| |
FF. 65 r-71r.
Ga naar margenoot+Dyt sint die pachterien van den jaergetijden met vernuwinge der limiten ende betalers anno 1581. |
Hier volgt de verpachting van de jaardiensten met nieuwe vaststelling van de grenzen en de betalers in het jaar 1581. |
|
Bij faut van betaelinge werden allen restanten versoecht met panscaprecht. Gelijck alsullix gerichtelick vercleert is anno 1581 den 4e dach decembris durch Hendrich Boelman schoutert, Paschen Heutz, Leenard Brouwers, Leenardt Knousten, Leonardt Heutz, Willem Freens, Leenardt Smetz altesaemen gerichtz luyde unde scheepenen van Sympelvelt. |
Bij in gebreke blijven van betaling leidt het restant tot inbeslagname van het onderpand, zoals bij rechterlijk vonnis is bepaald in het jaar 1581, op 4 december, door schout Hendrich Boelman, Paschen Heutz, Leenard Brouwers, Leenardt Knousten, Leonardt Heutz, Willem Freens en Leenardt Smetz, allen rechters en schepenen van Simpelveld. De jaardienst voor Jan Gloes is van |
|
Jan Gloes jaerbeganck is desen pacht affgelacht met consent van onsen apt unde capittel anno 1582, nae veel prociduren van recht unde geimploeert aen die gerichts kosten van Brusselt. Solvit Mechtelt Weurs anno 85, 86, 87. Modo mamburei Getrudis Didden. |
deze pacht vrijgesteld met goedkeuring van onze abt en het kapittel in het jaar 1582, na veel rechtszaken en betaling van de gerechtskosten in Brussel. Mechtelt Weurs betaalde in de jaren 1585-87, nu als voogd van Gertrud Didden. |
|
Anno 1582 is bevonden die affloisung nyet van werden; dan blijven staen drey erff vas roggen op dat landt aen dye Tzwae Linden. |
In het jaar 1582 is vastgesteld dat de aflossing niet in orde was, dus blijven 3 vat rogge erfelijk staan op het land bij de Twee Linden. |
|
Jonffrau Margreet van Koeckem een vas roggen. Underpandt hous unde hoff Klaes Moltz; nu ter tijt possideert Celien, Tewis Ploumen dochter, op den Moltz berg. Exacte ipsa solvit usque ad annum 84, 85, 86. |
Jonkvrouw Margreet van Koeckem 1 vat rogge. Onderpand is huis en hof van Klaes Moltz, in deze tijd in het bezit van Cellen, de dochter van Tewis Ploumen op de Molsberg. Ze betaalde zelf volledig tot de jaren 1584-86. |
|
Dat geheel geslecht van Emstenraedt twelleff vas roggen jaerlix, onderpandt der hoff unde hous genampt der Vroenhoff, nu ter tijt hilt Jonffrou Gritteren. Reigenoet der kerckhoff tzo Sympelveldt. |
De hele familie van Imstenrade jaarlijks 12 vat rogge met als onderpand hof en huis genaamd de Vroenhof, in deze tijd beheerd door jonkvrouw Gritteren. Grenzend aan het kerkhof in Simpelveld. |
|
Nicolaus Klusen colonus Gritteren exacte solvit usque annum 84, 85, 86 propter maximas lites, tum ratione decimarum, tum terrarum sunt -xii- vasa alienata, ut patet ex literis abbate sigilatis. |
Nicolaus Klusen, knecht van Gritteren, betaalde volledig tot de jaren 1584-86. Vanwege grote onenigheden indertijd over de tienden zijn toen 12 vaten van de landerijen weggehaald, zoals blijkt uit een brief gezegeld door de abt. |
|
Loduick in die Nermstraet -xii- bousen, underpant hous unde hoff gelegen in die Nermstraet, nu ter tijt hilt Jan Bachus. Johannes Bachus exacte solvit usque ad annum 1582. |
Loduick in die Nermstraat 12 bouzen; onderpand zijn huis en hof gelegen in de Irmstraat, in deze tijd beheerd door Jan Bachus. Jan Bachus betaalde volledig tot het jaar 1582. |
| |
| |
Ga naar margenoot+Jan Reemkens gilt jaerlix twe vas roggen van wegen Willem Scheifkens jaerbeganck, onderpant hous unde hoff op den Schijn op den Molsberch, nu ter tijt hilt alsullix Jan Remkens der jong unde betael jarlix -ij- vas roggen unde Peeter Jonckers een halff vaet. Jan Reemlcens junior et Petrus Jonclcers exacte solverunt duo vasa usque ad annum 1584; solvit annum 84 et 85. |
Jan Reemkens betaalt jaarlijks 2 vat rogge voor de jaardienst van Willem Scheifkens; onderpand is huis en hof op de Schyn op de Molsberg; in deze tijd beheerd door Jan Reemkens de jonge en hij betaalt jaarlijks 1½ vat rogge en Peter Jonckers ½ vat. Jan Reemkens junior en Peter Jonckers hebben 2 vat volledig betaald tot het jaar 1584, betaald in de jaren 1584 en 1585. |
|
Jan Buyssen een vaet roggen, nu ter tijt betaelt Peeter Jongen, onderpandt dry vierdel landts, reigennoet neven Beisels kynder landt ende in voerhoff Heen Scheiffelertz halff buynder. Peeter Jongen perfecte solvit usque ad annum 1584. Solvitvidua eius Maria Oppen annum 84, 85. |
Jan Bluyssen 1 vat rogge; in deze tijd betaalt Peeter Jongen. Onderpand is 3 vierdel land, grenzend aan het land van de kinderen van Beisel en aan de voorkant van Heen Scheiffelertz ½ bunder. Peeter Jongen betaalde volledig tot het jaar 1584. Zijn weduwe Merchen Oppen betaalde over de jaren 1584 en 1585. |
|
Jan in die Graet -iij- vas roggen unde der fabryck dry cup unde den kuster eenen cop. Underpant een bonre landts op die Heuls, reigenoet Buysschops landt, die ander sijde Simon Jaspers morgen, nu ter tijt betaelt Leenart Smetz als voermomber Jan Smetz dochter -v- cup unde Thys Breemen unde Schyn Jan -v- cup. |
Jan in die Graet 2½ vat rogge en de kerkfabriek 3 kop en de koster 1 kop. Onderpand is 1 bunder land op de Huis, grenzend aan het land van Buysschop; aan de andere kant de morgen van Simon Jaspers; in deze tijd betaalt Leenart Smetz als voogd voor de dochter van Jan Smetz 5 kop en Thys Breemen en Jan Schyn 5 kop. |
|
Leonardus Smetz, Thys Breemen, Schyn Jan exacte solverunt usque ad annum 1583, solverunt annum 83, 84, 85. Dirich Fenis blijff Schuldich anno 86, 87, 88, 89, 90. Summa [.....?]-vj- vaet gepandt den tweden decembris anno 91 unde gewert in presentie van schoutet unde Leen Kousten den 4e ....uutstandt [.....?] aen den schoutet. |
Leenart Smetz, Thys Breemen, Schyn Jan betaalden volledig tot het jaar 1583, ze betaalden over de jaren 1583 -85. Dirich Fenis blijft achterstallig over de jaren 1586 -90. Totaal 5½ vat. Beslag gelegd op 2 december in het jaar 1591 en geschat in aanwezigheid van de schout en Leen Kousten de 4e december; openstaand bij de schout. |
|
Jan van der Heggen -ij- vas roggen; onderpandt hous unde hoff Leenardt Hegmans op den Hennenberch; nu ter tijt hylt der jong Leenart Hegmans. Colonus Leonardi Hegman, dictus Peeter Kuyper, exacte solvit usque ad annum 1583; solvit 84, 85. |
Jan van der Heggen 1½ vat rogge; onderpand is huis en hof van Leenardt Hegmans op de Henneberg, in deze tijd beheerd door de jonge Leenart Hegmans. De knecht van Leenart Hegmans voornoemd, genaamd Peeter Kuyper, betaalde volledig tot het jaar 1583; betaalde in de jaren 1584 en 1585. |
|
Peeter Schelen een vaet roggen, onderpandt eenen morgen landts aen den Muelen wech neven |
Peeter Schelen 1 vat rogge; onderpand is 1 morgen land bij de Molenweg naast |
Ga naar margenoot+Claes Bruwers landt, nu ter tijt betzaelt Merchen Oetegraven unde Kryn Brouwers. Maria Oetegraven et Querinus exacte solverunt usque ad annum 1584; solvit 84, 85. |
het land van Claes Bruwers; in deze tijd betalen Merchen Oetegraven en Krijn Brouwers. Merchen Oetegraven en Krijn hebben volledig betaald tot het jaar 1584; betaald in 1584 en 1585. |
|
Jen in die Belt twe vaet eenen cop haeveren; onderpandt eenen hoff tegen Jans hoff op den Schyn over op den Mols berg; nu ter tijt hylt Alman Lambrech met sijn huysvrou |
Jan in die Belt 2 vat en 1 kop haver; onderpand is een hoeve tegenover de hof van Jan op den Schyn op de Molsberg; in deze tijd in beheer bij Alman Lambrech met zijn |
| |
| |
Mei Kuyven. Unde anno 1582 hefft Alman voirseid gerichtelick een bijpandt gesadt. Alman Lambrechs exacte solvit usque ad annum 1584. |
vrouw Mei Kuyven. En in het jaar 1582 heeft genoemde Alman wettig een extra onderpand gesteld. Alman Lambrechs heeft volledig betaald tot het jaar 1584. |
|
Henrich Busschoff unde sijnder huysvrouwen Merchen anderhalff vaet roggen, onderpant huys unde hoff Merten op die Plait unde -iij- morgen landts Liggende int Oppen loich; nu ter tijt hilt Peter Plaiter, Mei Moulen cum suis. Petrus cum suis perfecte solvit usque ad annum 1582, 83, 84, 85. |
Henrich Busschof en zijn vrouw Merchen 1½ vat rogge; onderpand is huis en hof van Merten op die Plait en 2½ morgen land liggend in het Oppenloich; in deze tijd in beheer bij Peter Plaiter en Mei Moulen c.s. Peter en de zijnen betaalden volledig in de jaren 1582-85. |
|
Simon Kuipers een halff vaet roggen, onderpandt eenen bempdt op den Mulen dijck, die ander sijde des pastoirs wijerken in die gemeynten, die ander sijde des kusters van Sympelveldt bempt; nu betaelt Thys Teggers, Leenardt Smetz. |
Simon Kuipers ½ vat rogge; onderpand is een beemd bij de Molenvijver; aan de ene kant het weitje van de pastoor in de meent, aan de andere kant de beemd van de koster van Simpelveld; nu betalen Thys Teggers, en Leenardt Smetz. |
|
Exacte solverunt Lemmen Pelser, Jan Pelsers usque ad annum 1580. Leenardt Smetz cum suis solvit annum 80, 81, 82, 83, 84, 85. |
Lemmen Petzer en Jan Pelser hebben volledig betaald tot het jaar 1580. Leenardt Smetz en de zijnen hebben betaald in de jaren 1580-85. |
|
Ga naar margenoot+Peter in den Wijer underhalff vaet roggen; onder- pandt eenen morgen landts in den Mertensgraeff neven Claes Bruwers landt; nu ter tijt hilt Anna, weduwe Peeter Byspelmans unde Houbrechs Savelberg, weduwer van Mei, Anna voirseid Suster; nu ter tijt reigenoet Meiken, Leenardt Knousten dochter, nae den Lynden stock; dander sijde Lysken Fenis off Dedrich Brouman. Anna, vidua Petri Byspelman et Hubertus Savelberg exacte solverunt usque ad annum 1584, 85, 86. |
Peter in de Wijer 1½ vat rogge; onderpand is 1 morgen land in de Mertensgraaf, naast het land van Claes Bruwers; in deze tijd in beheer bij Anna, de weduwe van Peeter Byspelmans en bij Houprecht Savelberg, weduwnaar van Mei, de zuster van de genoemde Anna; in deze tijd buur van Melken, de dochter van Leenardt Knousten bij de Lindenstok, aan de andere kant van Lysken Fenis of Dedrich Brouman. Anna, de weduwe van Petrus Byspelman en Houprecht Savelberg hebben volledig voldaan in de jaren 1584-86. |
|
Fye Alegast een halff acher mud roggen; underpant is huys unde hoff van Aret van Bulckom unde dry morgen landts achter sijn huys bij dat huys Cappartz. Nuy ter tijt hylt Derich Broumans tzo Guylich. Leonardus Smetz colonus prefati Theodorici exacte solvit usque ad annum 1584, 85, 86. |
Fye Alegast ½ Akens mud rogge; onderpand is huis en hof van Aret van Buickom en 3 morgen land achter zijn huis bij het huis van Cappartz. In deze tijd in beheer bij Dedrich Broumans te Gulik. Leenart Smetz, knecht van genoemde Dedrich, heeft volledig betaald in de jaren 1584-86. |
|
Jan Hairst twe vaet roggen; onderpandt huys unde hoff Jan Hairst van Busserhousen; nu ter tijt hylt Mechtelt, Heiliger Pouch dochter huysvrou. Mechteldis viduwa Heilger Pouch exacte solvit usque ad annum 1583; filius eius solvit annum 83, 84, 85. |
Jan Hairst 2 vat rogge; onderpand is huis en hof van Jan Hairst van Bosschenhuizen; in deze tijd bezit Mechtelt het, de dochter vrouw van Heiliger Pouch. Mechtelt, weduwe van Heilger Pouch, heeft volledig betaald tot aan het jaar 1583; haar zoon betaalde in de jaren 1583-85. |
| |
| |
Meys voer der Portzen gylt -iiii- merck op sijn huys unde hoff in den Waelbroeck; |
Meys voer der Portzen betaalt 4 mark voor zijn huis en hof in de Waalbroek; |
Ga naar margenoot+nu ter tzijt Klaes Loepen in den Waelbroeck. Nicolaus Loepen exacte solvit usque ad annum 1582. |
in deze tijd bezit Klaes Loepen in de Waalbroek het. Klaes Loepen betaalde volledig tot aan het jaar 1582. |
Wilhelm van den Hoeff dry vaet haeveren, underpandt twe morgen landts liggende tuschen Bouchultz unde Vleggendael. Nu ter tijt betzaelt Mei Raedermeeckers op die Heid. Filius Mei Kadermeeckes exacte solvit usque ad annum 1584, 85, 86. |
Wilhelm van den Hove 3 vat haver; onderpand 2 morgen land gelegen tussen Bocholtz en Vlengendaal. In deze tijd betaalt Mei Raedermeeckers op de Heide. De zoon van Mei Radermeeckers betaalde volledig in de jaren 1584-86. |
|
Heyn Prickartz een vaet roggen, underpandt twe morgen Landts int Busveldt aen den Wijssen Steyn. Reigennoet aen een sijde Jan van Raede; nu ter tijt halden dat onderpandt die wedue van Heyn Scheiffelertz, genampt Jen Brouwers. Prefata viduwa Johanna, seu maritus eius Klaes Kluesens, exacte solvit usque ad annum 1584, 85, 86. |
Heyn Prickartz 1 vat rogge; onderpand is 2 morgen land in het Bosveld bij de Witte Steen, grenzend aan een kant aan Jan van Raede; in deze tijd is het onderpand in handen van de weduwe van Heyn Schiffelertz, genaamd Ien Brouwers. Genoemde weduwe Johanna of haar echtgenoot Klaes Kluesens betaalde volledig in de jaren 1584-86. |
|
Katrijn unde Jan Scheiffelartz een vaet roggen, underpandt twe morgen landtz in dat Busveldt aen den Wijssen Steyn. Nu ter tijt hylt Jen Brouwers, die weduwe van Heyn Scheiffelertz. Prefata vidua exacte solvit usque ad annum 1584, 85, 86. |
Katryn en Jan Scheiffelartz 1 vat rogge; onderpand is 2 morgen land in het Bosveld bij de Witte Steen. In deze tijd bezit Ien Brouwers het, de weduwe van Heyn Scheiffelertz. Genoemde weduwe betaalde volledig in de jaren 1584-86. |
|
Ga naar margenoot+Guert Huets een vaet roggen; onderpandt huys unde hoff van Leenardt Heutz, gelegen in die Nermstraet; nu ter tijt hylt Paeschen Heutz. Pascasius Heutz exacte solvit usque ad annum 1576 et emi ab illo super restantias duas arbores pro duobus daleris; solvit usque ad annum 1586. |
Guert Huets 1 vat rogge; onderpand is huis en hof van Leenardt Heutz, gelegen in de Irmstraat. In deze tijd bezit Paeschen Heutz het. Paeschen Heutz heeft volledig betaald tot aan het jaar 1576 en ik heb van hem voor de restanten 2 bomen gekocht voor 2 daalders. Hij betaalde tot het jaar 1586. |
|
Leenart Heutz een vaet roggen; underpandt huys ende hoff Leenardt Heutz; nu ter tijt hylt Leenardt Heutz der jong. Leonardus Heutz junior exacte solvit usque ad annum 1582, solvit anno 82, 83, 84, 85, 86, 87. |
Leenart Heutz 1 vat rogge; onderpand is huis en hof van Leenardt Heutz; in deze tijd heeft Leenardt Heutz junior het. Leenardt Heutz de jonge betaalde volledig tot aan het jaar 1582, betaalde in de jaren 1582-87. |
|
Jan Roe twe vaet roggen; onderpandt huys unde hoff tzo Bulckom unde die lenderijen, bempden, etc.; nu ter tijt hylt Diryck Broumans tzo Guylich, Jan van den Haeff -xii- merck. Leonardus Smetz colonus Theodorici Broumans exacte solvit usque ad annum 1584, 85, 86, 87, 88. |
Jan Roe 2 vat rogge; onderpand is huis en hof te Bulkurn en de landerijen, beemden, etc; in deze tijd bezit Diryck Broumans te Gulik het. Jan van den Hove 12 mark: Leenart Smetz, knecht van Diryck Broumans, betaalde volledig in de jaren 1584-88. |
|
Ittien van den Kryckelberg een vaet roggen; underpandt huys unde hoff unde allen die lenderien toubehoerende tzo den Kryckelberg; nu ter tijt Leenardt op den Sandtberg unde unde Jupkens eidom op den Kryckelberg. Leonard et gener Jacobi op den Sandtberg exacte solverunt usque ad |
Ittien van den Kryckelberg 1 vat rogge; onderpand is huis en hof en alle landerijen behorend bij de Krikkelberg; in deze tijd in het bezit van Leenardt op den Sandtberg en Jupkens schoonzoon op de Krikkelberg. Leenardt en de schoonzoon van Jupken op den Sandt- |
| |
| |
annum 1582, Anthonius gener Jacobi Kryckelberg solvit annum 1582, 83, 84, 85, 86, 87. |
berg hebben volledig betaald tot het jaar 1582; Anton, schoonzoon van Jupken Kryckelberg, betaalde in de jaren 1582-87. |
|
Ga naar margenoot+Tylman momber twe vaet roggen; onderpandt op Heynsberg bij die herberge unde -iiii- morgen landts die wellicken liggen op Collner wech. Nuy ter fijt hyldt jonker Willem van den Haeff tzo Bochultz. Dan Heiliger Cardinael heff den pacht betzaelt tot anno 79 unde daer nae hefft joncker Willem voirseid den pacht betzaelt tot anno 1584 onder protestatien; Haeffen betzaelt anno 84, 85, 86, 87. |
Tilman de voogd: 2 vat rogge; onderpand op de Heynsberg bij de herberg en 4 morgen land gelegen langs de Keulse weg. In deze tijd bezit jonker Willem van den Hove te Bocholtz het. Dan heeft Heilger Cardinael de pacht betaald tot het jaar 1579 en daarna heeft genoemde jonker Willem de pacht onder protest betaald tot het jaar 1584; van den Hove betaalde in de jaren 1584-87. |
|
Leenard Priccartz een vaet roggen; underpandt sijn kentz gedeil op den Priccartzberg; nu ter tijt betzaelt Geerardt Priccartz. Gerardus Priccartz exacte solvit usque ad annum 1584. Solvit usque ad annum 88. |
Leenardt Priccartz 1 vat rogge; onderpand is zijn kindsdeel op de Prickartsberg; in deze tijd betaalt Geerardt Priccartz. Geerardt Priccartz betaalde volledig tot het jaar 1584. Hij betaalde tot het jaar 88. |
|
Heyn Fellartz underhalff vaet roggen; onderpant hous unde hoff Leenardt Muylens. Reigenoet die Muelen baech, die ander sijde daer men geyt nae die Raederstraet. Noch is onderpandt twe morgen landts in dat Berger veldt neven Symon Jaspars landt; nu ter tijt hylt Nees van Oppen, weduwe Jacop Lambrechs. Agnes vidua Jacop Lambrechs exacte solvit usque ad annum 1583, 84, 85, 86, 87, 88. |
Heyn Fellartz 1½ vat rogge; onderpand is huis en hof van Leenardt Muylens, grenzend aan de Molenbeek; aan de andere kant waar men naar de Rolduckerstraat gaat. Onderpand nog steeds 2 morgen land in het Bergerveld naast het land van Symon Jaspar; in deze tijd bezit Nees van Oppen het, de weduwe van Jacop Lambrechs. Nees, de weduwe van Jacob Lambrechs, betaalde volledig in de jaren 1583-88. |
|
Ga naar margenoot+Jaspar. Simen Jaspars derdehalff vaet roggen; underpant vier morgen landtz aen Kuylenstock off dat gesken neven Dorn Heynen huys unde aen Dor Heynen huys; nu ter tijt Anna, weduwe Peeter Byspelmans, twe morgen unde Thys Vechter. Cum alijs et sumus in lite; propter solutionem anno 1586 composuimus pacem et solverunt tres annos et posthac solvent singulis unum vas cum dimidio, quia repertum est quod non plura tenentur. |
Jaspar; Simen Jaspars 2½ vat rogge; onderpand is 4 morgen land aan de Kuilenstok of het straatje naast het huis van Dorn Heynen en bij het huis van Dorn Heynen; in deze tijd bezit Anna, de weduwe van Peeter Byspelmans het, nl. 2 morgen, en ook Thys Vechter. Ook met anderen hebben we onenigheid over de betaling; in het jaar 1586 sloten we vrede en betaalden ze 3 jaren en daarna betalen ze ieder jaar 1vat rogge en ½ vat, omdat men vindt dat ze niet tot meer verplicht zijn. |
|
Jan op den Schein negen cup haeveren; underpandt een stuck landtz gelegen onder Buschoffs hoff op den Molsberg; nu ter tijt neven Peeter Byspelmans. Nu ter tijt betzaelt Jan Reemkens, der jong unde Peetz, weduwe Claes Schyns unde Merchen, Leenart Knousten dochter, weduwe Lensken Byspelmans. Exacte solverunt Maria Knousten, Petra, vidua Claes Schyns et Jan Remkens usque ad annum 1584, 85, 86, 87, 88. Anno 88 Peets solvit -iiij- cop. |
Jan op de Schein 9 kop haver; onderpand is een stuk land gelegen onder Buschoffs hoeve op de Molsberg; in deze tijd naast Peeter Byspelmans. Tegenwoordig betalen Jan Reemkens de jonge en Peetz, de weduwe van Claes Schyns en Merchen, dochter van Leenardt Knousten, de weduwe van Leusken Byspelmans. Merchen Knousten en Peetz, weduwe van Claes Schyns en ook Jan Remkens betaalden volledig in de jaren 1584-88. In het jaar 1588 betaalde Peets 3½ kop. |
| |
| |
Peeter Byspelman van eenen stuck landtz neven Klaes Schyns landt unde neven Claes Mols Landt; nu ter tijt neven Meiken, Claes Schyns dochter. Die ander sijde Meiken, Leenart Knousten dochter unde Jan Remkens, gylt jaerlix negen cup haeveren. Anna, vidua Petri Byspelmans, exacte solvit usque ad annum 1584, 85, 86, 87, 88. |
Peeter Byspelmans over een stuk land naast het land van Klaes Schyns en naast het land van Claes Moes en tegenwoordig naast Meiken, de dochter van Claes Schyns. Aan de andere kant betalen Meiken, dochter van Leenardt Knousten en Jan Remkens, jaarlijks 9 kop haver. Anna, weduwe van Peeter Byspelmans betaalde volledig in de jaren 1584-88. |
|
Ga naar margenoot+Beelgeyn Meis -iiii- bouzen; underpandt huys unde hoff in den Waelbroeck; nu ter tijt hylt Sander Kluesken. Exacte solvit usque ad annum 1584, quia pauper erat; solvit anno 84, 85. |
Beelgeyn Meis 4 bouzen; onderpand is huis en hof in de Waalbroek; in deze tijd bezit Sander Kluesken het. Hij betaalde volledig tot aan het jaar 1584, omdat hij arm was; hij betaalde in 1584 en 1585. |
|
Leens Scholterten -xviii- bouzen; underpandt huys unde hoff in den Waelbroeck; nu ter tijt hylt Lemmen Jongen cum suis in den Waelbroeck. Lambertus Jongen exacte solvit cum suis usque ad annum 1583. Solvit anno 83, 84, 85. |
Leen Scholterten 18 bouzen; onderpand is huis en hof in de Waalbroek; in deze tijd bezit Lemmen Jongen c.s. in de Waalbroek het. Lemmen Jongen betaalde met de zijnen volledig tot het jaar 1583. Hij betaalde van 1583-85. |
|
Dese nakoemende pachten van den jaerbegancken tzo Bochudts heft ontfangen heer Jan Vrunt, cappellaen, anno -xvc lxvi- tot -xvc lxxiii-, nae heer Mertten van Moulingen tot anno -xvc lxxix-. |
De nu volgende betalingen van de jaardiensten in Bocholtz heeft heer Jan Vrunt, de kapelaan, ontvangen over de jaren 1566 tot 1573; daarna heer Mertten van Moulingen tot het jaar 1579. |
|
Jan Vink huysvrou Leen, die wellicken der cappellen tzo Bochultz hebben gglaeten een kleyn thienden genampt ‘heiden gront’, waer uut der pastoir heff ses vaet roggen unde die kerckmeisters tzo Bochultz betzaelen den pastoir uut der kerckschuyren. |
Jan Vink en zijn vrouw Leen, die aan de kapel van Bocholtz een kleine tiende hebben nagelaten, genaamd ‘Heide-grond’, waarvan de pastoor 6 vat rogge ontvangt, en de kerkmeesters te Bocholtz betalen de pastoor uit de kerkschuren. |
|
Peter aen geen Heert, weert in die herberecht tzo Bochult ende kerckmeister, exacte solvit usque ad annum 1578; Jan Remkens vero usque ad annum 80; Meisken Tummerman solvit anno 80, 82, 83. Peeter op den Reinart anno 84, 85. Houprecht van Vleggendal anno 86. |
Peter aan geen Heert, waard in de herberg te Bocholtz en kerkmeester, betaalde volledig tot het jaar 1578. Jan Remkens echter tot het jaar 1580, Meisken Tummerman betaalde in de jaren 1580, 1582 en 1583. Peeter op den Reinert in de jaren 1584 en 1585. Houprecht van Vlengendaal in het jaar 1586. |
|
Ga naar margenoot+Mechtelt Tegger unde haer huysheeren jaergetzijt, waer van der pastoir hefft een halff vaet roggen; underpandt is twe morgen landts op die Heide, unde den kuster twe bouzen; nu ter tijt betzaelt Guert Teggers suster cum suis. |
Jaardienst voor Mechteld Tegger en haar echtgenoten, waarvoor de pastoor ½ vat rogge ontvangt; onderpand is 2 morgen land op de Heide en de koster 2 bouzen; in deze tijd betaalt Guert Teggers' zuster met haar familie. |
|
Jan Syben met sijnder huysvrouwen jaergetzijt waer van der pastoir eerfflick hefft onderhalff vaet roggen, onder pandt die gantse Syben guederen. Nu ter tzijt halden alsullicken |
Jaardienst voor Jan Sijben met zijn vrouw, waarvoor de pastoor erfelijk 1½ vat rogge ontvangt; onderpand is alle goederen van Sijben. In deze tijd hebben Pae- |
| |
| |
Paeschen Heutz, Houprecht Saevelberch naegelaeten weder Mei Buesen aen die kerck unde die preeckheeren tzo Aichen als daer in gesadt met recht. Donec usque anno 86 hefft Anna, weduwe Peeter Byspelman, dy helfft affgedeilt tegen Houbrecht Saevelberg, unde betaelt nu Houprecht eenen cop roggen, unde Anna Byspelmans eenen cop. Houprecht unde Anna betaelt anno 1586, 87 een halff vaet, van wegen der preckeren -j- Klaes Kluesens. Anno 88 Anna unde Houprecht betaelt -j- vaet roggen. |
schen Heutz en Houprecht Saevelberch dat nagelaten aan Mei Buesen, aan de kerk en aan de predikheren in Aken, die het terecht hebben gekregen. Tot het jaar 1586 heeft Anna, de weduwe van Peeter Byspelman, de betaling in tweeën gedeeld met Houbrecht Saevelberg en nu betaalt Houprecht 1 kop rogge en Anna Byspelmans 1 kop. Houprecht en Anna hebben in de jaren 1586 en 1587 ½ vat betaald namens de predikheren, Klaes Kluesens ½ vat. In het jaar 1588 hebben Anna en Houprecht ½ vat rogge betaald. |
|
Jan Tumermans gylt twelleff bonzen op huys unde hoff tzo Bochultz. |
Jan Tummermans moet 12 bouzen betalen op huis en hof te Bocholtz. |
|
Ga naar margenoot+Aret unde Peeter Mulen unde hunder huysvrouwen jaergeztijt, waer van der pastoir hefft jaerlix een eerff vaet roggen unde der kuster eenen cop; onderpandt is huys unde hoff op die Heide tzo Bochultz. Nu ter tijt hylt alsullix Mei Raedermeeckers op die Heidt. Claes, Mei Raedermechers soen, betzaelt exacte anno 1581, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88. |
Jaardienst voor Aret en Peeter Mulen en hun vrouwen, waarvoor de pastoor jaarlijks erfelijk 1 vat rogge krijgt en de koster 1 kop; onderpand is huis en hof op de Heide bij Bocholtz. In deze tijd bezit Mei Raedermeeckers het op de Heide. Claes, Mei Raedermechers zoon, betaalde volledig in de jaren 1581-88. |
|
Karl Sleipen unde sijn huysvrou Jutte jaergetzijt, waer van der pastoir hefft een vaet roggen op huys unde hoff op den Prickart. Nu ter tijt hylt Pouwels Bendels, getrout hebbende Klaes Horn dochter. Pouwels Bendels exacte solvit usque ad annum 1585. Solvit usque ad annum 88. |
Jaardienst voor Karl Sleipen en zijn vrouw jutte, waarvoor de pastoor 1 vat rogge krijgt op huis en hof op de Prickart. In deze tijd bezit Pouwels Benders het; hij is getrouwd met de dochter van Klaes Horn. Pouwels Benders betaalde volledig tot het jaar 1588. |
|
Ga naar margenoot+Eve Beyen jaergetzijt waer van der pastoir hefft een eerffvaet roggen unde die kerck off kerckmeister van Bochultz betzaelen den pastoir. |
Jaardienst voor Eve Beyen, waarvoor de pastoor erfelijk 1 vat rogge ontvangt en de kerk of de kerkmeester van Bocholtz betalen de pastoor. |
|
Meisken Schoenmeecker editimus sine mombourinis ecciesie de Bochultz, solvit anno 1583 priori Augustinensium Aquensium loco pastoris. |
Meisken Schoenmeecker, kerkmeester zonder voogdij aan de kerk van Bocholtz, betaalde in het jaar 1583 aan de prior van de Augustijnen in Aken in plaats van de pastoor. |
|
Jan Vermans unde Mechtelt sijn huysvrou jaergetijt, waer van der pastoir hefft jaerlix een halff vaet roggen; onderpandt huys unde hoff tzo Horn unde der kuster eenen kop. Reigenoet... |
Jaardienst voor Jan Vermans en Mechteld zijn vrouw, waarvoor de pastoor ½ vat rogge ontvangt; onderpand zijn huis en hof te Horn en de koster 1 kop.
Grenzend........ |
|
Der Lyndenstock gylt den pastoir een halff eerffvaet roggen koemende nut een jaerbeganck van Jan Loduwich Leen Bachus partijen. Reigenoet.............. Nu ter tijt hilt Peeter Jongen; non tenetur ex isto tantum fundo, sed ex parte Symen Heuts etiam dimidium vas. Petrus Jongen exacte |
De Lindenstok geeft de pastoor erfelijk ½ vat rogge komend van een jaardienst voor Jan Loduwich en de familie van Leen Bachus. Grenzend... In deze tijd is dat in het bezit van Peter Jongen; hij is niet alleen op deze grond, maar ook vanwege Symen Heuts ½ vat |
| |
| |
solvit usque ad annum 1584. |
verschuldigd. Peter Jongen betaalde volledig tot het jaar 1584. |
|
Ga naar margenoot+Jan Cardenael unde sijn huysvrou Tryn met hun kynderen jaergetijt, waer van der pastoir hefft jaerlix een eerffvaet roggen unde der kuster eenen cop op twe morgen landtz; nuij ter tijt hilt........... |
Jaardienst voor Jan Cardenael en zijn vrouw Tryn met hun kinderen, waarvoor de pastoor jaarlijks erfelijk 1 vat rogge ontvangt en de koster 1 kop over 2 morgen land; in deze tijd heeft... |
|
Anno 1580, 82 solvit Tryn Kuttens ex parte sui nepotis Tryn Kuttens; solvit anno 83, 84, 85 usque ad annum 86. Singulis annis unum vas siliginis et custodi unum cop. |
In de jaren 1580 en 1582 betaalde Tryn Kuttens namens haar neef. Tryn Kuttens betaalde in de jaren 1583-85 tot het jaar 1586. In elk jaar 1 vat rogge en aan de koster 1 kop. |
|
Peeter Sistermans unde sijn huysvrou Ida jaergetijt waer van der pastoir heeft een eerffvaet roggen unde der kuster eenen cop unde die fabryck dry cop. Dat onderpandt is een halff buynder landts aen die Rydderskoul, nuy ter tijt hylt Peter Jongen, getrout hebbende Klueren dochter Merien van Oppen. Reigenoeten........... Petrus Jongen exacte solvit usque ad annum 1584. |
Jaardienst voor Peter Sistermans en zijn vrouw Ida, waarvoor de pastoor erfelijk 1 vat rogge krijgt en de koster 1 kop en de kerkfabriek 3 kop. Het onderpand is ½ bunder land bij de Ridderskoel; in deze tijd bezit Peter Jongen het; hij is getrouwd met Kluer, de dochter van Merien van Oppen. Grenzend aan..... Peter Jongen betaalde volledig tot het jaar 1584. |
|
Quarum animarum et nostrarum misereatur omnipotens Deus, cuius misericordie non est numerus. |
Moge de almachtige God zich ontfermen over hun en onze zielen. Hij wiens erbarmen mateloos is. |
|
|