FF. 17v-18r. [D1 FF. 61r-61v, maar veel verschillen].
Costuijmen om die thienlammer te verthiendigen; |
Gebruiken voor het vertienden van de tiendlammeren. |
|
Ga naar margenoot+is een aldt gebrouck tot deesen daegh die thienlammer alle jaers te verthiendigen, door die geheel thienden, als noch anno 97 bij mijne pachter Jobs Nuijsmans en Leonard Munx, borgref tot Oeverhuijsen van wegen joncker Jan van den Haeff, verthiendigt is. Also weerden die thienlammer gelijckerhandt verthiendigt tuschen Paeschen en Pinxten en ten lenxten in die Penxten heilige daegen en in aldusdaenigh gebrouck als hier nae volght: in den eersten neemt der gene der die lammeren toekomt vier lammer voor uijt en dat |
Het is een oud gebruik tot op heden de tiendlammeren ieder jaar te vertienden over de hele tienden, zoals nog in het jaar 1597 door mijn pachter Jobs Nuijsmans en Leonard Munx, de burggraaf op Overhuizen voorjonker Jan van den Hove vertiend is. Dus worden de tiendlammeren gelijktijdig vertiend tussen Pasen en Pinksteren en ten laatste in de Pinksterdagen en op dergelijke manier als hierna beschreven:
Op de eerste plaats kiest diegene van wie de tiendlammeren zijn, 4 lammeren uit en |
Ga naar margenoot+vijfden daernae is een thienlamp; dan telt men daernae dat getal vol op die vorige vijf tot eylffen toe, en is set dan noch andermael vier lammer voor uijt ende dat vijfde is een thienlamp voorss., ende wannneer eenige lammer in heuft bleeven en niet en komt tot den eijlfden, also wiert dat getal op geschreven ende tellet man daer dat toekommende jaer en verthiendigt men op alle plaetsen eenveldig, uijtgenoemen der scheper daer veel lammer sijn, der verthiendigt sijn lammer alleen ende niemants meer. |
het vijfde daarna is een tiendlam; maar tot elf blijft het tellen vanaf 5 doorgaan en is men bij elf, dan neemt degene van wie de lammeren zijn, nog eens 4 lammeren eruit en het vijfde wordt vertiend, zoals gezegd. En wanneer enkele lammeren over blijven en niet tot het getal elf komen, dan wordt het getal opgeschreven en begint men daarmee het komende jaar te tellen. Men telt op alle plaatsen op dezelfde manier, behalve de schaapherder waar veel lammeren zijn. Hij vertiendt zijn schapen alleen en niemand anders. |
|
Geeft oock der hoff te Oeverhuijsen, Vleggendal, Schoutet hoff te Bocholts dat dry en drijssigste lamp te thienden. |
De hof van overhuizen, de Vlengendaalhof, de Scholtissenhof in Bocholtz en de Wossemhof geven het 33e lam als tiende. |
|
Oock geeft men thienden van gansen en hunder, welcke wij oock verthiendigt hebben anno 87. |
Ook geeft men tienden van de ganzen en kippen, die ik ook vertiend heb in het jaar 1587. |
|
|