| |
FF. 27r-29r.
Ga naar margenoot+Copie uuyt den Schepen gerichsboeck van Simpelvelt. |
Kopie uit het boek van het Schepengerecht van Simpelveld. |
|
Item anno Domini -xxxii- dess vijffden daechs in den Mertzs in Jans huys van Remyss boeven op die Leuff oevermitzs joncker Dryes van den Hoeff, der tzijt scholtis dess gerichs van Simpelvelt, unde Jan Cardinaell, der aide, Willhem Cauterbaut, Heyn Busschoff und Jannes van Oppem, genandt ‘der offerman’ als alle semlichen scheffen dess selven gerichs voerseid: Kennen dat voer ons lijfflicher coemen unde erscheinen iss her Andries van Donraede, pastoer der tzijt tzu Simpelvelt an eyne, und Dirch Bruijman, Urlich Tegger und Guertgen Beysel van Bouchoultzs als voer hen selleffs unde van wegen sijnner andere halver suster unde broederen als nemplich Daen, Gijell unde Loengen aen dander sijde, unde soe haet der voerseide pastoer heeren Andriess, Derich Bruymans unde Urlich Tegger semenlich vertzegen unde vertzijent gerichtelick op alsullich gedinghe und gezestelich recht unde aensprach als zij parthijen tsamen tzu Lutghen hadden ghehadt und dass ouch nae die vur deyss gerichsbanck voerseid hy tzo recht ghestanden hadden, as aengaende etzslicken geistelicken oft weijdoms erfflichen goederen, geleegen tzo Bouchouldt, genampt ‘Kyrlandt’ ende wellich voerseid erfflichen goederen der sellff Dirch Bruijman, Urlich Tegger und Guertgen myt sijnnen mytgedeelinghe unde honne voer alderen ennen langhen tzijt tzo bonnen handen gehadt unde gebruycht hadden. Soe sijndt nu diese voerggenante beyde parthien tzo allen deillen dys goetwillich und sementlich gherichtelich in eyn verbondt ende compromyss getreeden und sich dishalven vestelichen und verbontlich alle huns stoytzen voerseid sij dieser vurschreven goederen halven hadden rechtelich unde vestelich affverplicht unde verbonden unde sijndt desshalven geslicht unde ghetoendt gelich hyrnae bescreven volcht. In den eersten sail Derich voerseid haeven und behalden alle sullix erff und weydomps goidt |
Idem in het jaar des Heren 1532, op 5 maart, in het huis van Jan van Remyss op de bovenverdieping, op verzoek van jonker Dryes van den Hove, tegenwoordig schout van de rechtbank van Simpelveld, en Jan Cardinael de oude, Willem Cauterbaut, Heyn Busschoff en Jannes van Oppen, genoemd de koster, allen samen schepenen van de genoemde rechtbank: geven te kennen dat persoonlijk voor hen zijn verschenen heer Andries van Doenraede, tegenwoordig pastoor te Simpelveld, aan de ene kant en aan de andere kant Dirch Bruijman, Urlich Tegger en Guertgen Beysel van Bocholtz, zowel voor henzelf als vanwege hun andere halfzuster en broers, namelijk Daen, Gyell en Laengen; en zo heeft de genoemde pastoor heer Andries, aan Derich Bruymans en Urlich Tegger tesamen vergiffenis geschonken en neemt hij hun officieel de rechtsgedingen en gerechtelijke eisen niet kwalijk, die zij als [tegen]partijen gezamenlijk in Luik hadden gevoerd, en ook nadat zij voor deze genoemde rechtbank terecht hadden gestaan vanwege enkele geestelijke of erfelijke weisdomsgoederen, gelegen te Bocholtz, genaamd ‘kyrland’; welke genoemde erfelijke goederen dezelfde Dirch Bruijman, Urlich Tegger en Guertgen volgens hun mededeling en die van hun .voorouders een lange tijd in handen hadden gehad en gebruikt. Zo hebben nu deze beide genoemde partijen op alle punten uit vrije wil en gezamenlijk een akkoord gesloten en zij hebben dus officiëel en wettig afgezien van al hun genoemde twisten die ze over deze goederen hadden, en deze zijn dus vereffend zoals hierna beschreven is. Ten eerste zal genoemde Derich hebben en houden al het land en weisdomsgoed |
Ga naar margenoot+gelich ende in alle der maessen als Derichs sweger heer der alden Guerdt Tegger seligher, dat eyn langen tzijt van jaeren |
precies zo als Derichs zwager, de oude Guerdt Tegger zaliger, dat jarenlang heeft gebruikt, namelijk |
| |
| |
gehadt unde gebruyckt haidt, gehadt as nemplich huys unde hoeff nest den kerckhoeff tzo Bouchoultzs. Noch -iiii- morgen lantzs genandt ‘Kyrlandt’, gelegen op den Oerbergherwech tegen Vlegendall oever. Noch -iiij- morghen lants geleegen aen dat Beijttgen aen den Haempoel lanxer die ghemeyn straes boeven Lens Hoermans huijs. Noch -iiiij- morghen lantzs opten Aecher wech tegen die kommer oever, unde dat voer diesen erfpacht nemplich alle jaer voer -xiii- erffvaet roggen -xxiiii- vass even, -iiii- taelwerdighe capuyn und -ii- stuyver pennincks gelts allet erfpacht Eysser maessen, allet nest -xii- den besten roggen unde even die in tzijt der betzaelunghen op Aecher maert vyel sien sall, ouch daer -vii- goede taelwerdighe capuyn. Wellighen voerseide erffppacht Derich voerseid den selven pastoer sicherden und geloeffden alle unde ieder jaer erfflichen tzo betzaellen op synt Mertensdach buesschoffs, off onbefanghen neest daernae synt Andryesdach Appostels und tzo leveren alle jaer in dess pastoers huys oft eyn mijlle weigs omganxs der banck van Simpelvelt in eyn huys und op tinnen solder daer den selbighen voerseide heer Andriess pastoer gelieven sall loss unde vrij schatz vrij bede vrij kommerloes onbelast unde ungehyndert van aller mallich in vrij secker behaldt und gewaldt des voerseide pastoers. Ouch sicherde und geloeffden Derich voerseid dat hij dat sellf vurseide huys, hoef und landt nyt ergeren, noch schendeleeren en sall in eeynigerley manieren. Sonder dat hie dat sellefft eerlich und loefflichen wynnen bruychen unde hanteeren souden dan dat selliff erf und goet underhalden soude met mesten bouwinghen soe dat redelich und behoerlich sien sall, und weryt saiche dat Derich voerseid, Urlich und Guertghen nae deesen |
huis en hof naast het kerkhof te Bocholtz en nog 4 morgen land genaamd ‘kyrland’, gelegen aan de Orsbacher weg tegenover Vlengendaal. Ook 3½ morgen land gelegen bij het Beijttgen aan de Haempoel langs de grote weg boven Lens Hoermans huis. Eveneens 4½ morgen land bij de Akerweg tegenover de Kommer en voor deze erfpacht moet ieder jaar erfelijk 13 vat rogge, 24 vat haver, 4 gezonde kapoenen en 2 stuiver in penningen volgens Akener koers betaald worden; bij dit alles 12 vat van de beste rogge en haver die als betaling op de Akener markt te koop zullen zijn; ook 7 gezonde kapoenen. Genoemde Derich verzekerde en beloofde de pastoor deze genoemde erfpacht ieder jaar erfelijk te betalen op Sint Maarten bisschop, of zo nodig spoedig daarna op Sint Andreas apostel en ieder jaar in het huis van de pastoor af te leveren of een mijl verder binnen de bank van Simpelveld in een huis en op een zolder waar het de genoemde heer Andries, pastoor, zal believen, en vrij van schatting, bede, zonder problemen en ongehinderd in zeker bezit van de genoemde pastoor zal stellen. Ook beloofde genoemde Derich vast dat hij dat genoemde huis, hof en land niet zal misbruiken op welke manier dan ook, maar dat hij daarvan fatsoenlijk gebruik zal maken en dat hij erf en goed zal onderhouden met mestgebruik, zoals redelijk en behoorlijk zal zijn. En mocht het zo zijn dat genoemde Derich, Urlich en Guertghen |
Ga naar margenoot+verdrach tractaet unde compromiss in allen puncten unde in allen sijnnen articulen nyt en helten noch doen wij voerseid nyt ghenoch noch voldeeden. Soe mach unde sal als dan der pastoer voerseid unde successoren allen deesen erfschatten und goet die Derich heeft ouch myt die selven guederen die Urlich unde Guertgen myt sijnnen geedelinghen van deesen voerseide weydomps goidt und Kyrlandt haeven ghelijck hyr nae becandt staet, alle tsaemen met allen der gerechticheyt daer tzo behoerende sonder eynnich mysdoen restelich und vreedelich moegen aen sich slaen und voer sijn goet halden. Gelijck off hij hon die met allen rechten afgewonnen hedde, unde sullen deese parthien Derich, Urlich und Guertgen den selven heer Andriessen pastoer voerseid unde successoren als dan die selve guederen goedtwillich volgen laessen sonder eynnich widder saeghen, dat waere myt recht off andersyns wye men dat erdencken mochte off bij hon selleffs oft myt eemans anders van honnen weegen sonder argelist. Geschiet |
zich na dit akkoord niet aan alle punten en komma's houden naar ons inzicht, dan mag de genoemde pastoor en mogen zijn opvolgers al deze erfgoederen die Derich heeft, plus de goederen die Urlich en Guertgen met de delen van dit genoemde ‘weisdomsgoed’ en ‘kyrland’ hebben, zoals hierna te lezen is, allemaal met alle bijbehorende rechten zonder meer terug nemen en als eigendom beschouwen, alsof hij hun die wettelijk afgenomen had. En de partijen Derich, Urlich en Guertgen zullen de genoemde heer Andries, pastoor, en zijn opvolgers de goederen vrijwillig laten hebben zonder tegenspraak, ook al stond men in zijn recht of wat men anders zou kunnen bedenken, zijzelf of iemand anders namens hen. Gedaan met personen voornoemd op dag, datum als boven. Idem op dag, uur en plaats en voor onze genoemde rechtbank, erkent Uerlich Tegger |
| |
| |
myts persoenen voerseid op dach, datum ut supra. Item allet op dach, stonde und plaetse und oevermyts onss gerichten voerscreeven, soe bekendt ouch Uerlich Tegger voerscreeven dat hij ouch desselven weydoms goidts unde Kyrlandt van den pastoer heeft eynnen morgen lantzs, geleeghen op den Aicher wech, nijest meester Peters landt van suden, tegen die Kommer oever unde eynnen morgen tegen Vleggendall unde kendt dat hij den |
voornoemd dat hij het bewuste weisdomsgoed en kyrland van de pastoor heeft: 1 morgen land gelegen bij de Akerweg, in het zuiden naast het land van meester Peters, tegenover de Kommer, en 1 morgen bij Viengendaal en erkent hij dat hij de pastoor, |
Ga naar margenoot+pastoer heer Andries voerseid jaars unde erfflicken daer van geldende unde sculdich weere alle jaer op sint Mertensdach off nyest daernae op synt Andriess dach Appostell -iij- erff vass roggen sess vass even ende eynnen cop allet Eyscher maessen al maert ghenuch goet unde neest -xii- besten op Aicher maert in tzijt der betailinghen viel sien sall. Wellighe erffpacht voerseid der vuergenoempden Urlich den selven pastoer sicher unde geloeffden alle unde ieder jaer guettlich unde wael tzo betzaellen unde tzo leveren op dach datum voerseid unde eyn mijlle wegs umbganxs der banck van Simpelvelt off bynnen pastoers huys off bynnen der stadt van Aichen unde op eynnen solder dar dat den selbigen her Andriessen, pastoer gelieven sall und waert sache dat Urlich voerseid in der betzalunghen des pachs vurseid eynnychs jaer off termijns versumelich ware unde den pachts voerseid alsoe wij voervercleert nyt van jaer tzo jaer en lieverden noch betzaelden, soe sall unde mach alsdan der pastoer voerseid unde sijn successoren dat selve landt unde erff voerseid vredlich aen sich slaen, unde nae sich neemen sonder mysdoen, gelich off hij dat myt allen rechten Urlich affgewonnen hedde, sonder eynnich widder- sprechen Urlichs unde sijnder rechten erven. Ouch heeft Urlich myt verkandt unde geloeft dat he jaerlixs sculldich waer van den selven weysdoms goet in den Drijver -iii- cappones en eyn hijnne, unde dat he alsullick Kyrlandt oft weydoms goet noch sien erffgenaemen nyt vercoupen, versetzen noch verergeren en sullen, dan myt consent unde tzolassungh des eerwerdigen heeren apts unde cappittell van Berba unde des pastoers van Sim- pelvelt unde alsullix myt gerichticheyt als die lien- gueder nemplich ophelden werff schillynx unde |
heer Andries voornoemd, jaarlijks en erfelijk daarvoor ieder jaar op sint Andreas apostel erfelijk 2½ vat rogge schuldig is, 6 vat haver en een kop, alles volgens Akener maat, goed genoeg op de markt en bij de 12 besten op de Akener markt in de tijd waarin er veel betalingen zullen zijn. Deze erfpacht beloofde de genoemde Urlich de pastoor vast en zeker ieder jaar correct te betalen op dag, datum voornoemd en op een mijl afstand binnen de bank van Simpelveld of in het huis van de pastoor of in de stad Aken en op een zolder waar het de heer Andries, pastoor, zal behagen. En mocht het zo zijn, dat genoemde Urlich bij de betaling van de genoemde pacht een jaar of een termijn achterstallig zou zijn en de genoemde pacht die wij afgesproken hebben, niet van jaar op jaar zou betalen, dan zullen en mogen de genoemde pastoor en zijn opvolgers het genoemde land en erf ongehinderd terug nemen, zonder problemen, alsof hij dat wettig van Urlich gekregen had, zonder tegenspraak van Urlich en zijn directe erfgenamen. Ook heeft Urlich erkend en beloofd dat hij jaarlijks voor hetzelfde weisdomsgoed in de Drijver 3 kapoenen en 1 hen verschuldigd is en dat hij en zijn erfgenamen dit kyrland of weisdomsgoed niet verkopen, verpanden of veranderen zullen dan met toestemming van de eerwaarde heer abt en het kapittel van Beaurepart en van de pastoor van Simpelveld, en wel volgens hetzelfde recht als de leengoederen: namelijk tonen van kooppenning en |
Ga naar margenoot+ander gebrouchen van oeverdrachten unde alsullixs op verbeurtenisse dess lantz als voerseid unde heeft ouch gheloeft overmitzs scholtiss und scheffen voerseid Derich Bruyman, Guertgen Beysels myt sijnnen parthien allsullick verbondt voerseid vesteelich op verbuertenisse voergenaempt te onderhalden sonder argelist. Geschiet met schouttet joncker Dryes van den Hoeff unde Jan Cardinael, Wilhelm Kauterbaut, Heyn Buesschoeff unde Jannes van Oppem als scheffen dess gerichts Simpelvelt. Datum ut supra, onder stondt gescreven, aldus. |
andere overdrachtsgebruiken; en zo niet, dan volgt verbeurdverklaring van het land zoals boven gezegd; en ten overstaan van schout en schepenen hebben Derich Bruyman, Guertgen Beysels en hun partij beloofd genoemd verdrag na te komen op straffe van verbeurdverklaring. Gedaan bij schout jonker Dryes van den Hove en Jan Cardinael, Willem Kauterbaut, Heyn Buesschoef en Jannes van Oppen als schepenen van de rechtbank van Simpelveld. Datum als boven; er onder stond het volgende geschreven: |
| |
| |
Gecollationeert mijt den Principael oevermyts gherichten voerseid unde concorderende bevonden. Johannes van Oppem. |
Gecontroleerd met de opdrachtgever voor de genoemde rechtbank en juist bevonden. Johannes van Oppen. |
|
Gecollationeert is dese voerseide copie ierst beginnende item anno xvc tweendartigh [1532]. End die ander beginnen. Item allet op dach stond etc. tegen een copie per copiam end onderteick bij den notaris Johannem de Lapide. Ende daarmede van wordt ten wordt, bij mij Hyndricken Boylmans in den Rade van Brabant ons Heren des Conyncks geadmitteerde notarius onderteicken en accorderende bevonden. Hynrich Boilmans, notarius. |
Deze kopie is gecontroleerd vanaf het begin: ‘in het jaar 1532’ en de rest begint aldus: Idem op dag, uur enz, een kopie van een kopie en ondertekend door notaris Johannes de Lapide. En daarmee van woord tot woord door mij, Hyndricken Boylmans, in de Raad van Brabant van onze heer de Koning opgenomen, ondertekend en akkoord bevonden. Hynrich Boilmans, notaris. |
|
|