Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdoverlooptekenDoor G.A. van Es in zijn Walewein-editie geïntroduceerde benaming voor de middeleeuwse ‘coma’: een leesteken (interpunctie) aan het eind van een versregel, bestaande uit een punt met daarboven een omgekeerde komma (punctus elevatus), (al of niet) in combinatie met een punctus (punt) in de daaropvolgende versregel. Voor degene die de tekst voordraagt, is dit leesteken een signaal, dat de voordrachtstoon niet moet dalen, omdat de zin op de volgende versregel nog verder gaat (enjambement), en dat er doorgelezen moet worden tot aan de punt in de volgende versregel of tot aan het einde van de volgende versregel, waar overigens zelden een punt staat. Bijv.: Jouwe Ysabele die scone Een betere benaming zou wellicht ‘doorleesteken’ zijn. Lit: Penninc & Pieter Vostaert, De jeeste van Walewein en het schaakbord van Penninc en Pieter Vostaert. Artur-epos uit het begin van de 13e eeuw, uitg., verklaard en ingel. door G.A. van Es, 2 dln (1957), p. 431-458 J.L. van der Gouw, Oud schrift in Nederland (19933), p. 52-55.
|
|