| |
FF. 62v-64v.
Ga naar margenoot+Anno 1581 den 4en dach decembris ben ich als pastoir gerichtelich unde erffelick gesadt in die vijff morgen bempden genampt in den Puntel off tzo Oppen weisdom goet, ter tzijt occuperende Pouwels Beisels cumm suis, achter volgende den contrack van heer Andrees van Doenradt pastoir van Sympelvelt (dum viveret), unde is alsullix gedecreteert van Hendrich Boelmans, schoutet, Paschen Heuts, Leonard Brouwers, Wilhelm Freents, Leonardt Heuts, Leonardt Knousten, Leonardt Smetz, alte- saemen scheffen van Sympelveldt. Reigenoeten nae nesten Symon Cardinael, Alman Lambrechs cum suis, nae suyden dat gasleen, nae Westen des Wijers bempdt, nae Noerden die |
In het jaar 1581, de 4e dag in december, ben ik als pastoor wettig en erfelijk eigenaar geworden van 5 morgen beemden met de naam ‘In de Puntel’ ofwel het weisdomsgoed van Oppen, indertijd in beheer bij Pouwel Beisels met zijn familie, volgens het contract van de heer Andrees van Doenradt, pastoor in Simpelveld (tijdens zijn leven) en datzelfde is vastgesteld door Hendrich Boelmans, de schout, Paschen Heuts, Leonard Brouwers, Wilhelm Freens, Leonardt Heuts, Leonardt Knousten en Leonardt Smetz, allen schepenen van Simpelveld. Grenzend in het oosten aan Symon Cardinael en Alman Lambrechs met familie, |
| |
| |
gemeynten off dat Broeck. Johannes Cardinael ex parte sue uxoris tenet dimidium jornale ex istis quinque et debet singulis annis solvere sex capones et -iij- vasa havene et exacte solvit usque ad annum 1583. |
in het zuiden aan het steegje, in het westen aan de beemd van de Wijer, in het noorden aan de meent ofwel de Broek. Johannes Cardinael beheert namens zijn vrouw ½ morgen van die 5 en moet elk jaar 6 kapoenen betalen en 2½ vat haver en hij heeft volledig voldaan tot het jaar 1583. |
|
Guert Beisel nuy ter Drijver partien offt Beisel halden twe morgen lantz. Der een gelegen bij den Aecker wech unde der ander tegen Flegen- dal over, achtervolgenden de compromis geannoteert folio 28. Nuy ter tijt hylt alsullix der son in den Drijver unde Neesken, Peeter Wysen dochter tzo Oorsbeeck unde gelden hyr van ses vaet haeveren jarlix, derde halff vas roggen, dry taelwerdigen capuyn, een heen unde betzaelt Buetsken Ingelen. Die cappoen met der hynnen onder protestatien, want sij van den voirseide weisdom goet nyet en possideert. Paulus Beisel et Agnes filia petri Wijsen atque et Elisabet filia Ingelken Jaspars exacte solverunt usque ad annum 1583, solverunt anno 83, 84, 85. Peeter op den Reynart ex parte Pauli solvit anno 85 et 86 singulis annis duo vasa havene at unum vas siliginis. |
Guert Beisel die nu een deel van de Drijver of Beitel heeft, heeft 2 morgen land. De ene gelegen bij de Akerweg en de andere tegenover Vlengendaal volgens de overeenkomst beschreven op folio 28. Op dit ogenblik beheert de zoon het land in de Drijver en Neesken, de dochter van Peeter Wijsen, in Orsbach. En hiervoor zijn 6 vat haver verschuldigd per jaar, 2½ vat rogge, 3 gezonde kapoenen, 1 hen; Buetsken Ingelen betaalt die kapoenen en 1 hen onder protest, want zij bezit niets van het genoemde weisdomsgoed. Paul Beisel en Neesken, de dochter van Peter Wijsen en ook Elisabeth, de dochter van Ingelken Jaspars hebben volledig betaald tot het jaar 1583; betaald in de jaren 1583-85. Peter Op den Reynart heeft namens Paul betaald in het jaar 1585 en 1586, elk jaar 2 vat haver en 1 vat rogge. |
|
Ga naar margenoot+Geel Vaes nuy ter tijt sijn dochter hylt eenen halven morgen genoemen uut die voirseide morgen van Guert Beisel unde gylt hyr van jaerlix een halff vas roggen unde een vas haeveren. Regenoet Thys op geenen Tegger unde Wilhelm in den groeten hoff. Wilhelmus gener Geel Vaes exacte solvit usque ad annum 1583. Solvit anno 83, 84, 85. Betaelt 86, 87, 88, 89. |
Geel Vaes, op dit ogenblik zijn dochter, beheert ½ morgen die komt uit de genoemde morgen van Guert Beisel en betaalt hiervoor jaarlijks ½ vat rogge en 1 vat haver. Buren zijn Thijs en Tegger en Wilhelm in de Grote Hof. Wilhelm, schoonzoon van Geel Vaes, betaalde volledig tot het jaar 1583. Betaalde in de jaren 1583-85. Betaalde van 1586-89. |
|
Thys, Peeters Kryckelberchs soen op geen Billen heuff, hylt eenen halven morgen landts. Regenoet Geel Vaesen landt unde gilt hyr van een halff vas roggen unde een vas haeveren Exacte solvit usque ad annum 1583 siliginem, solvit annum 83, 84 Siliginem, item anno 85, 86; betaelt 87, 88, 89. |
Thys, zoon van Peeter Kryckelberch op de Billenhof, beheert ½ morgen land, grenzend aan het land van Geel Vaessen en betaalde hiervoor ½ vat rogge en 1vat haver. Hij betaalde volledig tot het jaar 1583 de rogge; betaalde over de jaren 1583 en 1584 de rogge; idem in de jaren 1585 en 1586; betaalde van 1587-89. |
|
Guert Urlichs, nuy ter tiit hylt Hans unde Lambrecht Roetkrans halden eenen halven morgen landts, regenoeten..... unde gelden jaerlix hyr van een halff vaet roggen unde een vaet haeveren. Exacte solverunt usque ad annum 1583, solverunt annum 83, 84, 85, betaelt 86, 87, 88, 89. |
Guert Urlichs, op dit moment Hans en Lambrecht Roetkrans, hebben ½ morgen land, buren........ en moeten hiervoor jaarlijks ½ vat rogge en 1 vat haver betalen. Ze betaalden volledig tot het jaar 1583; betaalden over de jaren 1586, 1587, 1588 en 1589. |
|
Heilger Cardinael aen die kerck tzo Bochultz nuy ter tijt hylt Merchen, naegelaeten weduwe, eenen morgen unde -xxv- roeien graes plaetz, daer sijn huys op gebouwen is. |
Heilger Cardinael bij de kerk van Bocholtz, op dit moment heeft zijn weduwe Merchen 1 morgen en 25 roeden grasland, waarop zijn huis gebouwd is. |
| |
| |
Regenoet nae oesten die straet tuschen den kerchoff tzo Bochultz, nae suyden die ander straes gaende nae Achen unde norden Geerken Urlich huys unde gylt jaerlix hyr van dry vas roggen unde dry vas haeveren eenen halven cop. Maria, viduwa Helrici Cardinael perfecte solvit usque ad annum1583, solvit annum 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89. |
Grenzend in het oosten aan de straat tussen het kerkhof van Bocholtz, in het zuiden aan de andere straat naar Aken en in het noorden aan het huis van Geerken Urlich en zij moet hiervoor jaarlijks 3 vat rogge en 3 vat haver en ½ kop haver betalen. Merchen, weduwe van Heilger Cardinael, betaalde volledig tot het jaar 1583; betaalde over de jaren 1583-89. |
|
Gyrken Urlichs nuy ter tijt Hans Roetkrans unde Lambrecht Roetkrans unde Houprecht Scrynenmeecker halden eenen halven morgen gras plaetz daer hun huys op gebouwen is. Regenoet nae oesten die straes tuschen den kerchoff tzo Bochultz, nae suyden Heilgers Cardinael huys ende weisdomps goet unde gelden jaerlix |
Gyrken Urlichs, op dit moment Hans Roetkrans en Lambrecht Roetkrans en Houprecht Scrijnenmeecker, hebben ½ morgen grasland, waarop hun huis is gebouwd. Grenzend in het oosten aan de straat tussen het kerkhof van Bocholtz, in het zuiden aan het huis van Heilger Cardinael en weisdomsgoed; en jaarlijks betalen zij |
Ga naar margenoot+hyr van (anderhalff vas roggen) unde dry vas haeveren eenen halven cop. Prefati exacte solverunt usque ad annum 1583, solverunt annum 8, 84, 85; [item betaelt] 86, 87, 88, 89. Anno 88 hefft Houprecht twee transport gedaen, den 27e martij nut een buij tinge den Lambrecht Roetkranns in presentie als laten Jan Mullens unde mijnder persoenen unde Jan Munninx. |
hiervoor (1½ vat rogge) en 3 vat haver en ½ kop. Genoemden hebben volledig betaald tot het jaar 1583; ze betaalden in de jaren 1583-85. (Ook betaald in 1586) en 1587-89. In het jaar 1588 heeft Houprecht op 27 maart twee overdrachten gedaan uit een ruil die Lambrecht Roetkrans, aanwezig als knecht van Jan Mullens, en mijn persoon en Jan Munninx gedaan heeft. |
|
Nota. Quod illa prefata duo jornalia que solebat occupare Guert Beisel et Dryvers partien: Modo occupat unum dimidium jornale Pauwels Beisels, aliud dimidium jornale Thys Tegger seu Thys Peeters, aliud dimidium jornale filia Geel Vaes, aliud dimidium jornale Henniken Houprechs; limites sunt der Kruysbruder goet, voer heut twe morgen haeveren landt, dat aen Merx gegolden is. Solverunt 83, 84, 85, 86, 87,88, 89. Dirich Brouman, Urlich Teger nuy ter tijt hylt die weduwe van Jan Munix op gen Heidt ses morgen landts. Reigenoet Thys op den Tegger daer sijn huys op gebouwen is unde schuyft nut op Bys hoff unde gelden jarlix hyr van twelffvaet haeveren unde ses vaet roggen. Noch reigenoeten der wech der van Bongardter Lyndt komp tzo Bogudt die Kommer. Vidua Jan Muninx exacte solvit usque ad annum 1583, solvit annum 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89. |
Opmerking. Wat betreft die 2 genoemde morgen die Guert Beisel gewoonlijk had en het deel van de Drijver: Slechts ½ morgen heeft Pauwels Beisel, de andere ½ morgen Thys Tegger of Thys Peeters, de andere ½ morgen de dochter van Geel Vaes, een andere ½ morgen Henniken Houprechs; grenzen zijn de Kruisbroederhof, voor nu 2 morgen haverland dat aan Merx betaald is. Ze betaalden van 1583-89. Dirich Broumen en Urlich Tegger, op dit moment heeft de weduwe van Jan Muninx op de Heide 6 morgen land, grenzend aan Thys op den Tegger, waarop zijn huis is gebouwd en het loopt tot aan de Byshof en zij moeten hiervoor jaarlijks 12 vat haver betalen en 6 vat rogge. Verder grenzend aan de weg, die van de Bongarder Linde loopt tot de Kommer in Bocholtz. De weduwe van Jan Muninx betaalde volledig tot het jaar 1583; betaalde in de jaren 1583-89. |
|
Wilhem in den Groeten hoff tzo Vetzsen nu ter tijt hylt Peeter Smetz unde Jorden als mombers der onmundigen kynderen off enckelen Willem voirscreven ses morgen landts, Reigenoet lanx den Orsberger wecht unde schuyst op Wilken Kosters goet op gaende nae Orsbeeck unde gelden jaerlix hijr van ses vas roggen unde twelff vaet haeveren. Momburni prefati exacte solverunt usque ad |
Wilhem in de Grote Hof te Vetschau; in deze tijd hebben Peeter Smetz en Jorden als voogden van de minderjarige kinderen of kleinkinderen van genoemde Willem 6 morgen land, grenzend aan de Orsbacherweg en dit land loopt door tot het land van Willem Koster richting Orsbach en hiervoor zijn 6 vat rogge verschuldigd en 12 vat haver. De genoemde voogden hebben |
| |
| |
annum 1583. Solverunt annum 83, 84, 85. Item 86, 87, 88, 89. |
volledig voldaan tot het jaar 1583. Ze hebben betaald in de jaren 1583-85. Ook van 1586-89. |
|
Ga naar margenoot+Nicolaes Voerst hylt dry vierdel. Reigenoet die straet tuschen de Kruysbroeder hoff tzo Bochult, unde nae norden Jan Muninx ses morgen, unde ist etzonder gras plaetz unde gilt jaerlix hyr van een vaet roggen, twe tzaelwerdigen cappuyn, twe schillinx pennegen. Nicolaus male solvit, tarnen ad evitandas lites registravi usque ad annum 83, solvit annum 83, 84 et transtulerunt dimidium vas super seguentem curtem et solvit Neesken Wijsen anno 83, 84, 85. Solvit 86, 87, 88, 89. |
Nicolaes Voerst heeft 3 vierdel land, grenzend aan de straat tussen de Kruisbroederhof te Bocholz en in het noorden aan de 6 morgen van Jan Muninx en het is voornamelijk grasland en hiervoor is jaarlijks 1 vat rogge verschuldigd, 2 gezonde kapoenen, 2 schellingen in munten. Nicolaes heeft slecht betaald, maar om strijd te vermijden heb ik genoteerd tot het jaar 1583; hij betaalde in de jaren 1583 en 1584 en ze hebben ½ vat overgedragen naar de volgende hoeve en Neesken Wijsen heeft in de jaren 1583-85 betaald; hij betaalde van 1586-89. |
|
Item an vierdel meer off men gras plaetz neven den kerckhoff tzo Bochultz, unde nae westen die straet die gaet naer die herbercht, unde nae oesten Born unde den herbercht Bongardt, unde gilt jaerlix twe capuyn; nu ter tijt hilt Nicolaes Voerst. Nicolaus solvit ut supra usque ad annum 83, solverunt annum 83, 84, 85 exceptis caponibus et dimidium vas seliginis. Solvit 86, 87, 88, 89. |
Ook ongeveer een vierdel grasland naast het kerkhof te Bocholtz en in het westen de straat die loopt naar de herberg en in het oosten Born en de herberg van de Bongard en dit brengt jaarlijks 2 kapoenen op. In deze tijd beheert Nicolaes Voerst het. Nicolaes betaalde (zie boven) tot het jaar 1583; ze betaalden in de jaren 1583-85 behalve de kapoenen en ½ vat rogge; hij betaalde in 1586-89. |
|
Joncker Baltus Haeff tzo Overhousen; nu ter tijt hilt joncker Willem Haeff vijff boender aen den Landtgraeff nae inhaldt, segel unde breeff daer van wesende unde gilt jaerlix hyr van twelfleff vas spelten unde -xii- vas haeveren. Domicellus exacte solvit usque ad annum 82, solvit annum 82, 83, 84, excepta spelta. Item annum 85 Mechteldis Wevers solvit eius nomine omnes restantias. |
Jonker Baltus van den Hove te Overhuizen, in deze tijd beheert jonker Willem van den Hove 5 bunder bij de Landgraaf, volgens bestaande tekst, zegel en brief en hiervoor is jaarlijks 12 vat spelt verschuldigd en 12 vat haver. De jonker betaalde volledig tot het jaar 1582; betaalde in de jaren 1582-84, uitgezonderd de spelt. Evenzo betaalde Mechtild Wevers in het jaar 1585 in zijn naam het restant. |
|
Hendrich Muysche; nu ter tzijt hylt Jan Mullers der wever in den Waelbroeck van Welten dry morgen gras plaetz, waer op sijn huys gebouwen staet, unde gilt hyr van jaerlix vuff vas haeveren unde vier taelwerdigen cappuyn. Reigenoet die gemeijten die rechte sijde die straet tuschen Kortenbachs hoff unde die slencke sijde Jan Meis goet, boven aen heut op dat Dresken. Johannes Mullens perfecte solvit quatuor vasa havene et tres capones usque ad annum 84; cetera debet solvere domicellus Jaspar Kortenbach solvit Johannes Mullens annum 84, 85. |
Henrich Muysche, in deze tijd in bezit van Jan Mullers, de wever in Waalbroek, afkomstig van Welten, 3 morgen grasland waarop zijn huis gebouwd is en hij betaalt hierover jaarlijks 5 vat haver en 4 gezonde kapoenen. Begrensd aan de opgemeten rechterkant aan de straat tussen de hoeve Kortenbach en aan de linkerkant door het bezit van Jan Meis, boven aan de hoogte op het Dresken. Jan Mullens betaalde volledig 4 vat haver en drie kapoenen tot het jaar 1584, de rest moet jonker Jaspar Kortenbach voldoen; Jan Mullens betaalde in de jaren 1584 en 1585. |
|
Ga naar margenoot+Claes Beysels van hous unde hoeff in den Drijver dry cappoen, een hinne. Beutsken Engels unde haer suster |
Claes Beysel betaalde voor huis en hof in de Drijver 3 kapoenen en 1 hen. Beutsken Engels en haer zuster |
| |
| |
Entgen van weegen Claes Beysels partijen exacte solvit usque ad annum 84, 85, 86 Geel Vaes een halff vas roggen; betaelt anno 84, 85, 86, 87. |
Entgen hebben volledig betaald vanwege het deel van Claes Beysels tot de jaren 1584 -86. Geel Vaes betaalde ½ vat rogge in de jaren 1584 -87. |
|
|