Ga naar margenoot+Vermes unde aenspruch des Erwerdigen heeren Arnoldt Dydden tegen Meerten Sdroegen uut klachten des welckers actum anno 86 des 20en octobris. |
Aantijging en eis van de eerwaarde heer Arnoldt Dydden tegen Meerten Sdroegen vanwege klachten die geuit zijn op 20 oktober in het jaar 1586. |
|
Allegeert heer Arnoldt Dydden die klacht, des welckers u ut krafft des compromis, opgericht verbuntelich tuschen den voerseide Meerten, terecht unde deur noetwendige oersaeck hebben gedaen, considererende den artyckel off artyckelen int compromis begrepen, begennende aldus, tot den recht. |
Heer Arnoldt Dydden brengt een klacht in, die terecht is vanwege de afspraak die gemaakt is met de genoemde Meerten, en waartoe hij verplicht is, gelet op het artikel of artikelen die in de afspraak staan en aldus beginnen: ‘Tot den recht’. |
|
Noch sal Merten den pastoer een vait eertzen in die brayck seyen voer koe ertten unde den myst op pastorye haelen tot den compromis. |
Ook zal Merten de pastoor 1 vat erwten op braakland zaaien voor ‘koe-erwten’ en de mest op de pastorie halen zoals overeengekomen'. |
|
Alsoe ist dat Peeter, Meertens voerseide pertzknecht, des pastoers ergsten landt, nemlich aen die Ridderskoul, tot den eertzen geackert hefft unde bereydt unde Gerardt Schutz heff die eertzen daer in gesait ter proeven. Gerardt Schuts. Peeter. |
Nu is het zo dat Peeter, de paardenknecht van Meerten, het slechtste land van de pastoor, namelijk bij de Ridderskoul, voor de erwten bewerkt heeft, en klaar gemaakt en Gerardt Schutz heeft de erwten daarin gezaaid als proef. Gerardt Schuts/ Peeter. |
|
Unde der pastoer deckmael Merten Sdroegen vermaenende unde deur Thonis Ubachs doen tot Merten vermaenen, en hefft Merten voerseid den mest, achtervolgende den artyckel des compromis, nyet willen op die eertzen weren, waerbij die ertzen nyet en zijn tot eynigen perfectie koemen, waerbij als notoir is, der pastoer groeten schaeden geleeden hefft ter proeven. Thonis Ubachs. Berb Wevers.
|
En de pastoor heeft Merten Sdroegen dikwijls vermaand en door Thonis Ubachs laten vermanen en Merten heeft de mest niet volgens het artikel van de overeenkomst op de erwten willen brengen, waardoor de erwten niet goed zijn gegroeid, waardoor duidelijk is dat de pastoor grote schade heeft geleden door de proef. Thonis Ubachs/ Berb Wevers. |
Oeck segget der pastoer, heer Arnoldt Dydden, dat der voerseide Merten ten tweden alsullick compromis groffelick tot schaeden des pastoers gecorompeert hefft, achtervolgende den artyckel, das Merten sal van der pastoryen afftrecken, inwendich veerthien daegen onbegrepen, sonder
Ga naar margenoot+etwas te ruyneeren offt te bederven. |
Ook zegt de pastoor, heer Arnoldt Dydden, vervolgens dat genoemde Merten de overeenkomst grof geschonden heeft tot schade voor de pastoor, en dat Merten volgens het artikel uit de pastorie moet vertrekken met een opzegtermijn van 14 dagen zonder iets te vernielen of te bederven. |
|
|