Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdLeitmotivEtym: Du. leidend motief, leidmotief. Door F.W. Jähns en H. von Wolzogen eind 19de eeuw in de muziekwetenschap geïntroduceerde term voor de vaste en telkens terugkerende muzikale patronen in het werk van resp. Carl Maria von Weber en Richard Wagner. Die vaste patronen worden gebruikt om bepaalde gebeurtenissen of optredende personages te begeleiden of aan te kondigen, zoals het Parcifal- of Graalmotief bij Richard Wagner of Prokofjefs diermotieven in Peter en de wolf (1936). In de literatuurwetenschap reserveert men de term wel voor telkens terugkerende motieven in één werk om het op die manier af te zetten tegen het literair-historische motief. Sommigen (F.C. Maatje bijv.) verbijzonderen het gebruik van Leitmotiv tot de ‘woordelijke of bijna woordelijke herhaling’ (vgl. ook repetitio) van bepaalde tekstuele eenheden. Het Leitmotiv in deze laatste zin hoeft niet per sé een functie te hebben in de nadere bepaling van idee of thema. Een voorbeeld van een dergelijk Leitmotiv kan men vinden in veel balladen, maar ook in de karaktertekening van personages (vgl. Kapitein Pulvers typering in Jacob van Lenneps De lotgevallen van Ferdinand Huyck, 1840). In het dagelijks spraakgebruik wordt de term vaak gebruikt voor het grondmotief of de ‘rode draad’ die men in een bepaald werk meent te herkennen. Lit: F.W. Jähns, Carl Maria von Weber in seinen Werken (1871; reprint 1967) H. von Wolzogen, Der Ring des Nibelungen: ein thematischer Leitfaden durch Dichtung und Musik (1876) L. Hotes, Das Leitmotiv in der neueren deutschen Romandichtung (1931) B. Tomashevsky, ‘Thematics’ in T.L. Lemon & M.J. Reis (red.), Russian formalist criticism (1965), p. 61-95 F.C. Maatje, Literatuurwetenschap (1970; 19774), p. 207-213 E. Frenzel, Stoff-, Motiv- und Symbolforschung (19784) M. Vervenne, Exodus: verhaal en leidmotief (1989) E. van Boven & G. Dorleijn, Literair mechaniek (1999; 20032), p. 272.
|
|