Gegeven in onsen stadt Brussele den 6 junij in 't'jaer ons Heeren duijsent vijfhondert sevenentachentig, van onse rijcken 't weten van Napels en Jerusalem 't 34ste, van Castilien, Aragon, etc. 't 32ste, ende van Portugal 't 8ste. |
Gegeven in onze stad van Brussel de 6e juni in het jaar van onze Heer 1587 van ons rijk, te weten van Napels en Jerusalem het 34e, van Castilië, Aragon, enz. het 32e en van Portugal het 8e. |
|
Onder stont aldus: bij den Coninck in sijnen raede. |
Eronder stond aldus: Namens de koning in zijn Raad. |
|
Ende meer onder aldus: Z. Lombaerts. |
En verder stond eronder: Z. Lombaerts. |
|
|