| |
FF. 36r-38v.
Ga naar margenoot+Litere iste non sunt reale, sed suspecte. |
[Bovenschrift:] Deze akte is niet echt, maar verdacht. |
Copy. Int jaer ons heeren -m.iiiic lxxviii- sijn verscheenen heer Mathijs religieus tot Berpae ende pastoer tot Sympelvelt, jonker Jan van den Haeff, Aret van Bulckom, Jan Huysmans, Henrich Musche als gedeputeerden unde geconstitueerden volmechtigen der anderen gemeynen naeberen Sympelvelt unde Bochults, voer den eerwerdigen heeren Goeswijns Hemones abt tot Berpae der stadt Luydich, broeder Leenardt van Lymborch, genant Bylsteyn, prior, broeder Johan van Bastoin, supprior, broeder Willem de Ora, broeder Andrees van Doenraedt, broeder Gelis Franschimont, broeder Michael van Naemen, broeder Johan van Grijmbij, broeder Lambrecht de Falcone, unde anderen conventualen des godtshuys Berpae in dat capitelhuys bekenden cloester Berpae. Ende voer mij notaris onderscreeven, unde begeerden dye voerseide verordineerden unde volmechtigen van Sympelvelt. Dat alsullicke supplicatie gepresenteert siende den -xixe- meerts |
Kopie. In het jaar van onze Heer 1478 zijn verschenen heer Mathys, geestelijke te Beaurepart en pastoor te Simpelveld, jonker Jan van den Hove, Aret van Bulckom, Jan Huysmans en Henrich Musche als vertegenwoordigers met volmacht van de andere gewone inwoners van Simpelveld en Bocholtz, voor de eerwaarde heer Goeswijns Hemones, abt van Beaurepart in de stad Luik, broeder Leenardt van Lymborch, genaamd Bylsteyn, prior, broeder Johan van Bastoin, subprior, broeder Willem de Ora, broeder Andrees van Doenraedt, broeder Gelis Franchimont, broeder Michael van Namen, broeder Johan van Grymby, broeder Lambrecht de Falcone en andere kloosterlingen van het klooster Beaurepart in het kapittelhuis van het genoemde klooster Beaurepart. En voor mij, ondergetekende, notaris, |
| |
| |
int jaer voermentioneert soude bij den voerseide preelaet ende religieusen soude geconcludeert ende geindt worden ende inne crafft blijven. Wellicke supplicatie inhaldende was aldus: Eerwerdige geislicke prelaet ende religieusen des godtshuys Berpae, wij heer Mathijs van Tongeren, pastoer tot Sympelvelt, landt Shartegenraidt, joncker Wilhelm van den Haeff, Aret van Bulckom, Jan Huysmans, Henrich Musche als volmechtigen ende verordineerden in deeser saecke der anderen naeberen Sympelvelt ende Bochults, blijckende bij deeser tegenwordige volmacht schrifftelick. Geeven te kennen met alle reverentie uwer Eerwerdicheit ende anderen conventualen, hoe dat wij supplianten geconsidereert hebben dye kleyn geleegentheit van koeweiden toestaende dat huys der pastorien tot Sympelvelt. Ende aengemerckt dat dye besten geleegentheit zich begeeft ende begeeven heft tot aller profijtelixten |
verlangden de genoemde vertegenwoordigers en gevolmachtigden van Simpelveld, dat over een verzoek dat op 19 maart in het genoemde jaar al gedaan was bij de genoemde prelaat en de religieuzen, een besluit genomen zou worden en dat dit van kracht zou blijven. Het verzoek was als volgt: Eerwaarde heer geestelijke en religieuzen van het klooster Beaurepart, wij, heer Mathys van Tongeren, pastoor te Simpelveld, in het land van 's-Hertogenrade, jonker Wilhelm van den Hove, Aret van Bulckom, Jan Huysmans en Heinrich Musche, getuige deze schriftelijke volmacht gevolmachtigden en vertegenwoordigers van de andere inwoners van Simpelveld en Bocholtz in deze zaak: wij geven met alle eerbied te kennen aan U, Eerwaarde heer en de andere leden van het convent, dat wij, vragers, de minder belangrijke zaak van de ‘koeweiden’ die horen bij de pastorie te Simpelveld, ter harte hebben genomen. En omdat de gelegenheid de meest gunstige kans biedt |
Ga naar margenoot+ende geleegentheit dye selleve pastorie met weiden te versyn. Alsoe hebben wij naeberen met hulpe van onssen pastoer ende volkoemende consent des eerwerdigen heeren abt ende religieusen des godtshuys tot Berpae, als eerffgiffters onsser parocheal kercken van Sympelvelt eewelicke ende eerffelicke verkocht verkoepht twelleff eerff vaeten roggen koemende bij fundatien nut den jaerbeganck van den geslecht van Emstenraedt, ende veronderpandt der Vroenhoff, toestaende joncker Wilhelm van den Haeff. Ende een igelicke eerff vaet roggen verkocht aen joncker Wilhelm voerseid ende van den selleven betaelt daer voer acht Andrees goltguldens. Swaer van gewichte ende goet van golde. Noch eerffelicke verkocht ses vaete roggen nut den jaerbeganck Wilhelm Pelsers tzo Bulckom aen Jan van den Haeff, igelick vaet voer acht golt guldens, wellicken ses vaeten roggen veronderpandt was der hoff van Bulckom. Noch acht vaeten roggen toestaende Onsser Liever Vrouwenaltaer tot Sympelvelt. Oeck dat eerff vaet roggen verkocht acht golt guldens. Noch omtrent vuff vaeten roggen allet eerffelick koemende uut diversen jaergetijden, ider vaet voer acht golt guldens, wellicke pennegen uutgegeeven sijnt voer dye weerff pennegen ende anderen gedaende onkosten. Noch gehepoticeert ende eerffelick uutgegeeven dry morgen weiden weysdomps goet geleegen in den Waelbroeck toestaende der pastorien, aen Hendrich Musche, met conditie dat der Hendrich ende zijn naekoemende eerven ende partien ende erffgenaemen dat selleffs weisdomsgoet besittende, sullen jaerlix daer van betaelen allen jaer op synt Meertens buschop daech, offte synter Andrees daech Apostel daer nae |
de pastorie te voorzien van weiden, hebben wij, inwoners, met hulp van onze pastoor en de volledige instemming van de eerwaarde heer abt en de religieuzen van het klooster te Beaurepart als erfelijk patroon van onze parochiekerk van Simpelveld, eeuwig en erfelijk verkocht 12 vat rogge uit de gestichte jaardienst van de familie van Imstenrade en met de Vroenhof verpand, met toestemming van jonker Wilhelm van den Hove, en verkocht aan jonker Wilhelm voor 8 Andreas goudgulden per erfelijk vat rogge, zwaar van gewicht en van echt goud. Ook erfelijk verkocht 6 vat rogge uit de jaardienst van Wilhelm Pelsers te Bulkum aan Jan van den Hove, ieder vat voor 8 goudgulden, voor welke 6 vat de hof van Bulkum als onderpand gold. Verder 8 vat rogge horend bij het O.L.V. altaar in Simpelveld. Ook dat erfelijk vat verkocht voor 8 goudgulden. Verder ongeveer 5 vat rogge afkomstig van verschillende jaardiensten, ieder vat voor 8 goudgulden, welk geld uitgegeven is aan de kooppenning en andere onkosten. Ook onder hypotheek erfelijk uitgegeven 3 morgen weidegrond, weisdomsgoed gelegen in de Waalbroek, behorend bij de pastorie, aan Hendrich Musche, onder voorwaarde dat Hendrich en opvolgers, partijen en erfgenamen die dat weisdomsgoed bezitten, daarvoor jaarlijks op Sint Maarten bisschop of Sint Andreas apostel daarna in de loop van de dag, zullen betalen 5 vat haver en 4 gezonde |
| |
| |
met den sonnenschijn vijff vas haeveren ende vier taelwerdigen capoenen drij schillinx pennegen, kommer |
kapoenen, 3 schellingmunten, |
Ga naar margenoot+loes beede vrij onbelast van allen saecken. Ende sullen dye partien dye selleven lyveren volgende dye anderen weisdomps guederen. Ende dat selleffs weisdomps goet den grondt met geynen pachtlues noch eerffelicke te beswaeren noch te belasten in eynigen tijden noch te verkoepen dan bij consent des abts, pastoers ende conventuaelen des godtshuys voerseid, op verbuertenis des grondts. Oeck bij verkoepen sal dye oeverdraecht van den selleven gescheeden voer den pastoer ende laeten der weisdomps guederen, met weerffschillinck den -xi en- penninck ende anderen gebroucken daer toe dienende. Ende bij fault der voltaelinge als voerscreven op verbuertenisse des grondts sonder eynich wyderspreecken der sellever besitters, dan sullen den pastoer deur affgebot des werlicken richters alsullix gehepoticeert weisdoms goet willich laeten volgen ten eewigen daegen als met allen geislicken ende werlicken rechten daer inne erwonnen zonder eynich wyderspreecken met recht offte andersins bij hun luyden offte imants van hunnen tweegen, dan goetwillich handt unde voet van den grondt affdoen. Heft oeck Hendrich Musche betaelt inne behoeff der gegolden weiden dry en twintich golt guldens. Alsoe sijn gegolden voer allen desen voergenantden gelaechde pennegen, nemlich twe hondert een en seventich bescheiden golt guldens aen Jan Huysmans eenen hoff genampt Housmans hoeff, liggende aen dye gemeyne straet teegen den Pannesleeger, ende ter anderen sijden nat noerden dat gasken gaende nae den Syben, dye ander sijde Hents partien. Noch voer dye voerseide pennegen gegolden aen Jan Housmans eenen hoff offte weide genampt ‘der Triechter hoff’, |
zonder bezwaring en lasten. En de partijen zullen die zaken leveren, evenals bij de andere weisdomsgoederen. En ze zullen de grond van het weisdomsgoed niet bezwaren met pacht noch erfelijk belasten, noch ooit verkopen zonder toestemming van de abt, de pastoor en de conventuelen van het klooster, op straffe van verbeurdverklaring van de grond. Ook zal bij verkoop de overdracht gebeuren voor de pastoor en de laten van de weisdomsgoederen met als kooppenning de 11e penning en met andere gebruiken die daarop betrekking hebben. En bij in gebreke blijven van de betaling volgt verbeurdverklaring van de grond zoals beschreven, zonder enige tegenspraak van de bezitter; dan zullen zij bij bevel van de wereldlijke rechter de pastoor voor altijd in het bezit stellen van het weisdomsgoed onder hypotheek, met inbegrip van alle bijbehorende geestelijke en wereldlijke rechten, zonder tegenspraak of anderszins door henzelf of iemand namens hen, maar vrijwillig met hand en voet het land verlaten. Hendrich Musche heeft ook inderdaad voor de gekochte weide 23 goudgulden betaald. Dus is met deze benodigde munten, namelijk 271 goudgulden, aan Jan Huysmans betaald voor een hof, genaamd de Housmans hof, gelegen aan de openbare weg bij de Panneslager en aan de ene kant naar het noorden het steegje naar de Syben, aan de andere kant het deel van Hent. Ook met de genoemde munten betaald aan Jan Housmans voor een hof of weide genaamd |
Ga naar margenoot+begrijpende omtrent drye groeten morgen, den morgen hondertvijfftich royen, ende dye roede -xvi- voeten, geleegen op dye gemeine straet gaende nae den Krutswech, genampt ‘dye Nermstras’. wellicken twee weiden verkocht sint van Jan Housmans sittende inne zijnen aelingen stoel met zijnder wettelicker eersten huysvrouwen Berb. Ende gegolden inne alle maneeren als dye weiden waeren liggende, ewelick ende eerffelick tuschen hun bescheiden paelen tot behoeff der pastorien Sympelvelt. Ende Jan Housmans deesen voerseide pennegen (bij consent des voerseide eerwerdigen heer en Abt ende convent van Berpae ontfangen hebbende) ende sich bedanckende der goeder betaelinge, alsoe ist voerbehalden ende bewillicht bij dye gedaende gerichtelycke guedinge ende eerff transport nu ende ten eewigen daegen bij den voerseide Jan Housmans ende zijnder huysvrouwe Berb als macht hebbende deesen twee voergenampte weiden als hun eygen |
de Triechterhof, ongeveer 3 grote morgen groot, per morgen 150 roede en per roede 16 voet, gelegen bij de openbare weg naar de Kruisweg, genaamd de Irmstraat, welke 2 weiden verkocht zijn door Jan Housmans, die gehuwd is met zijn wettige eerste vrouw Berb. En gekocht zoals de weiden gelegen waren, eeuwig en erfelijk tussen de vaste grenspalen ten voordele van de pastorie van Simpelveld. En nu Jan Housmans dit geld met toestemming van - de genoemde eerwaarde heer abt en convent van Beaurepart ontvangen had en bedankte voor de goede betaling, nu is met rechterlijke uitspraak een erfelijke overdracht goedgekeurd door Jan Housmans en zijn vrouw Berb aan de rechthebbenden op de twee weiden als hun eigen grond, ook voor hun erven en nakomelingen. In aanmerking is genomen, |
| |
| |
grondt ende eerff ende gerechten erffen ende naekoemelingen. Aengemerck dat dye spraeck was dat dye geislickheit geen werlicken heeren gronden en souden hyrnaemals eerffelicke besitten. Ende alsoe dye pastorie tot naerkoemende tijden soude moegen deur imants deesen voerseide gegolden getransporteerden weiden bij alsullicken myddelen offte practijcken onteerff worden. Ende omme deese beswaerenisse voertekoemen sonder argelist, daeromrne sullen nu ende ten eewigen daegen deese voerscreeven twe weiden veronderpant zijn ende verblijven oeck gerichtelick veronderpandt ende verbleeven voer dye justicie van Sympelvelt (bij alsoe |
dat er sprake van was, dat de geestelijkheid hierna geen wereldlijke gronden meer erfelijk zou mogen bezitten. En zo zou de pastorie in de toekomst door iemand, wat betreft de gekochte overgedragen weiden, op deze manier kunnen worden onterfd. Om dat probleem in goede trouw te voorkomen, zullen de twee weiden ten eeuwigen dage als onderpand dienen, ook wettelijk voor de |
Ga naar margenoot+noedich bij oersaecken als voergementioneert) omme jaerlix aen den pastoer van Sympelvelt te betaelen eerffelicke dry en twintich vaeten roggen. Ende Onsser Liever Vrouwen altaer acht vaeten roggen. Ende van dye drientwintich golf guldens koemende van Hendrich Musche den interest, volgende der Guylixer ordenancien. Ende den grondtheer zijn behoerlicke haever, ende van den dry morgen een hoen. Noch van den Triechter hoff der fabrycken der lcercken Sympelvelt onderhalven ca poen jaerlix vijff denaers. Waeromme alsoe ist dat wij heer Goeswinus Hemones abt des voerscreeven convents ende religieusen voergenampt voer onsen Notaris ende gedeputeerden voerseid inne deese verkoepinge ende geldinge, transport ende hepoteeclce bij conditien voergementioneert, nu ende ten eewegen daegen geconsentiert hebben, ende consenteeren ende haldende in effect bij deesen beseegelden brieff in allen tijden sonder argelist. Ende tot confort hebben wij ende dye supplianten aen onsen notaris ende secretaris van onsen capittel voerseid begeerdt voerrigen puntten bij scrifften int pargament te stellen. Ende omme als dan bij oprechten seegelen te beseegelen bij ons beiden partien. Ende gescreeven ende beseegelt siende. Ende twe eensgelijcken gecollationeerden brieven, waer van der een blijven sal in onssen secreete capitulaer kaeste bij den convent, ende der ander zal oevergelyvert woerden joncker Wilhelm van |
rechtbank van Simpelveld (mocht het hierdoor nodig zijn), om jaarlijks aan de pastoor van Simpelveld erfelijk 23 vat rogge te betalen. En aan het O.L.V.-altaar 8 vat rogge. En de rente van de 23 goudgulden van Hendrich Musche volgens de Gulikse reglementen. En aan de eigenaar van de grond de haver die hem toekomt en voor de 3 morgen 1 kip. Ook voor de Triechterhof aan de kerkfabriek van Simpelveld 1½ kapoen jaarlijks en 5 penningen. Daarom hebben wij, heer Goeswinus Hemones, abt van het genoemde klooster en de religieuzen, voor onze notaris en de genoemde vertegenwoordigers met deze verkoop en de geldige overdrachten hypotheek onder de genoemde voorwaarden voor altijd ingestemd en daarom hebben we deze brief in goede trouw van ons zegel voorzien. En ter bevestiging hebben wij en de vragers aan onze notaris en de secretaris van ons kapittel gevraagd de genoemde punten op perkament te schrijven. En om daarna beide in alle eerlijkheid te zegelen. En twee gelijkluidende gecontroleerde akten, van welke er een in onze geheime charterkast in het klooster zal blijven en de ander overhandigd zal worden aan jonker Wilhelm van |
Ga naar margenoot+den Haeff in behoeff voer heem ende allen anderen den wellicken alsullicken brieff zal aengaen ende van noeden zijn offte weesen. Gheschiet tot Luyck in dye abtdije int convent Berpae int jaer voerseid den -xviiie- Apprilis in presentie mij notaris geordineert, geswoeren ende geadmittert bij den official ende hoff van Luyck, als oeck inne den Raede van Brabandt hyr inne versocht ende geroepen. Onder stondt gescreven, Hubertus Ordingen, Notarius. |
den Hove ten behoeve van hem en alle anderen die bij deze akte betrokken zijn en hem nodig hebben. Gedaan te Luik in de abdij van Beaurepart in genoemd jaar op 18 april, in aanwezigheid van mij, notaris, onder ede aangesteld bij de officiaal en het hof van Luik alsook in de Raad van Brabant, die hierbij betrokken is. Er onder stond geschreven: Hubertus Ordingen, notaris. |
Ist dese copie gecollationeert met eene schrifteur Int pergament geschreeven begennende aldus. In die eerste lynie in tjaer ons heeren -m.iiiic lxxiii-. Ende innende Hubertus Ordingen ende bevonden |
Deze kopie is vergeleken met een geschrift op perkament dat aldus begint: Op de eerste regel: ‘In het jaar van onze Heer 1478.’ En het betrof Hubertus Ordingen en is van |
| |
| |
accordeerende van woerde te woerden met den origenael ende besegelt met dry segelen, ende gecopiert bij mij Johannes van den Steine, Notarius. |
woord tot woord akkoord bevonden met het origineel en gezegeld met 3 zegels en door mij gekopleerd, Johannes van den Steine, notaris. |
Reverendus dominus et frater Leonardus Bylsteyn Abbas Bellireditus et ego frater Arnoldus Diddeneus comperimus dictas literis et prescriptas non esse autenticas et hec propter nominatos confratres visa quod frater Leonardus prior nunque fuit sed receptor redituum conventus. Et his literis parum vel nihil potui efficere imo ego et predecessores nostri maxima damna consecuti fuimus. |
[Onderschrift:] De eerwaarde heer en broeder Leonardus Bylsteyn, abt van Beaurepart en ik, broeder Arnoldus Dyddeneus, beweren dat genoemde akte en de inhoud ervan niet authentiek zijn en wel vanwege de genoemde medebroeders, omdat namelijk broeder Leonardus nooit prior is geweest, maar econoom van het klooster. En van deze akte heb ik weinig of geen voordeel kunnen hebben, ja zelfs hebben ik en onze voorgangers zeer grote schade erdoor geleden. |
|
|