Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddamesromanRomantype dat geacht wordt vooral door vrouwen te worden gelezen. Wegens de voorspelbaarheid van de intrige en de geromantiseerde liefdesverwikkelingen als voornaamste thematiek rekent men ze tot de triviaalliteratuur. Tot de damesromans behoren o.m. de doktersroman en de verpleegstersroman, zoals die verschijnen in series als de Bouquet-reeks. Veel van dit soort romans wordt in een goedkope uitvoering verkocht bij grootwinkelbedrijven. De term wordt ook in pejoratieve zin gebruikt door critici van het interbellum voor een bepaald type romans met een psychologisch-realistische inhoud en geschreven door vrouwen. Dit soort romans zou te veel een late nabloei van het naturalisme en dus weinig origineel zijn. Tot deze vrouwelijke auteurs behoren o.m. Jo van Ammers-Küller, Top Naeff, Ina Boudier-Bakker en Margo Antink. In die zin gebruikte ook Menno ter Braak de term in zijn kroniek ‘Le chemin des dames’, waarin hij ook nog de vrouwelijke auteurs Marie Schmitz, Josine Reuling en Eva Raedt-De Canter noemt. Deze 'damesroman' wordt in de Nederlandse literatuur rond 1920-1930 vaak gezien als typisch fenomeen van de toenmalige Hollandse 'huiskamerroman'. Lit: M. ter Braak, ‘Le chemin des dames’ in Verzameld werk, dl. 5 (1949), p. 204-210 E. van Boven, Een hoofdstuk apart. De receptie van vrouwenromans in de literaire kritiek 1898-1930 (1992) P. Raub, Yesterday stories: popular women’s novels of the twenties and thirties (1994) D. Zwart, ‘Even wegdromen op vleugels van de bouquetreeks’ in Bij tijd Kampen 5 (1996- 1997) 2, p. 32-34 T. Streng, Geschapen om te scheppen?: opvattingen over vrouwen en schrijverschap in Nederland, 1815-1860 (1997) P. Verstraeten, 'Het avontuur en de huiskamer. Ontwikkelingen in de middlebrowroman rond 1930' in Spiegel der Letteren, 58,3 (2016), p. 377-403.
|
|