Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdvoorwoordHet voorwoord bij een tekst is dat gedeelte van het voorwerk waarin een auteur, editeur of redacteur (soms ook de drukker-uitgever of een collega-auteur) in het kort de aanleiding tot en de doelstelling en opzet van de publicatie aangeeft. Het voorwoord behoort tot de peritekst en daarmee tot de paratekst. Vaak wordt in de inleiding ook dank uitgesproken aan diegenen die behulpzaam zijn geweest bij de totstandkoming van het werk, zoals bijv. aan de promotor van een proefschrift. Voorwoorden kunnen zowel voorkomen in secundaire als in primaire literatuur. In literair-historisch opzicht interessant zijn vooral de programmatische voorredes, zoals die in bepaalde bloemlezingen voorkomen (vgl. Jacob Geel in zijn bundel Onderzoek en phantasie (1838) of de voorrede van Paul Rodenko in Nieuwe griffels, schone leien (1954)). De functie van het voorwoord kan worden overgenomen door een inleiding waarin dieper wordt ingegaan op het doel van het werk en de opzet ervan. Soms vervult de zgn. verantwoording of het nawoord die functie. Bij toneelteksten komt vaak een proloog voor, maar die heeft veeleer de bedoeling de toeschouwer te informeren over het spel dat hij gaat zien. Zo’n tekst werd dan ook vaak uitgesproken door een van de acteurs aan het begin van het stuk. Het voorwoord behoort samen met andere teksten die in een publicatie worden opgenomen tot de paratekst om de hoofdtekst te presenteren aan de lezer. Lit: Ph. Lane, La périphérie du texte (1992) C. Dauven e.a. (red.), Paratext : the fuzzy edges of literature (2004).
|