| |
FF. 143r.-144v.
Ga naar margenoot+Dese copie is gecopiert uut een alde scriffteur, waer van dat origenael te venden is in dat gootshuys van Valbenoeten. |
Deze kopie is overgenomen uit een oud handschrift, waarvan het origineel te vinden is in het klooster van Val Benoit. |
|
Int jaer ons heeren vijffthien hondert achtentwintich 1528, den seevenden daech mey ben ick, notaris onderscreven, gesandt van der Eerweerdiger abdissen, joncfrau Brus, genandt Berloe, ende conventualen des godtshuys voergenant Valbenoeten met toevuginge des Eerbaren Arnoldt De Berloz ende Baltus Marcenelles, rentmeisters des voerscreven godtshuys, tot den dorpe Sympelvelt, landt Hartegenraede, omme aldaer waerefftige informatie te neemen bij getuygen der paelen ende costuymen van de verthiendigen der groeter ende kleyn thienden, toestaenden tweedeil den godthuys Valbenoeten ende dat derdendeil den pastoer des doerps voerseid, onverdeilt. Alsoe ben iek koemen den neegende daech mey met den rentmeisteren voergenant tot Sympelvelt in dat huys van joncker Andries van den Haeff, genandt Oeverhousen, ende pachteneer der thienden ende der Abdissen voerseid ende schoutet des voergenoempte dorpe. Ende den thienden daech hebben wij gevisiteert in bijweesen Jan Cardenall, Wilhelm Kauterbaut, oeck joncker Dries van den Haeff, Heyn Busschops, Jan van oppem, der offerman, Urlich Tegger, Jan Pelsers, Jan Sijben, Keeris int Gasthuys, thiengengers des tegenwaerdigen pastoers, heer Andries van Doenraedt. Ende anderen aenliggende pachtenaeren der thienden hoegkercken Eys, Herlen, Kerckraedt, Ter Heiden. Dye paelen nae oesten der thienden Sympelvelt sijnt bevonden dye gemeyn straet, koemende van Herlen, gaenden tot den Mijlboem nae den Dorre boem. Nae suyden dat rijck van Aecken der Heerenpael bij dye landtweeringe deur dye Vleggendalgewanden oever dye plaet. Nae westen dye herlicheit van Eys, affloepende oever Bulkommer gewanden, |
In het jaar van onze Heer 1528, op 7 mei, ben ik, ondergetekende notaris, gezonden door de eerwaarde abdis, jonkvrouw Brus, genaamd Berloe, en de zusters van het genoemd klooster Val Benoit samen met de eerbare Arnoldt de Berloz en Baltus Marcenelles, rentmeester van genoemd klooster, naar het dorp Simpelveld in het land van 's-Hertogenrade om daar via getuigen waarheidsgetrouwe informatie te krijgen van de grenspalen en de gebruiken van het vertienden van de grote en de kleine tienden, waarbij twee derde deel toekomt aan het klooster Val Benoit en een derde deel aan de pastoor van genoemd dorp, ongedeeld. Zodoende ben ik op 9 mei met de genoemde rentmeester in Simpelveld aangekomen in het huis van jonker Andries van den Hove, genaamd Overhuizen en pachter van de tienden van de abdis en schout van het genoemde dorp. En op de 10e dag in mei hebben wij geïnspecteerd in aanwezigheid van Jan Cardenal, Wilhelm Kauterbaut, ook jonker Dries van den Hove, Heyn Bisschops, Jan van Oppen, de koster, Urlich Tegger, Jan Pelsers, Jan Sijben en Keeris int Gasthuys, tiendheffers van de huidige pastoor, heer Andries van Doenraedt, en andere aangrenzende pachters van tienden van de hoofdkerken in Eys, Heerlen, Kerkrade en Ter Heiden. De palen aan de oostkant van de tienden van Simpelveld blijken te zijn de openbare weg vanuit Heerlen gaande tot de Mijlboom na de Dorre boom; in het zuiden het rijk van Aken bij de Heeren- |
| |
| |
den Voegelsanckputs op nae Busserhousen, oever Elsen huys. Nae noorden lanx dye heerlicheit van Eys tot |
paal bij de Landgraaf; door de Vlengendaalse velden over de Plaat; naar het westen de heerlijkheid Eys, aflopend naar de Bulkumervelden; de Vogelzangput naar Bosschenhuizen langs het Elzenhuis naar het noorden, langs de heerlijkheid Eys tot |
Ga naar margenoot+Lovenberg, oever dye Emstenraedt dreesen nae die Vuegel Achtervolgende dye alde steynpaelen ende int prespectyff nae den thoeren van Kerckraedt, wellicken steynpaelen liggen int landt van Valckenborg. Ende dysen ougenschijn genoemen hebbende ende met voeten betreeden dye voerseide paelen ende lemyten bij persoenen voergenant. Alsoe hebben dye rentmeisteren, in presentie mij notarius ende deesen uutlendtse collecteuren der omliggende thienden affgevraecht den voerseide Andreessen, Wilhelm Kauterbaudt, Jan Cardenael, Heyn Buschops, Jan van Oppen, Scheepenen der der banck Sympelvelt, Urlich Teggers, Jan Pelsers ende meer anderen onderdaenen van Sympelvelt ende Bochuts wat gebrouck ende costuymen dat sij allen tijden gehadt ende gehalden hadden ende alnoch heelden van fruchten te verthiendigen ende wat decimabel fruchten waeren waerop antwoerden dye voerseide persoenen: Nota: 1. Dat sij dye thienden gaeven ende in allen tiiden gegeeven hadden van hove in allen pIaetsen naevenant. van rubsaet int veldt, buytten ende bennen dye gerechte gewan- den. Desgelijcken van rogge, weis offte terffwe, spelt, gerste, haever, erttzen, wieken, leesen, boonen, maceraen, soemer gerst, kort koeren ende dergelijcke fruchten wat dorre inne den bandt kompt offre behoert gebonden te woerden, vlas naevenant, daer van gaeven sij dye elleffde gerve oft burde. 2. Voerbehalden zeekeren kleyn thienden ende leenguederen, waer van seekeren stucken liggen tuschen hun paelen ende reynen, als der hoff tot Oeverhousen, Vlegendael, Bornhoff, der Teggerhoff, der hoff van der Heggen, gellende alleyn den pastoer ......alia offt dye kleyn theinden, te weten dye dryendartichste geerff. Collecteerende oeck ende tellende van eenen stuck landts op dat andere eenen |
Lovemich; door de velden van Imstenrade naar Drievogels, de stenen palen volgend en in de richting van de toren van Kerkrade; welke stenen palen in het land van Valkenburg liggen. En deze hebben we in ogenschouw genomen en we hebben de voet gezet op de genoemde palen en grenzen met de genoemde personen. Zo hebben de rentmeesters, in aanwezigheid van mij, notaris, en de buitenlandse tiendheffers van de omliggende tienden, de genoemde Andries bevraagd en Willem Kauterbaudt, Jan Cardenal, Heyn Buschops en Jan van Oppen, schepenen van de bank Simpelveld en Bocholtz, naar de gebruiken en gewoonten, die zij altijd hadden gehad en behouden en nog hielden w.b. het vertienden van vruchten en welke vruchten tiendplichtig waren, waarop de genoemde personen antwoordden: Opmerking. 1. Dat zij de tienden van de hoeven gaven en altijd gegeven hadden op alle plaatsen, evenzo van raapzaad op het veld, binnen en buiten de gewone velden. Evenzo van rogge, weizen of tarwe, spelt, gerst, haver, erwten, wikken, linzen, bonen, ‘macraen’, zomergerst, kort koren en dergelijke vruchten, die droog in de bundel komen of gebonden horen te worden; evenzo vlas, daarvan gaven ze de elfde schoof of garf.
2. Voorbehoud voor sommige kleine tienden en leengoederen, waarvan sommige delen liggen tussen hun palen en grenzen, zoals de hof van Overhuizen, Vlengendaal, Bornhof, de Teggerhof, de hof van der Heggen; zij zijn aan de pastoor slechts de nieuwe of de kleine tienden verschuldigd, dwz de 33e schoof. Te verzamelen en te tellen van één stuk land |
Ga naar margenoot+proprietarien toebehoerende. Ende int lesten daer ses gerven ofte int haerdt koeren ofte int soemer koeren oeverscheeten, daer van
3. verthiendicht men dye scobben offt een halff gerve. Oeck driessen dye gebroecken weerden ende geackert ende beseet met fruchten, alsullicken laet men een jaer onverthiendicht int hardt koeren ende een jaer int soemer koeren. Ende daer nae 4. geven sij thienden als anderen dye -xi- geerff. Oeck en gilt 5. der pastorijen landt offt weedomps goet geyn thienden. Oeck weerden verthiendicht allen lammeren, ganssen, hunder. |
op het andere dat toebehoort aan een eigenaar. En tenslotte: waar 6 schoven ofwel bij het harde koren ofwel bij het zomerkoren overschieten, daarvan 3. vertiendt men de ‘scobben’ of een halve schoof. Ook velden die gebroken worden en tot akkerland gemaakt en bezaaid met vruchten, die laat men een jaar onvertiend w.b. het harde koren en een jaar w.b het zomerkoren. 4. En daarna geven ze tienden, zoals de anderen, de 11e schoof. 5. Ook geeft het land van de pastorie of weisdomsgoed geen tienden. Ook |
| |
| |
Dye lammer tuschen Paeschen ende Penxten, ten uutersten in dye Penxten heiligen daegen. Dye hunder Synt Gylismisse offt. te lenxte Synter Meysmisse. 6. Moet oeck dye abdisse offte haeren pachtenaer van weegen den tweeden deyl der thienden onderhalden den hoegen altaer tot Sympelvelt met zijnen toebehoer, als mesgewaet, altaer baeckens, handtduweelen, mesboeck, luchters, kertsen, wijn, hostien. Dan heeft der offerman -xxx- gerven roggen jaerlix uut dye tweeden deyl der thienden der abdissen voer wijn ende hostien, uutgenoemen dye vier hoegetijden, den wellicken 7. abdisse dat groet sanckboeck met den antiffenael, dat scheep van der kercken. Ende der pastoer der choor, dye naeberen den thoeren ende dat thuynen vanden kerckhoff 8. dye aenbehanger dye fabryck. Noch onderhilt dat tweden deil der abdissen dye groete klock met seil, olich ende allen haeren toebehoer. Ende offte dye selleven beerste offt onstucken veeldt, alsoe moet dye abdisse alsullicke 9. op haeren kosten laeten heergeeten. Noch onderhalden dye tweeden deil der abdissen twe steeren ende bieren daer dye naeber biesten wel met gedient sijnt. Sachten oeck dye voergenantten naeberen dat oeck voertijts dye moeder peerdt men leet staelen ten ros te Oeverhousen. Dan sentertijt dat joncker Andrees |
worden alle lammeren, ganzen, kippen vertiend. De lammeren tussen Pasen en Pinksteren, op z'n laatst in de Pinksterdagen. De kippen met sint Gillisdag of ten laatste met sint Remigius. 6. Ook moeten de abdis of haar pachter vanwege twee derde deel van de tienden het hoogaltaar van Simpelveld met zijn toebehoren onderhouden, zoals misgewaden, altaarschalen, handdwalen, misboek, kaarsenluchters, kaarsen, wijn, hosties. Dan krijgt de koster 30 schoven rogge jaarlijks uit twee derde deel van de tienden van de abdis voor wijn en hosties; behalve op de 4 hoogtijdagen, dan betaalt de kerkfabriek. 7. Ook onderhoudt de abdis het groot missaal met antifonaal en het schip van de kerk. En de pastoor [onderhoudt] het koor, de inwoners de toren en de klokken en de hekken van de kerkhof, de kerkfabriek de toebehoren. 8. Ook onderhoudt het twee derde deel van de abdis de grote klok met klokkentouw, olie, en alles wat daarbij hoort. En wanneer die barst of in stukken valt, moet de abdis die 9. op haar kosten laten hergieten. Ook onderhoudt het twee derde deel van de abdis twee stieren en beren, waarmee de plaatselijke beesten goed voorzien worden. Ook zeiden de genoemde inwoners dat men vroeger de merries liet dekken te Overhuizen, maar sinds jonker |
Ga naar margenoot+van den Haeff waer schoutet geweest, was alsullix achterweegen bleeven. Als oeck seeker stroe dat men op kerstnacht onder dye eersten messe tot Sympelvelt plach op den kerckhoff te verbernen. Ende allen deesen puntten bij mij notaris onderscreven, geseen ende gehoert ende ter stont in deese scriffter gestalt, hebbe ick alsullix den voerseide persoenen oeverleesen ende voergeleesen. Ende vraegende den teegenwoerdigen persoenen offte allen puntten recht ende waerefftich hyr inne genarreert ende gescreeven waeren, wellicken persoenen alsullix geaffirmeert hebben in bijwesen heer Winandt Crop pastoer van Kerckraedt, heer Leenardt van der Monien, pastoer van Vijlen, ende heer Beterom, pastoir van Eys, getuygen hyr toe begeert ende geroepen. Ende daer nae bij mij, notaris, gesloeten ende onderscreeven, als oeck desse tegenwoerdige copie. Geschiet den thienden ende elleffden daech may int jaer -xvc xxvii- te Sympelvelt, onder stont gescreeven aldus. Actum coram me notario iurato atque ad misso, tum in curia Leodiensi atque Brabantie, ad hoc vocato et ordinato.
Henrico Peelmans. |
Andrees van den Hove schout was geweest, was dat achterwege gebleven. Alsook dat men in de Kerstnacht onder de eerste mis wat stro op de kerkhof te Simpelveld placht te verbranden. En nadat al deze punten door mij, notaris, bevestigd, gezien en gehoord en meteen op schrift gesteld waren, heb ik ze de genoemde personen voorgelezen. En op mijn vraag aan de aanwezigen personen of alle punten juist en waarheidsgetrouw hierin verteld en beschreven waren, hebben deze personen dat bevestigd in het bijzijn van de heer Winandt Crop, pastoor van Kerkrade, de heer Leenardt van der Monien, pastoor te Vijlen en de heer Beterom, pastoor te Eys, als getuigen hierbij geroepen. En daarna werd alles door mij, notaris, vastgesteld en ondertekend, evenals deze kopie hier. Gedaan de 10e en 11e dag in mei in het jaar 1528 te Simpelveld.
Eronder stond aldus geschreven: Gedaan door mij, notaris, gezworen en toegelaten, zowel aan het hof van Luik als van Brabant, hiertoe geroepen en aangesteld.
Henricus Peelmans. |
|
|