Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdhaardpoëziePoëzie die een kleinburgerlijke indruk geeft door haar anekdotische thematiek, gematigde toon en gebrek aan originaliteit qua ideeën en vorm. Een geliefkoosd thema is het intieme familiale geluk, dat vaak moraliserend wordt bezongen; vandaar ook de term huiselijke poëzie. In de Nederlanden werd vooral tijdens de 19de eeuw heel wat van dergelijke poëzie geschreven. De dichter noemt men in deze gevallen huispoëet of haardpoëet. Bijv. N. Beets en J. ten Kate voor het noorden; M. Dodd en J.M. Dautzenberg voor het zuiden. Zie ook biedermeier. Lit: A. Korteweg & W. Idema (red.), Vinger Gods, wat zijt gij groot (1978).
|
|