Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdtoekomstliteratuurSubgenre van de fantastische literatuur waarin een beeld gegeven wordt van een te verwachten verre toekomst, hetzij als ideaalbeeld van een nastrevenswaardige samenlevingsvorm (utopische literatuur), hetzij als een cultuurvorm die het noodlottige gevolg is van een door de auteur als verwerpelijk geziene politieke, sociale of technologische ontwikkeling (dystopie; zie ook klimaatfictie). Het onderscheid tussen sciencefiction en toekomstliteratuur is moeilijk vast te stellen. In de praktijk lijkt men teksten waarin de nadruk ligt op toekomstige politieke of sociale omstandigheden die het gevolg zijn van reeds in gang gezette ontwikkelingen toekomstliteratuur te noemen en ligt bij sciencefiction de nadruk veeleer op de technologische ontwikkelingen. Maar vaak zijn die technologische ontwikkelingen in sciencefiction slechts een aanleiding tot het beschrijven van een toekomstige samenlevingsvorm. De relaties tussen de meer omvattende toekomstliteratuur en de genres van utopische literatuur en sciencefiction, waarbij zowel de overlap met, als de eigenheid van elk genre tot hun recht komen, kan worden voorgesteld in een verzamelingendiagram van in elkaar grijpende cirkels (Th. Pierrart). Als beroemde voorbeelden van toekomstromans kunnen worden genoemd Zamjàtins My (1922), A. Huxley’s Brave new world (1932) en G. Orwell’s Nineteen eighty four (1949). Nederlandse voorbeelden zijn Betje Wolffs Holland in ’t jaar 2440 (1777) en F. Bordewijks Blokken (1931). Verzamelingen van toekomstverhalen werden bijeengebracht door Manuel van Loggem in De nieuwe morgen (1982) en door Rob van de Schoor in Voorbije toekomst (1988). Lit: R. Reinsma, Van hoop naar waarschuwing (1970) J.A. Dautzenberg, 'Heelal, tijd/ruimte en elders: het reisverhaal in de toekomstliteratuur' in Raster 41 (1988), p. 88-100 D. Brandt, Der deutsche Zukunftsroman 1918-1945 (2007) Th. Pierrart, 'Lezen over Morgen. Nederlandstalige toekomstliteratuur door de ogen van de lezer' in Spiegel der Letteren 58 (2016), p. 351-375.
|