Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdvitaEtym: Lat. leven. De middeleeuwse benaming voor een biografie waarin het al dan niet legendarische leven van een heilige wordt verteld, vooral met de bedoeling de heiligheid van de beschreven persoon aan te tonen en de devotie te stimuleren. De Latijnse vitae werden meestel in proza (vitae prosaicae) geschreven en soms verwerkt in versvorm (vitae metricae). De term vita wordt bij uitbreiding ook gebruikt voor de levensbeschrijving van figuren uit de kerkgeschiedenis, kunstenaars en staatsmannen. De historische en literaire waarde van de (meestal middeleeuwse) vitae/viten is sterk uiteenlopend. Veelal volgens een stereotiep model opgebouwd, verdwijnt de persoon van de heilige achter de clichés. Niettegenstaande het kritiekloze en naïeve karakter blijft deze vorm van hagiografie belangrijk voor de (literatuur)historicus, omdat door de gemeenplaatsen heen de toenmalige mentaliteit spreekt. Viten behoren tot de oudste in de volkstaal overgeleverde literaire teksten: Van den levene ons Heren, Hendrik van Veldekes Sint Servaeslegende en Willem van Afflighems Leven van Sinte Lutgart. De bron van veel vitae in de volkstaal is het Latijnse Vitae Patrum, dat in het Middelnederlands werd vertaald als het Vaderboec. De viten waren voor een wereldlijk publiek bestemd en werden voorgedragen op de naamdag van de heilige. Vanwege hun legendarisch karakter en hun vormgevingsprincipes kunnen ze als geestelijke epiek gekarakteriseerd worden. Later in de middeleeuwen is men ze ook gaan dramatiseren tot zgn. heiligenspelen. Verwant aan de viten zijn de legenden (Lat. legenda = wat moet gelezen worden), nl. (voor)leesstukken in proza die een episode uit het leven van een heilige behandelen (bijv. de bekering of de marteldood) en die in geestelijke kringen tijdens de maaltijd bij toerbeurt werden voorgelezen. Lit: R.E.V. Stuip & C. Vellekoop (red.), Andere structuren, andere heiligen (1983) H.W.J. Vekeman (ed.), Hoezeer heeft God mij bemind: Beatrijs van Nazareth (1200-1268) (Vert. met comm. van de Lat. vita; 1993) S. Folkerts, Voorbeeld op schrift: de overlevering en toe-eigening van de 'vita' van Christina Mirabilis in de Middeleeuwen (diss., 2010).
|