Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdspeelmanspoëzieEtym: Ned. speelman = rondtrekkend muzikant. Verzamelnaam voor een groep Duitse epische gedichten uit de 12de en 13de eeuw. Het genre neemt een eigen plaats in tussen de geestelijke literatuur en hoofse romans door de aanwezigheid van bepaalde stofelementen, motieven en stilistische kenmerken en een lossere structuur. Kenmerkend zijn bovendien een wereldse houding, de aanwezigheid van humor en een nauwere band tussen dichter en publiek. Als men zich bij de definiëring niet beperkt tot de 12de en 13de eeuw, valt ook de poëzie van Aernoutsbroeders en vaganten onder de speelmanspoëzie.
Pagina uit een tekst van Hertog Ernst (15e eeuw). [bron: A.G.H. Bachrach e.a. (red.), Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, dl 9 (19842), p. 105].
Lit: W.J. Schröder (red.), Spielmannsepik (1977).
|
|