dichterlijke taal
Aanduiding voor het taalgebruik dat kenmerkend zou zijn voor het werk van de dichter in engere zin: de schrijver van verzen (vers-1). Hierbij gaat het vooral om het gebruik van technische middelen als prosodie, stijlfiguren en andere kunstgrepen die tot de dichtkunst als het terrein van de dichter behoren. In ruimere zin wordt de aanduiding ook wel gebruikt als equivalent van ‘gevoelige taalhantering’ zoals die ook bij dichters gevonden wordt: beeldsprakig, emotioneel, subtiel, speels, vol vrije fantasie, breedsprakig, kortom: ‘poëtisch’.