| |
| |
| |
FF. 8302-86r
Ga naar margenoot+Dese rescriptie gecommuniceert den suppliant om daer op binne drye weecken peremptorie na de voerseide convocatie te doen oft te seggen bij manere van replycke zijn goetduncke. Actum -ve-januarii 1601. |
Dit verweerschrift werd meegedeeld aan de eiser om daarop binnen 3 weken na de genoemde oproep met woord of daad afdoende zijn mening te geven door middel van een repliek. Gedaan op 5 januari 1601. |
|
Rescriptie. Alman Lambrechs, schathever der banck van Simpelvelt, in dyer qualeteyt rescribent, ende met hem gevuecht dye schepenen ende gedeputerden van den selve banck. |
Verweerschrift. Alman Lambrechs, ontvanger van de bank van Simpelveld en in die kwaliteit verweerder, en met hem de schepenen en vertegenwoordigers van deze bank. |
|
Tegen heer Aert Didden, pastoir van Simpelvelt voirseid, suppliant.
Die voirseide rescribent ende gevuegde visie convocatie gehadt hebbende van zeeckere request hey bij beslotene brieven van dese hove in dato den -iie- augusti lest leden anno -xvi c-, den -xvii- octobris dernae bij Merten de Man gepresenteert, die wellick opscrift bij een vremde handt is geaddeert, ende allen anderen schepenen. Wellicke additie tegen allen costuymen, ordinancien, gebruycken van desen hove is ende nyet tollerabel, dat imant vremts hem zoude ondernemen den handen vanden secretarissen van |
Tegen heer Aert Dydden, pastoor van Simpelveld voornoemd, eiser.
De genoemde verweerder met het bijgevoegde antwoord heeft bericht gehad van een bepaald verzoek hierover bij gesloten brief van dit hof d.d. 2 augustus jl. van het jaar 1600. Dat is op 17 oktober daarna door Merten de Man aangeboden - het betreffende bijschrift is door een vreemde hand toegevoegd - en door alle andere schepenen. De toevoeging is tegen alle gewoonterecht, regelingen, gebruiken van dit hof en het is niet acceptabel, dat een vreemde het zou wagen de teksten van de secretarissen van |
|
Ga naar margenoot+desen hove te veranderen oft daer aff oft aen te doen. Soe vuegen hem nochtans die voirseide schepenen ende gecommitterden, uuyt erachte vanden interesse hen, soe int particuleer als generael aengaende, tegen den voirseide suppliant. Ende, gesins uuyt sullicke valse additie van opscrift, seggende, bij manire van rescriptie, sgeens volgt. Suver nochtans alle behoirlycke presentatien ende protestatien. |
dit hof te veranderen of daaraan iets toe te voegen of af te doen. Daar scharen de genoemde schepenen en vertegenwoordigers zich ook achter, vanuit hun persoonlijk en het algemeen belang tegen de genoemde eiser. En geenszins door middel van zo'n valse toevoeging. Ze zeggen, bij wijze van verweer, hetgeen nu volgt. Met in elk geval een behoorlijke presentatie en protest. |
|
i. In den iersten, dat zij ignoreren den dienst ende andere getrouwicheiden die de suppliant zoude gedaen hebben in tijden van hertoge van Alva, hoeger memorien, ende van Coronell Christoffel Monsdragon in regardt. Van wellicke getrouwen diensten die suppliant deur spoliatie, recommandatie bij den voirseide Coronel in den jaer -lxxix- bynnen der stadt van Madrill personelyck gedaen aen persoen vanden Majesteit bij de selve vereert ende gebenificeert soude gewest zijn met zeeckere patent, als dat hij, van als doen, soude vrij ende exempt zijn van alle exactien, impositien, contributien, legeringe van crijsvolck ende gelijke last, gelijck die suppliant sulix in zijn requeste poseert. |
I. op de eerste plaats ontkennen zij de dienst en andere gedienstigheden, die eiser verricht zou hebben in de tijd van de hertog van Alva zaliger gedachtenis, en ten aanzien van kolonel Christoffel Mondragon; door die trouwe dienst zou de eiser vanwege beroving en door een aanbeveling, die de genoemde kolonel in het jaar 1579 in de stad Madrid persoonlijk gedaan zou hebben bij de persoon van de koning, door deze zijn begunstigd met een zeker voorrecht. Zo zou hij vanaf toen vrij en exempt zijn van alle belastingen, bijdragen, inkwartieringen en soortgelijke lasten, zoals de eiser in zijn verzoek stelt. |
|
ii. Gelijck oyck dye rescribenten ignorancie pretenderen ende geen kennisse en draegen vanden anderen vrijheiden, |
II. Zoals de verweerders ook zeggen, dat ze niets weten van de andere vrijstellingen, die de eiser in |
| |
| |
bij den suppliant in zijn requeste voirder gementioneert, die, genomen die selve warachtich waeren ende oprecht, des die rescribenten ignoreren, mits heen geen visie dyen wordt gedaen, allet zij gederogeert off doet ende te niet gedaen bij zijne Hoecheit inne tijde deselve governeur over deser Nyderlanden was bij de generalie derogatie ende cassatie van allen savegarden ende vrijheiden inne den jaere -xcvii- den -xxie februarij, hier mede bij copie gaende daer van. |
zijn verzoek verder vermeldt, die, als ze al echt waren en oprecht,- wat de schrijvers ontkennen, omdat men hen niets laat zien- allemaal afgeschaft ofwel dood en te niet gedaan waren door Zijne Hoogheid in de tijd dat deze man gouverneur over de Nederlanden was, nl. bij de algemene afschaffing en opheffing van alle vrijwaringen en vrijstellingen op de 21e februari van het jaar 1597; bij dezen een kopie daarvan. |
|
iii. Ende is oyck expresselick (uuytdruckelick) nu onlanx bij den General Staten van den Neerdelanden geresolveert ende gesloeten dat nemant, we hij sij geestelyck oft werlyck, en zoude eynige vrijheit hebben in de daegelixe oeverkoemende lasten ende beden, nu onlancx aen henne Hoecheit geconsenteert, |
III. En ook is nu onlangs uitdrukkelijk door de staten-Generaal van de Nederlanden besloten dat niemand, wie hij ook is, geestelijke of leek, enige vrijstelling zou hebben van de dagelijkse lasten en beden die onlangs aan Zijne Hoogheid zijn toegestaan, |
Ga naar margenoot+gelijck sulcx notoer ende openbaer is. |
zoals bekend en openbaar is. |
|
iiii. Sijnde daer beneven oyck uuytdruckelick ende wel expresselick bij den gouverneur der landen van Oevermaese, Don Gaston ende den staeten der sellever landen, geresolveert ende geaccordeert, dat men in respect van den voirseide ordinantie inden voirgaende artickel geruert, nemant en soude vrijlaeten. |
IIII. Bovendien is ook uitdrukkelijk door de gouverneur van de landen van Overmaas, Don Gaston, en de Staten van deze landen besloten en goedgekeurd, dat men met betrekking tot de genoemde regeling in .het voorgaande artikel aangeroerd, niemand zou vrijwaren. |
|
v. Sijnde oyck den rescribenten vanden Hoeftgericht van Shartigenroy, daer onder zij resedeeren, uuytdruckelyck geordeneert uuyt cracht van der voirseide resolutie ende ordinantie in den voirgaende artyckelen geruert, dat men nymant en soude vrij ende exempt laeten, allet blijckende bij den copyen der voirseide ordenancie hyr mede gaende. |
V. Ook is de verweerders door de hoofdrechtbank van 's-Hertogenrade, onder welke zij vallen, uitdrukkelijk bevolen, volgens het genoemde besluit en de regeling in de vorige artikelen aangeroerd, dat men niemand zou vrijstellen en exempt zou laten; dit alles blijkt uit de kopie van de genoemde regeling die hierbij gaat. |
|
vi. Sulcx dat geensins en can gesecht werden dat der voirseide Alman op den -xxe- july lestleden heem seer pretenselyck ende met groete nieuwicheit pervordert soude hebben des remonstrants hoyen te willen affpenden tot furnissement van -xxii- gulden Brabants tot onderhalt van ruyteren, in respect van den voirseide cassatien, revocatien ende annulatien, hoe wel de suppliant daer op zijn fundament schijnt te nemen wyllen, maer wel hofft sulcx gedaen uuyt crachte vanden ordenancie voerseid. |
VI. Er kan niet gezegd worden dat de genoemde Alman op 20 juli opzettelijk en met ‘groeten nieuwigheit’ geëist zou hebben, het hooi van de eiser te willen verrekenen met het verkrijgen van 22 gulden Brabants tot onderhoud van ruiters, met inachtneming van de genoemde ongeldigverklaring, herroeping en nietigverklaring, hoewel de eiser zich daarop baseert, maar hij heeft dat gedaan uit hoofde van de genoemde regeling. |
|
vii. Want der suppliant, ter goedertrouwen wandelende, ende met zijnen naebueren onderdaenen ende parechhanden begerden in peys, vrede ende eynicheyt te laeten, als dat behoert, sonder heem met groete nuwicheit te willen bevrijden |
VII. Want als de eiser te goeder trouw is en met zijn buren, onderdanen en parochianen in vrede en eendracht verlangt te blijven, zoals dat behoort, zonder zich van ‘grote nieuwigheden’ te willen bevrijden, |
| |
| |
ende affsnijden. In respect vanden voirseide diensten, bij heem, soe hij seecht, gedaen ende bewesen. Soudet hij, gelijck anderen pastoeren inden landen van Lymborch, Valckenborch ende elders, met veel min middels hebbende om te leven als den suppliant hem gecontenteert houdden om den lasten ende vorden der armer schaemel gemeynten soe swaerlyck ende mennich vueden op den hals koemenden, |
met inachtneming van de genoemde diensten, die hij, zoals hij zegt, bewezen heeft, zou hij dan, zoals de andere pastoors in de landen van Limburg, Valkenburg en elders, veel minder middelen hebben om van te leven, als de eiser erin zou toestemmen om de lasten en vorderingen van de arme, schamele gemeenschap, die zo zwaar belast wordt, |
Ga naar margenoot+nyet alleyn nae recht ende redenen, maer deur compassien ende metlijden, helpen draegen, sonder hem met soedanige diverse cavelatien ende allegatie te behelpen. |
niet alleen naar recht en rede, maar Liit medeleven en medelijden, te helpen dragen, zonder zich van dit soort woordenzifterij en uitvluchten te bedienen? |
|
viii. Want is waerachtich ende notoir, dat veel arme schamele luyden in der voirseide banck van Simpelvelt sijn, die deckmaels deur de sweren lasten van schatingen, contributien ende oevercomenden van den soldaeten met hunnen vrouwen ende kinderen gebrecke ende armoet lijden, om te subvenceren ende betaelen der voirseide lasten. Daer aen nyet alleyn imployerende hen myddelen welcke van eerff hen toebehoeren, maer oyck hennen swaeren arbeyt, sweyt ende bloet daer aen moeten hangen, als dyt meer als notoir. |
VIII. Want het is echt waar en bekend dat er veel arme, schamele mensen in de genoemde bank van Simpelveld zijn, die dikwijls door de zware lasten van schattingen, bijdragen en het doortrekken van soldaten, met hun vrouwen en kinderen gebrek en armoede lijden, te veel om te kunnen bijdragen en de genoemde lasten te betalen. Daarom is er het verzoek, dat ze niet alleen de middelen die hun erfelijk toebehoren, maar ook hun zware arbeid, zweet en bloed niet daaraan hoeven te besteden; dat is meer dan duidelijk. |
|
ix. Ende, hoe wel dallegatien van des suppliants gevanckenis hem een reise oever 600 gulden swaer gelt soude gecost hebben, mochte waerechtich wesen, soe staet oyck te considereren dat den rescribenten, int particuleer ende generael, all ongelijck meerderen schaden zoe van spoliatien, gevanckenissen ende andersins hebben geleeden, ende des nyetemen alle de swaere lastenmoeten draegen. Wellycke schaede den suppliant nyet soe swaer, noch schaedelick en is, geweten op sien ende regardt vanden groeten middelen, rentten ende anderen pachten die de suppliant jaerlix incommende heft van zijnre pastorien, soe van Simpelvelt als Bochults, oft he can den selleven wel recouvreren ende evenwel met sijnhn parochianten contribueren ende de oeverkoemende lasten helpen draegen |
IX. En, hoewel de bewering van de eiser waar zou kunnen zijn, dat de gevangenschap hem een reis van meer dan 600 gulden zwaar geld gekost zou hebben, dan nog moet men ook bedenken dat de verweerders, afzonderlijk en tezamen, allemaal verschillend, meermalen schade hebben geleden, zowel door plundering, gevangenneming en anderszins en toch de zware lasten moeten dragen. Deze schade is voor de eiser niet erg zwaar noch nadelig, gelet op de grote hoeveelheid middelen, renten en andere pachten die de eiser jaarlijks aan inkomsten heeft van zijn pastorie, zowel van Simpelveld als van Bocholtz, zodat hij de schade wel kan herstellen en toch samen met zijn parochianen bijdragen en de bestaande lasten helpen dragen. |
|
x. En staet oyck nyet den rescribentten toe, einigen staet vanden jaerlycken incomen te maecken als wesende een religieus ende staende onder de jurisdictie vanden Abdie van Berpae tot Luyck. |
X. En hij staat de verweerders niet toe een overzicht van de jaarlijkse inkomsten te maken, zgn. omdat hij een kloosterling is en onder de rechtsmacht valt van de abdij van Beaurepart te Luik. |
|
xi. Dan ist warechtich dat in voirtijden tot Simpelvelt zijn geweest eenen pastoir, capellaen ende kuster, item tot Bochudtz eenen custer, welcke vier persoenen eenigelyck nae |
XI. Dan is het ook nog zo dat er in vroeger tijden in Simpelveld een pastoor was, een kapelaan, en een koster, en ook in Bocholtzeen koster, welke 4 personen |
| |
| |
zijnen staet ende qualeteyt, myddelen ende faculteyt genouch om eerlyck te leven, gelijck dat meer als notoir. |
ieder naar hun stand en waardigheid middelen en mogelijkheden genoeg hadden om eerzaam te leven, zoals meer dan bekend is. |
|
Ga naar margenoot+xii. All wellycke rentten ende incoemen vanden voirseide vier persoenen den suppliant allen nu is treckende, buerende ende ontfangende, houdende bij hem eenen vremden jongen, beyde de kusterijen bedenende, de oyck den suppliant mede als jongen dyent. |
XII. Al die inkomsten van de genoemde 4 personen heeft de eiser nu voor zichzelf alleen, beurend en ontvangend, terwijl hij ook een vreemde jongen bij zich thuis houdt, die de beide kosterijen bedient, en ook de eiser als hulpje zelf bedient. |
|
xiii. Jae is warachtich, dat de suppliant hem seer slappelyck qweteert in de godtsdeensten der voirseide twe kercken, daerdeur dickmails groete swaerlicke clachten sijn gecoemen, soe aen den drossart van Shertogenroy, als den recht van Sympelvelt, om daer in te remedieren nae behoeren. Sonder dat oyck eenige schoei wordt gehouden om de jonckheyt te leeren als in voirtijden plach te sijn. Sulcx dat wel te verwonderen staet dat de suppliant claecht geen middelen te hebben om te leven, wanneer he mede soude moeten contribueren ende allen lasten helpen draegen. |
XIII. Ja, het is werkelijk zo, dat de eiser zich erg slap kwijt van zijn godsdienstige plichten in de twee kerken. Daarover zijn dikwijls ernstige klachten geuit, zowel tegenover de drossaard van 's-Hertogenrade als de rechter van Simpelveld, om daarin naar behoren verbetering te brengen. Ook wordt er geen school gehouden om de jongelui te leren, zoals in vroeger tijden gewoonte was. Daarom is het wel verwonderlijk dat de eiser klaagt dat hij geen middelen zou hebben, om van te leven, wanneer hij mee zou moeten bijdragen en alle lasten helpen dragen. |
|
xiiii. Onkennende dat maer -iic- gulden -xxx- gulden den pastory en soude uuytbrengen, mits die pastorie van Simpelvelt weerdt ende allen tijden gehouden een vanden besten pastoryen van desen quartier. |
XIIII. We ontkennen ook dat de pastorie maar 230 gulden zou opbrengen; immers de pastorie van Simpelveld werd altijd beschouwd als een van de beste pastorieën van dit gebied. |
|
xv. Maer alleenlijck is den suppliant sulcken allegatien doende dan daermede den hove te perabueseren ende zijn versochte conclusie des te beeter te obtineren. Daertegen dese voirseide redenen van rescriptie weel dienen geconsidereert. |
XV. Maar het is de eiser er slechts om te doen zulke redeneringen op te zetten, opdat hij daarmee het hof kan misleiden en zijn bedoelde conclusie kan bereiken. Tegen deze bedoelingen moet men de redenen van dit verweer bezien. |
|
xvi. Want soe verre de suppliant den effectvan sijne conclusie soude gemeten ende obtineeren (des dye rescribenten sustineeren neen). Soe en is des toch |
XVI. Want als de eiser zijn doel zou bereiken (wat de verweerders niet hopen), dan is het |
Ga naar margenoot+nyet mogelick dat de rescribenten henne arme ende gerueneerde banck cunnen staende handen, den respecte vanden groete lasten hen lange over den hals gecommen ende noch daegelicke koemende. Ende den groeten bedrijffvan der pastorien voirseid, de van landen, weiden theynd ende andersins, daer voir die arme onderdaenen so lange den last hebben gedraegen dat hen niet moegelyck en is langer te cunnen draegen. |
daardoor niet mogelijk, dat de verweerders hun arme en geruïneerde schepenbank overeind kunnen houden, vanwege de grote lasten die hun lange tijd op de nek zijn geschoven en die nog dagelijks komen. En het grote bedrijf van de genoemde pastorie, met landerijen, tienden en andere inkomsten: daarvoor hebben de arme onderdanen zo lang de lasten gedragen dat ze die niet langer kunnen dragen. |
|
xvii. Ende soe emmers der suppliant voer zijn eigen persoen soude eynige vrijheit cunnen oft mogen pretendeeren daer toe |
XVII. En gesteld dat de eiser voor zijn persoon enige vrijstelling zou kunnen of mogen opeisen, waar hij |
| |
| |
hij noch recht, noch fundament en heft, mits redenen voirseid, soe en can hij tselve nyet doen in respect van den pachter der pastoryen, dey anders van zijn bedrijff ende gewerff moet ende behoert te contribueren, soe wel als andere pachters ende halffwen twellycke de suppliant, soe wel als hem selleven tot noch toe altijt heft bevrijet ende geexempteert. |
geen recht op heeft noch onderbouwing, zoals we hebben aangetoond, dan zou hij het nog niet kunnen doen ten opzichte van de pachter van de pastorie, die anders vanuit zijn bedrijf zou moeten bijdragen, evenals andere pachters en halfwinners, die de eiser evenals zichzelf tot nu toe altijd heeft gevrijwaard. |
|
xviii. Waer deur die geheele banck tot zoe groete ruyne ende miserie, enden den gemeyne man tot alsullicke paupertacie sijn commen, dat nyet wel uuytspreecke en is ende nyet langer tollerabel. Mits dan allen den welcken redenen, middelen ende motyffen ende meer anderen die thoff, ex offitio, hier toe sal weten te vuegen. Soe contenderen ende concluderen die rescribenten dat op der requeste des suppliants zal werden gestelt nit, ende vercleert werden niet ontfanckbaer in zijn versochte conclusie, maer aeffdoende de surcheantie op der voirseide requeste verleent. Den rescribenten te permitteren met henne begonste executie voirts te moegen vaeren, volgende die voirseide ordinancien, resolutien ende conclusien hier vur verhailt, mits condemnerende den suppliant inde costen van desen. Implorerende in, ende op alle, etc. Raport vanden rescriptie ende voer dapprobatie:-xvi- stuyvers.:-xviii-stuyvers. |
XVIII. Daardoor zou de hele bank tot zulk een grote ruïne en tot zulke ellende vervallen en de gewone man tot zulke armoede, dat het nauwelijks uit te spreken is en niet langer te verdragen. Vanwege alle andere redenen, middelen en motieven en andere zaken, die het hof formeel hier aan zal weten toe te voegen, wensen en concluderen de verweerders dat het verzoek van de eiser nietig wordt verklaard en niet ontvankelijk, maar dat opschorting van het genoemde verzoek wordt verleend: dat het de verweerders wordt toegestaan met hun begonnen actie door te gaan, volgens de genoemde regelingen, besluiten en conclusies hieromtrent en dat dus de eiser veroordeeld wordt tot de kosten hiervan. Verzoekende in en op alle, enz. Rapport van het geschrift: 16 stuivers en voor goedkeuring: 18 stuivers. |
|
|