Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdassonantieEtym: Lat. assonare < ad-sonare = tot aan klinken. Vorm van halfrijm, ook wel assonance, assonerend rijm of klinkerrijm genoemd, waarbij van de rijmwoorden alleen de klinkers rijmen, zoals bij het eindrijm van de volgende regels: Maar ’t leven is te vast en hard: De oudste middelnederlandse epische (epiek) literatuur bevatte verhoudingsgewijs veel assonerende rijmparen, wat niet verwonderlijk is, gelet op het feit dat de voorbeelden van deze teksten Oudfranse, assonerend rijmende chansons de geste waren. Met de Arthurroman (Arthurepiek) wordt in Frankrijk het volrijm ingevoerd, welke ontwikkeling in de Nederlanden werd nagevolgd, zij het dat (het eerste stuk van) de Ferguut nog veel assonerende rijmparen bevat. Lit: G. Kazemier, In de voorhof der poëzie (1965), p. 97 e.v. G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 1126-1129 L. Armel, Dictionnaire des rimes et assonances: illustré par 3000 citations de poèmes et chansons (1997).
|
|