Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdromeinEtym: Gewoon lettertype, zo genoemd naar het voorbeeld van de kapitalen uit de Romeinse keizertijd. Benaming uit de drukkerswereld voor alle staande drukletters, die oorspronkelijk gebaseerd waren op de schrijfletter humanistische minuskel of littera antiqua. De benaming staat in oppositie tot de cursief, de schuine letter, die afgeleid is van de geschreven cancelleresca's. Omdat het gedrukte boek een groter verspreidingsgebied had dan de codex en het ontwerpen van een letterpolis een langdurige artistieke prestatie is, was standaardisering en stilering van de drukletter geboden. Dit is vooral het werk geweest van de in de 15de eeuw in Venetië werkzame Nicolaus Jenson en Francesco Griffo (de laatste in de drukkerij van Aldus). In de 16de eeuw ontstonden nationale varianten van de Italiaanse renaissance-antiqua: in Frankrijk van de beroemde ontwerpers Claude Garamond en Robert Granjon, in Nederland door Christoffel van Dyck, in Engeland van William Caxton. Eind 17de eeuw werd voor de Franse koninklijke drukkerij een nieuwe romein ontworpen die als ‘romain du roi’ veel invloed op latere ontwerpers als Philippe Grandjean gehad heeft. 18de-eeuwse lettergraveurs legden zich toe op verbetering van het letterbeeld en in relatie daarmee van de druktechniek; bekend zijn John Baskerville, Firmin Didot, Giambattista Bodoni en Justus Erich Walbaum. Deze letters worden moderne of classicistische antiqua's genoemd, modern face of didone (Didot-Bodoni) in tegenstelling tot de renaissance-antiqua, old face, garalde (Garamond-Aldus) of zelfs mediaeval. In de 19de eeuw werd er druk geëxperimenteerd met vette letters (égyptienne) en schreeflozen. Bekende ontwerpers uit de 20ste eeuw zijn Jan van Krimpen en S.H. de Roos, Eric Gill en Stanley Morison, Herman Zapf en Max Miedinger.
De aanhef van het derde bedrijf van Vondels Maeghden, gedrukt in romein (1639). [bron: Bibliopolis]
Lit: D.B. Updike, Printing types, their history, form and use (19802) F. van der Linden, Over letters & schrift en de beginselen van het schrijven (1983), p. 152-161 B. Engelhart & J.W. Klein, 50 eeuwen schrift (19882), p. 190-220.
|
|