Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddandyismeEtym: Eng. dandy = fat, modegek. Cultuurverschijnsel dat in het eerste kwart van de 19de eeuw opkomt en waarin een grote verfijning van smaak, een sterke zin voor perfectie, modieuze zorg voor het uiterlijk, superioriteit van optreden en een zeker ‘ennui’ een hoofdrol spelen. Hèt grote voorbeeld voor de dandy was George Bryan (Beau) Brummell (1778-1840), vriend van George IV van Engeland. Mede onder invloed van de naar Brummells leven geschreven romans van Thomas Lister Granby (1825) en van E.G. Bulwer Lyttons Pelham or the adventures of a gentleman (1928) vond zijn voorbeeld navolging in Engeland bij de geldaristocratie van die tijd. De ‘fortune littéraire’ van Brummell en het dandyisme werden opnieuw mode in Frankrijk omstreeks 1830. Balzac voert een aantal dandy’s ten tonele in zijn werk en bezint zich theoretisch op het fenomeen in Traité de la vie élégante (1830). Grote invloed had het boek Du dandyisme et de G. Brummell (1845) van J. Barbey d’Aurevilly. De Franse dandy is vooral te vinden onder kunstenaars en intellectuelen die een individueel estheticisme voorstaan, zoals dat inherent was aan de decadentie van het laatste kwart van de 19de eeuw. Belangrijke Franse dandy's zijn Baudelaire en de legendarische Robert de Montesquiou, die model stond voor Des Esseintes in J.K. Huysmans’ A rebours (1884) en voor The picture of Dorian Gray (1891) van de Engelse dandy Oscar Wilde. In Nederland had het dandyisme invloed op Louis Couperus en Lodewijk van Deyssel, zowel op hun persoon als op hun werk, zoals o.m. blijkt uit respectievelijk Noodlot (1891) en Het leven van Frank Roozelaar (1911). Personages uit dit werk tonen een hoogst verfijnde smaak, veel aandacht voor uiterlijk en elegantie, en een sterk aristocratisch zelfbesef. In samenhang met opvattingen over het symbolisme is er de neiging het leven en vooral de eigen persoonlijkheid tot een kunstwerk te maken.
Portret van graaf Robert de Montesquiou door Giovanni Boldini, 1897. [bron: M. Gibson, Le symbolisme (1994), p. 8].
Lit: W. Gaunt, The aesthetic adventure (1945; reprint 1988) E. Moers, The dandy, Brummell to Beerbohm (1960) K.A.P. Reynders, ‘Dandies in de literatuur’ in Roeping 37 (1961), p. 262-272 H. Kreuzer, Die Boheme (1968) K. Reijnders, Onder dekmantel van etiket (1972) H. Hinterhäuser, 'Der Dandy in der europäischen Literatur des 19. Jahrhunderts' in A. Schäfer (red.), Weltliteratur und Volksliteratur (1972), p. 168-193 S. Neumeister, Der Dichter als Dandy: Kafka, Baudelaire, Thomas Bernhard (1973) A. Hielkema (red.), De dandy, of De overschrijding van het alledaagse: facetten van het dandyisme (1989) J.R. Feldman, Gender on the divide. The dandy in modernist literature (1993) A. Montandon, L’Honnête homme et le dandy (1993) L. Dirikx, Louis Couperus en het decadentisme: een thematologische confrontatie (1993) G. Erbe, Dandys – Virtuosen der Lebenskunst: eine Geschichte des mondänen Lebens (2002) I. Kelly, Beau Brummell: the ultimate dandy (2005) J. Sillevis, Leven als een dandy (2006) H. Koomen, Dandy’s en decadenten: Engelse schrijvers van Byron tot Amis (2008) A. Montandon (red.), Dictionnaire du dandyisme (2016) A. I. François, E. Kociubinska, G. Pham-Thanh & P. Zoberman (red.), Figures du dandysme (2017).
|