| |
| |
| |
FF. 185r-186r.
Ga naar margenoot+[ander handschrift] Philips, bij der gratien goids, coninck van Castilien, van Arragon, van Leon, van beyde Sicilien, van Jherusalem, van Portugal, van Navarre, etc.. Eertshertoge van Oistenrijck, hertoge van Bourgondien, van Lottrijck, van Brabant, van Lymborch, van Luxenborch, etc., |
Philips, door Gods genadekoning van Castilië, van Aragon, van Leon, enz., enz., |
|
den iersten van onsen deurweerderen oft boeden machthebbende texploicteeren binnen deesen onsen lande van Brabant hierop versoicht, saluyt. Wij hebben onfangen de supplicatie van de schepenen ende gemeine ingeseetenen der banck van Sympelvelt, lyggende inde lande van tSertogenraede, inhoudende hoe dat sij, supplianten, van oever thien, twintich, dertich, viertich, vijfftich, tachtentich, hondert ende meer jaeren van oever mensche ge-denckenisse sijn gewest in peyselicke ende vreedelicke possessie, vel quasi, van geen teenden te betaelen dan allenixh vande specien hieronder genompt, als te weeten de eelfte gerve offt schoove van terve, rogge, gerst, haever, erten, boonen ende dergelijcken vruchten, die op henne landen op drey offt vier voeren geaeckert ende gebaut binnen hennen gewoenlycken aert offt gewande sijn gewassen, sonder dat sij, supplianten, oyt eynighe voirder thienden hebben gegeven van vlass, honder, gansen offt oyck van vruchten, gewassen op de landen, de waeren braecken offt gewonnen uuyt den art offt gewande, sijnde oyck ongewoen geweest eenighe thienden te geven van hoye ende vande schoven offt gerven, die niet en quamen totten volle getalle van ellfft, maer oeverscheten boeven de thienbaeren gerven offt schoven vande vruchten op een stuck van henne lande gewassen, dan hebben dye selve oeverende schoeven altijts thiendevrie geweest, sonder dat sij lieden oyt hebben moeten gedoogen, dat de selve oeverende gerven offt schoven bij de thiendeheffers souden van deen landt op dander, eenen proprietaris oft winne toekoemende, worden gedragen, om metten anderen gerven oft schooven vande selven anderen lande comptable ende thienbaerich te maecken, ende waeraff eynighe thiendeheffers hebbende willen die contrarie doen ende voirder thienden van voorsijde is pretendeerende, is daerop in onsen Raede proces geresen ende niet volcomen kennisse van gewesen, dat sij |
aan de eerste van onze deurwaarders of boden met de bevoegdheid vonnissen uit te voeren op ons verzoek binnen ons land van Brabant, gegroet. Wij hebben de eis ontvangen van de schepenen en de gewone inwoners van de bank van Simpelveld, gelegen in het land van 's-Hertogenrade, waarbij zij aangeven op welke manier zij, de eisers, meer dan 10, 20, 30, 40, 50, 80, 100 en meer jaren, zelfs meer dan mensenheugenis, in het vredige bezit zijn geweest of zo goed als, om geen tienden te betalen dan alleen van de producten die hieronder worden genoemd, te weten de 11e schoof van tarwe, rogge, gerst, haver, erwten, bonen en dergelijke veldvruchten en die op hun landerijen in 3 of 4 vrachten bewerkt en verbouwd worden en op hun gewone manier op landerijen zijn gegroeid, terwijl zij, de eisers, verder nooit tienden hebben gegeven van vlas, kippen, ganzen of ook van vruchten gegroeid op de landerijen die braak lagen, of gewonnen waren uit de landerijen die ook gewoonlijk geen tienden hoefden te geven van hooi en van de schoven die niet tot het aantal van 11 kwamen, maar over waren boven de tiendbare schoven van de veldvruchten die op één stuk van hun land gegroeid zijn; dan zijn die schoven die over zijn, altijd vrij van tienden geweest, zonder dat zij ooit hebben hoeven toestaan dat deze overige schoven door de tiendheffers van het ene land op het andere van één eigenaar of pachter worden gedragen om met andere schoven van dat andere land opgeteld te worden en tiendplichtig te zijn. Enkele tiendheffers wilden daar tegenin gaan en vorderden tienden van het genoemde. Daarna is in onze Raad een proces aangespannen, en men [de tiendheffer] heeft niet duidelijk geweten dat men |
|
Ga naar margenoot+niet en waeren ontfanckbaer, condemnerenden de selve tot dien inde costen, blijckende bij de acte vande voorseijde vonnisse in date de -xviii- january sessentseventich daer af sijnde, tseedert welcken vonnisse sij, supplianten, oyck sijn gewest inde continuatie vande voorseijde vredelycke ende deuchdelycke possessie, vel quasi, vande exemptie ende vrijheden, behalvene de turbatien hier onder vercleert. Ende |
niet ontvankelijk was en [de Raad] veroordeelde hen tot de kosten, blijkens de akte van het genoemde proces daarover, dd. 18 januari 1576, sedert welk vonnis de eisers ook zijn doorgegaan met het vredelievende en deugdelijke bezit van de vrijstelling en vrijheden, afgezien van de beroering die hieronder wordt verklaard. En hoewel het niemand is |
| |
| |
hoewel niemandt en is toegelaeten hem supplianten in de selve deuchdelycke possessie te turberen hinder oft belet te doen. Soe eest nochtans, dat desen niet tegenstaenden eenen Jobs Nuysmans, als pachter vande thienden tot Sympelvelt voorseijdt, ende joncker Jan vanden Hoeve hem vervoirdert contrarie van desen te doen, hebbende feytelyck de voorseijde oeverende schooven van thienbare vruchten genoemen oft doen nemen, gedragen oft doen dragen van deen stuck landts tot op dander, beyde eenen man toebehoerende. Ende de selve oeverende schooven comtabel ende thienbaer gemacht metten schooven vande selven anderen stuck landts, hebbende voorts oock voirdere thienden den supplianten affgecomen, soe van hoye als ander, die sij nochtans niet en sijn gewoen gewest te geven, maar daer aff altijts in deuchdelycke possessie gewest van exemptie ende vrijheyt der selver thienden, al bij te groete nyeuwicheet buyten oude gewoente tegen recht ende contrarie den voorseijde vonnisse tot groeten aechterdeil der suppliant. Ende noch mer sijn soude, soe verre hem hier teegen niet en wordde verseyn bij behoirlycke provisie in sulcken cas dienende, ons oytmoedelyck byddende om onse oepene brieven van mantinue in forma. Waerom soe eest, dat wij deesen aengesien U ontbieden ende committeeren bij desen, dat soe verre U blijcke van possessie ende gebrucke der voorseijde supplianten, metsgaders van de turbatien ende beletten hem darinne gedaen, alsoe voorseijdt is, soe veele des genoch sij, ghij in dien gevalle geroepen den voorseijde Jobs Nuysmans ende allen anderen, die daerom sullen behoeren geroepen te sijne. Ende ghij des vanweghen der voorseijde supplianten sult wordden versoicht tot alsullicken daege vre ende plaetse, als dat behoeren sal, ende gij hem bescheiden sult, de voorseijde supplianten in henne vorseijde possessee ende gebrucke van exemtie ende vrijheyt der voorseijde thienden hier boven gespecificeert, van onse wegen |
toegestaan de eisers in dit juiste bezit te hinderen of te beletten, is het toch zo dat desalniettemin ene Jobs Nuysmans, als pachter van de tienden te Simpelveld voornoemd en jonker Jan van den Hove vervolgens, hier tegenin gehandeld hebben en feitelijk de genoemde over-zijnde schoven van vertiendbare veldvruchten hebben genomen of laten nemen, gedragen of laten dragen van het ene stuk land op het andere van dezelfde eigenaar. Ze hebben ook andere tienden van de eisers afgenomen, zowel hooi als andere veldvruchten, die zij [de eisers] niet gewoon waren te geven, maar waarvan zij altijd vrijstelling en vrijdom van dezelfde tienden hadden bezeten en die zij [de pachters] in al te grote nieuwlichterij buiten het oude gebruik om, tegen het recht en in strijd met het genoemde vonnis tot groot nadeel van de eisers [genomen hebben]. En het zou nog erger zijn, als hiertegen niet zou worden ingegrepen door een behoorlijke regeling in een dergelijk geval, als men ons eerbiedig verzoekt, om onze openlijke verklaring van officiële handhaving. Daarom is het zo, dat wij u [de deurwaarder] met het oog hierop ontbieden en afvaardigen bij dezen, voor zover het bezit en gebruik van de genoemde eisers u duidelijk blijkt, met inbegrip van de beroering en de hinder daarover, zoals al vermeld, dat u zo veel als nodig is in dit geval, geroepen bent, de genoemde Jobs Nuysmans en alle anderen die daarbij horen, op te roepen; en dat u daarom door de eisers zal worden gevraagd, zulke maatregelen te nemen als nodig zijn, en dat u besluiten zult, de genoemde eisers in het bezit en gebruik van vrijstelling en vrijheid van de genoemde tienden, die hierboven genoemd zijn, namens ons |
Ga naar margenoot+oudt ende manteneert ende doet houden ende manteneren, doende expres bevel van onsen weghen den voorseijde Jobs Nuysmans ende allen anderen, dien dat behoeren sal ende ghij des van weegen als voorseijd sult wordden versoicht, dat sij de voorseijde supplianten in henne voorseijde possesse ende gebruycke vande voorseijde exemptie ende vrijheit peyselycke ende vredelycke doen ende laeten genyeten ende alle turbatien ende beletten hem als voere darinne gedaen, terstont ende sonder voirder vertreck costeloos ende schaedeloos als doen ende repareren oft doen aff doen ende repareren ende hen verdragen de voorseijde supplianten darinne meer te turberen oft molesteeren in eeniger manieren den selven Job Nuysmans ende allen anderen, dien dat behoeren zal aer toe op dats noot |
te houden en te handhaven en doet houden en handhaven, door een duidelijk bevel namens ons aan de genoemde Jobs Nuysmans en alle anderen voor wie dat geldt, en dat u daarom verzocht zal worden, dat de eisers in hun bezit en gebruik van de genoemde vrijstelling en vrijheid vredig zullen mogen genieten, en dat alle beroering en hinder zoals tevoren gedaan, terstond en zonder uitstel kosteloos en schadeloos hersteld wordt of verwijderd, en dat wordt nagelaten de eisers nog te beroeren of lastig te vallen op een of andere manier, en dat dezelfde Jobs Nuysmans en alle anderen, die erbij betrokken zijn, daartoe zo nodig worden gedwongen |
| |
| |
sij, bedwyngende bij ende met allen behoerlycken wegen van bedwange daertoe dienende. Ende ingevalle van oppositie, wijgeringe oft vertreck, soe verre U blijcke als voere de voorseijde supplianten ierst ende voeral in henne voorseijde ende gebrucke gehouden ende gemanteneert alle turbatie ende beletten affgedaen ende gerepareert sijnde ende onse voorseijde bevelen van niet mer te turburen, molesterende stadthoudende soe lange ende ter tijt toe, dat partien gehoort anders daer op zal sijn geordineert, daecht den voorsijde opponent oft opponenten, mackende de voorseijde weygeringe oft vertreck, te compareren teenen seckeren gelegenen daghe voor onsen lieven ende beminde getrouwen die canceleer ende lybiden van onsen Raede in Brabant, om aldaer die redenen van sijn oft sijnder opposicie, weygeringe oft vertreck op te doene ende te vercieren, tantworden ende inder saecken voorts te procederen ende sijn appoincteeren soe behoeren zal onsen voorseijde canceleer ende raedtslieden ten voorseide daege oeverscriven tgene des ghij hier in deesen sult hebben gedaen, den wellcken wij ontbieden ende geven, dat om alle materie possessoir ons oft hen in onsen name, die kennisse toebehoirt committeren bij deesen, dat sij partien gehoirt, goet cort recht doen ende expedicie van justicie, want ons alsoe gelieft. Gegeven in onser standt van Brusselle sesthien daeghen in de maendt van augusti int jaer ons heeren 1598. |
met alle mogelijke dwangmethoden. En in geval van tegenstand, weigering of uitstel, voor zover u blijkt, moet u evenals te voren de genoemde eisers eerst en vooral in hun genoemde vrijstelling en gebruik houden en handhaven en alle beroering en hinder verwijderen en herstellen; en dat u onze bevelen om niet meer te beroeren en lastig te vallen, blijft vasthouden zolang en totdat, na de partijen gehoord te hebben, anders zal zijn bevolen; dat u de genoemde tegenstander of tegenstanders die weigert of uitstelt, dagvaardt te verschijnen op zekere dag voor onze goede en gewaardeerde, trouwe kanselier en raadslieden van onze Raad van Brabant, om daar de redenen van zijn of hun tegenstand, weigering of uitstel uiteen te zetten, te antwoorden en in de zaak verder te procederen.
En onze kanselier en de raadslieden zullen in hun beschikking op de bestemde dag opschrijven, hetgeen u hierin zult hebben gedaan. Wij ontbieden hen en geven aan dat in zaken van bezit de kennis bij ons of hen in onze naam berust; en vaardigen hen bij dezen af dat zij, de partijen gehoord, goed en snel recht doen en toepassen; want dat wensen wij. Gegeven in onze stad Brussel op 16 augustus 1598. |
|
Onder stondt gescreeven: aldus bij den Coninck in zijnen Raede. Ende wat nerwarts stondt geteeckendt Servais ende was gegezeegelt metten groeten segelen ende contren zegelen Ons gebiedende heeren des Conincks in roeden wassen. |
Er onder stond aldus geschreven: door de Koning in zijn Raad. En wat meer naar beneden stond: getekend Servais en was gezegeld met het grootzegel en contrazegel van onze gebieder de Koning in rode was. |
|
Dexploict vande origenaelen oepenen brieven ons Genedigen Heeren des Conincks, daer van hyboeven copien staet gescreven: Is gedaen bij mij Deurwerderen hyonder gescreven op ten -xxixen- augusti 1598 ende den dach van recht zal dienen binnen der stadt van Brusselle inden Raede van Brabant op ten -xxiiien- septembris nu toecommende orkunde. Merten De Man, deurwerderen. |
Betekening van de originele open brief van onze genadige heer de Koning, op de kopie waarvan geschreven staat: Is gedaan door mij, deurwaarder, hieronder beschreven, op 29 augustus 1598, en de dag van het vonnis zal zijn in de stad Brussel in de Raad van Brabant op 23 september eerstvolgend bij oorkonde.
Merten De Man, deurwaarder. |
|
|