FF. 169v2-170v.
Ga naar margenoot+In nomine domini, amen. Anno domini millesimo quingentesimo novagesimo quarto, mensis februarii die octava. Nos dominus et frater Leonardus Bylsteyn a Lymborch, humilis abbas monastery Bellireditus in civitate Leodiensis, ordinis Premonstratensis, accepta supplicatione dilecti in Christo confratris et professi dicti nostri monasterii d[om]ini et fratris Arnoldi Diddenii, pastoris ecclesie de Simpelvelt, territorij Radinensis (cuius ecclesie collatores sumus) qui dictus confrater noster humiliter et obedienter a nobis petebat et sincere supplicabat in foro conscientie, ut authoritate nostra abbassiali concedere et admittere dignaremur ut summam pecuniariam ultra due millia quingentos daleros moneta Aquensis, quam sibi acquisiverat existens in servitio nobilis ac generosi Christophori monte Dragon coronelli Regie Maiestatis contra hereticos et rebelles, partim ex patrimonio illi a parentibus permisso obvenerant posset libere et licite dare in elymosinam consanguinie sue Getrudi Didden, atque hec et ea de causa, ut si forte ipse in rebus bellicis existens in prefato servitio citra suam professionem et conscientiam deum offendisset ipse bac elymosina misericordiam Dei et remissionem peccatorum suorum consequeretur, atque ut ex pre |
In de naam des Heren, amen. In het jaar des Heren 1594, op 8 februari. Wij, heer en broeder Leenardus Bylsteyn a Lymborch, nederig abt van het klooster Beaurepart in de stad Luik, van de praemonstratenser orde, hebben het verzoek ontvangen van onze medebroeder, geliefd in Christus, en geprofeste van ons klooster, heer en broeder Arnoldus Diddenius, pastoor van de kerk van Simpelveld in het land van 's-Hertogenrade (van welke kerk wij het benoemingsrecht hebben), welke medebroeder nederig en gehoorzaam een beroep op ons heeft gedaan, en oprecht vanuit zijn geweten verzocht heeft, dat wij ons zouden verwaardigen vanuit ons abtengezag goed te keuren en toe te staan, dat hij een geldbedrag van meer dan 2500 daalder Akense koers, dat hij zich verworven had in dienst van de edele en edelmoedige Christotorus Monte Dragon [Mondragon]. kolonel van Zijne Majesteit de Koning, tegen ketters en rebellen, en die hem deels waren toegevallen uit het erfdeel dat hem door zijn ouders was toevertrouwd, dat hij dat vrij en geoorloofd zou meigen schenken als aalmoes aan zijn bloedverwante Getrudis Didden, en wel om de reden dat, als hij soms zelf in de oorlog in die genoemde dienst, met voorbijgaan aan gelofte en geweten, God zou hebben beledigd, hij door deze aalmoes het mededogen van God en de vergeving van zijn zonden zou verkrijgen en dat met die |
|
Ga naar margenoot+nominatis pecunijs tutores dicte Getrudis, nempe Johannes Wustenraedt, civis Leodiensis, atque Johannes Sdroegen, civis Traiecten[sis], illi emerent quinque jornalia pratorum dicta aen den Punttel, denique tria jornalia dicta in den Wever in den Waelbroech, denique dimidium bonuarium et quartam prati in den Camp. Item tria jornalia terrarum sita boeven dat Heiligenhuysken. Item tria jornalia onder dye Ridderskoul op den Mulenweg. Item jornale cum dimidio aen dat Heiligenhuysken. Item unum parvus pratum situm bij den Sijben, denique tot Busserhousen domurn et unum jornale prati cum quarta et tria jornalia terrarum arabilium. Que |
genoemde gelden de voogden van Getrudis, namelijk Johannes Wustenraedt, Luiks burger, en Johannes Sdroegen, Maastrichts burger, voor haar 5 morgen weide zouden kopen, genaamd ‘aan de Puntel’, verder 3 morgen genaamd ‘in den Wever’ in de Waalbroek, verder ½ bunder en een kwart van een weide in den Camp. Ook 3 morgen land gelegen boven het kapelletje. Ook 3 morgen onder de Rydderskoul aan de Molenweg. Ook l½ morgen bij het kapelletje. Ook een kleine weide gelegen bij de Sijben; tenslotte in Bosschenhuizen 1 huis en 1 morgen weide met 3½ |
| |
cuncta prescripta continentur sub pago de Simpelvelt. Quod quidem graviter authoritate nostra abbassiali concedendum et admittendum videbatur attento quod proprietatem contra votum monasticum sapiebat. Quare adhibito et communicato ea in parte doctorum virorum et in similibus casibus versatorum arque in structorum consilio.
Dicto confratri nostro Arnoldo concensum nostrum abbassialem ex parte nostra dedimus et damus per presentes, ut dictam et prenominatam pecuniariam summam seu fundos et heriditates exinde per tuitores dicte Getrudis quesitos libere et licity in elymosinam dicte sue consanguinie, prout in supplicatione sua indicavit, dare posset et valeat nobis tamen et successoribus nostris abbatibus et monasterio nostro Bellireditus Leodiensis id specialiter et expresse reservarimus in perpetuum, ut si prenominatam Getrudem absque legittimis heredibus mori contingeret, prefate pecunie sine aliqua contradictione alicuius persone reddantur et redigantur ad fundationem duarum missarum septimanalium (prout etiam in emptione dictarum bonorum turn in transportatione eorundem juridice tutoribus prenominicatis plenarie reservatum fuit) ad voluntatem et dispositionem nostram et successorum nostrorum abbatum dicti monasterii nostri Bellireditus. Quarem una celebrabitur in dicto monasterio nostro per dictos confratres dicti monasterij religiosos mane singulis diebus dominicis per totum annum ad honorem sancte et individue trinitatis pro cum collecta pro defunctis fundatoribus, Altera veto die martis in septimana de Sancta Anna etiam cum collecta ut prescriptum est, ad quarum celebrationem missarum universi redditus et emolumenta |
morgen akkerland. Al deze genoemde gronden liggen binnen het dorp Simpelveld. Omdat het moeilijk scheen hieraan vanuit ons gezag als abt toestemming te verlenen en toe te staan, gelet op het feit dat hij wist dat persoonlijk bezit in strijd was met de kloostergelofte, moest het voorgelegd en besproken worden in een kring van geleerde mannen en van hen die in dezelfde situatie verkeren en in de ‘Raad van Struktuur’. Aan onze medebroeder Arnoldus gaven en geven wij van onze kant door middel van de huidige brief onze toestemming als abt, dat hij de bovengenoemde som geld ofwel landerijen en erfgoederen vervolgens via de uitgelezen voogden van genoemde Getrudis vrij en naar behoren als aalmoes aan zijn bloedverwante kon geven, zoals hij dat in zijn verzoek aangaf, en dat het toch gunstig is voor ons en onze opvolgende abten en voor ons klooster Beaurepart in Luik; laten wij dit als bijzonder en uitdrukkelijk voor altijd onthouden, dat als genoemde Getrudis zonder wettige erfgenamen zou komen te overlijden, de genoemde gelden zonder enige tegenspraak van iemand worden teruggegeven en geïnd voor de stichting van 2 wekelijkse missen (waarbij zowel bij het kopen van de genoemde goederen als ook bij de overdracht ervan wettelijk voldoende voor de bovengenoemde voogden bewaard is), volgens onze wens en beschikking en die van onze opvolgende abten van ons klooster Beaurepart. Daarvan zal een mis opgedragen worden in ons klooster door de genoemde ordebroeders van het klooster, 's morgens op elke zondag door het hele jaar ter ere van de Heilige en ongedeelde Drievuldigheid, met collecte voor de overleden stichters, de andere [mis] op dinsdag in de week vóór de heilige Anna, ook met collecte zoals voorgeschreven is; voor de viering van deze missen zullen alle inkomsten en winsten |
|
Ga naar margenoot+dictorum bonorum cedent et recipiantur annue. Denique erunt omnia prata prenominata et terre arabiles in perpetuum obpignorata et obligata ad predictas missas celebrandas. Arque ad quod officium missarum habebimus et habituri sumus respectum et curam nostri successores abbates in cuius rei efficatiam effectum et perfectum arque legittimum abbassialis nostre authoritatis et successorum nostrorum concensum has literas propria manu subscripsimus, arque sigillo nostro minori sigillarimus, mandantes interim, ut cuncta prescripta in pargameno denuo scribantur de verbo ad verbum, atque tum etiam sigillo nostro maiori confirmentur. |
van de genoemde goederen dienen en jaarlijks geïnd worden. Tenslotte zullen alle genoemde weiden en het akkerland voor altijd verbonden worden met en verplicht zijn voor het vieren van de genoemde missen. En de plicht tot de missen zullen wij respecteren en wij zullen blijven zorgen, ook bij onze opvolgende abten, voor volledige effectiviteit in deze zaak. En tot wettige goedkeuring van onze bevoegdheid als abt en van onze opvolgers hebben wij deze brief eigenhandig ondertekend en met ons kleine zegel gezegeld, met de opdracht intussen dat al het |
| |
Que litere in pargameno scripte in archivis nostri capituli reserventur.
Actum die mensis et anno supra scripte.
Inferius sic habebatur:
Frater Leonardus Bylsteyn a Lymborch, abbas Bellireditus. |
bovenvermelde op perkament opnieuw beschreven wordt van woord tot woord, en dan ook met ons grote zegel bevestigd wordt. Deze brief, geschreven op perkament, wordt in het archief van ons kapittel bewaard. Gedaan op dag, maand en jaar als boven vermeld. Eronder stond aldus:
Broeder Leonardus Bylsteyn a Lymborch, abt van Beaurepart. |
|
Et a dextro sigillum cum leone in velidi sera et concordat cum originali |
En aan de rechterkant een zegel met leeuw in rode was en het komt overeen met het origineel. |
|
|