FF. 95r-96r.
Ga naar margenoot+Attentycken extracten van den copien uut een registerken gescreven bij tijden heer Andrees van Doenraede unde geapprobeert bij Schoutet unde Schepenen van Sympelveldt anno 1530 den 4e dach decembris. Dat alsullick boexken offt registerken heer Andrees voirseid unde pastoir ter tzijt met sijnder eiger handt gescreven hadde, unde hebbe ich heer Arnoldt Dydden alsullix eerst vonden in die reeckenkaemer tzo Berpae anno 80. |
Andrees van Doemaede en goedgekeurd door schout en schepenen van Simpelveld in het jaar 1539, op 4 december. Dat boekje of registertje had genoemde heer Andrees, pastoor in die tijd, met eigen hand geschreven en ik, heer Arnoldt Dydden, heb het onlangs gevonden in de rekeningenkamer van Beaurepart in het jaar 1580. |
|
Item anno duysent vuffhondert -xii-den vufden dach meertz hefft heer Andrees van Doenraedt eerfflick uut gedaen vuff morgen bemden genampt weidoms goetz, Reigenoet lanxt die gemeynten, der ander sijden die Kemerstraes, die ander des Wijers goet, Jannen van Raede, unde dat jaerlix voir -x- vas eeven Unde -ix- cappoen, allen jaers tzo betzaelen op Sint Mertens dech buschop offt: onbevangen neest daer nae op Sint Andrees dach apostel alder lenxten. Unde is voerpacht, kommerloes, schaet vrij, etc. Unde hefft der voirseide Jan den pastoir voir eenen schenck gegeven een jonck peerdt, werdt sienden fufthien goldt gulden. Unde noch betzaelt op die pastorie -iiii- Horns gulden in dat gelaech. Unde offt |
Idem in het jaar 1512, op 5 maart, heeft heer Andrees van Doenraedt erfelijk verpacht 5 morgen beemden, genoemd ‘weisdomsgoed’, grenzend aan de meent, aan de ene kant aan de Kemerstraat, aan de andere kant aan het goed van de Wijer, aan Jan van Raede, en wel jaarlijksvoor 10 vat haver en 9 kapoenen, ieder jaar te betalen op Sint Maarten bisschop of uiterlijk meteen daarna op Sint Andreas apostel, oude stijl. En het is ‘vaerpacht’, zonder risico en schadevrij, enz. En de genoemde Jan heeft de pastoor bij wijze van cadeau een jong paard gegeven, ter waarde van 15 goudguldens. En verder in de pas |
| |
der voirgenoemden Jan offt sijn partijen nyet allen jaer en betaelden als voirsereven, |
torie betaald 4 Hornse guldens voor het gelag. En a is genoemde Jan of zijn metgezellen niet ieder jaar als boven beschreven zouden betalen, |
|
Ga naar margenoot+alsoe sal der pastoir offt sijn naekoemelingen den bempt wyder nae sich slaen, sonder ergelist offt eynich wyder saegen der voirseide partijen, dan als met allet recht daer in gesadt. Unde sal Jan offt sijn eerven goetwillich die handt aff doen. Hyr bij sint geweest als gebeeden frunden Joneker Drees van den Hoeff, Jan Remenss, Jan Cardinael, unde hebbendt bey die partijen onderteikent. Onder stont gesereven.
Heer Andrees van Doenraedt pastoir van Sympelveldt. Jan van Raede. |
Ga naar margenoot+dan zal de pastoor of zijn opvolgers de beemd weer terug nemen zonder kwade trouw of tegenspraak van de genoemde partij; dat is terecht daarin bepaald. En Jan of zijn erfgenamen zullen dan uit vrije wil zichzelf terugtrekken. Hierbij zijn aanwezig geweest, op verzoek als vrienden: jonker Drees van den Hove, Jan Remenss en Jan Cardinael. En de beide partijen hebben getekend. Eronder stond geschreven: Heer Andrees van Doenraedt, pastoor van Simpelveld. Jan van Raede. |
|
Ga naar margenoot+Hec scriptara inventa est non esse rata in presentia reverendi domino Leonardi Bylsteyn abbatis et mea anne 87, at patebat ex antiqais registris, et ea de eaasa dimisuares anima mea contaminaretar, et solvit Mechteldis Wevers decem vasa havene et quataor capones ex is to fundo et non ad plara tenetur, solvit anne 87, 88; eodem anne recepi dietam pratum ae restitui partibas qaia iniasta erat nostra possessio.
[folio tot zover doorgehaald] |
Van dit geschrift is in het jaar 1587 vastgesteld dat het niet ondertekend werd in aanwezigheid van de eerwaarde heer Leonard us Bylsteyn, abt en van rnij, zoals bleek uit oude registers en daardoor zou mijn heen gegane ziel onteerd worden. En Mechtild Wevers betaalde 10 vat haver en 4 kapoenen uit dezelfde stichtingen en is niet tot meer verplicht; zij betaalde in de jaren 1587 en 88. In hetzelfde jaar ontving ik de genoernde weide en heb ik die terug gebracht in gedeelten, omdat hij terecht in ens bezit is geweest. |
|
Quamvis prescripta extincta temere surit taemen juxta precedenta registra inventa sunt rata et vera utpate etiam patet in registro fratris Andree a Doenraedt. De dato ut prescriptum est. |
Hoewel de bovengenoemde zaken zonder meer verdwenen zijn, zijn ze toch bij het vorige register bevestigd en echt bevonden, zoals ook duidelijk blijkt uit het register van broeder Andreas van Doenraedt. Datum als bovengenoemd is. |
|
Ga naar margenoot+Int jaer duysent vuffuondert drittien den sesden dach Aprilis hebbe ich, heer Andrees van Doenraedt, pastoer tot Sympelvelt, een en nu wen tougst van sestien ja eren uutgedaen van wegeneenen groeten morgen graes plaetz u ut der pastorien, hyr voirtijts van heer Mathys, pastoer tot Sympelveldt unde prior tot Reeckem, ouch uutgegeven, nemlich Jan unde Trijneken aen die kerck. Ende dat voir vuff vas eeven unde vier vier cappoen, jaerlix op sint Mertens dach offt te Jeuxten op sint Andrees souder fault te betzaelen. Unde bij alsoe vere als nyet en betzaelen als voirseid, sal der tougst u ut sijn ende der pastoir off sijn naekoemelinge sullen die gras plaets als voir in die pastorie trecken, sonder wyder saegen Jan, Tryrieken off hun eerven. Hir bij sint geweest als gebeeden frunden ende getuygen van beider sijden Jan Cardinael, Jan Sijben ende hebbe ich pastoir dyt onderteekent Onder stont gescreven. Dominus Andreas van Doenraedt pastoir tot Sympelveldt. |
In het jaar 1513 op 6 april heb ik, heer Andrees van Doenraedt, pastoor van Simpelveld, voor een nieuwe termijn van 16 jaar vanuit de pastorie 1 grote morgen grasland verpacht, hiervoor door heer Mathys, pastoor van Simpelveld en prior te Reeckem, ook verpacht, nl. aan Jan en Tryncken aen die Kerck. En wel voor 5 vat haver en 4 kapoenen, zonder mankeren jaarlijks te betalen op Sint Maarten of uiterlijk op Sint Andreas. En bij niet betalen zoals gezegd, zal de termijn voorbij zijn en de pastoor of zijn opvolgers zullen het grasveld als tevoren terug nemen bij de pastorie, zonder weerwoord van Jan Tryncken of hun erven. Hierbij waren aanwezig, op verzoek als vrienden en getuigen van beide zijden: Jan Cardinael en Jan Sijben en ik, pastoor heb dit ondertekend. Eronder stond geschreven: Heer Andreas van Doenraedt, pastoor van Simpelveld. |
|
|