Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdomkeerwoordSamengesteld woord waarvan de twee onderdelen ook in omgekeerde volgorde een bestaande samenstelling vormen. Omkeerwoorden komen dus per definitie in paren voor: bijv. ‘leidingwater’ en ‘waterleiding’. Bij de meeste samenstellingen leidt omkering niet tot een bestaand woord: bijv. ‘lentedag’ en ‘ranglijst’ bestaan, maar ‘daglente’ en ‘lijstrang’ niet. Dat maakt omkeerwoorden enigszins speciaal. Doorgaans is er een voor de hand liggend logisch verband tussen het paar omkeerwoorden: ‘leidingwater’ is wat door de ‘waterleiding’ stroomt, ‘soepkippen’ vormen de basis voor ‘kippensoep’ en voor het bakken van een ‘pannenkoek’ is een ‘koekenpan’ nodig. In andere gevallen zullen de betekenissen van de omkeerwoorden verder uit elkaar liggen, zoals bij ‘maatregel’ en ‘regelmaat’ of ‘stamboom’ en ‘boomstam’. Nog grotere betekenisverschillen kunnen ontstaan als men toelaat dat de definitie ook afleidingen kan betreffen (bijv. ‘redelijk’ en ‘lijkrede’) of zelfs ondeelbare woorden (bijv. ‘beiaard’ en ‘aardbei’). Deze combinatie van betekenisverschil met vormelijke gelijkenis brengt het contrastieve gebruik van omkeerwoorden in de buurt van de woordspeling, meer bepaald van de spoonerisms (paragram), en doet het zoeken ernaar aansluiten bij de recreationele taalkunde. Het omkeerwoord mag niet verward worden met het palindroom, dat ook een lectuur in omgekeerde richting impliceert, maar dan op het niveau van letters. Lit: S. Aukema, ‘Barbier – bierbar en andere omkeerwoorden’ in Onze taal (2021), 10, p. 9.
|
|