Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdontrijmingOntrijming of dérimage is een proces waarbij verzen van een bestaande rijmende tekst in proza worden omgezet. Het gebruik van proza voor fictionele teksten wordt in de Nederlanden pas min of meer standaard na de introductie van de drukpers. Bestaande rijmteksten die in druk worden uitgegeven, worden daarvoor omgewerkt (omwerking) tot proza. De gedrukte versies van de middeleeuwse ridderepiek hebben er – samen met een nogal heterogene groep andere teksten uit de 15de en 16de eeuw – de naam prozaroman aan te danken. Ironisch genoeg wordt aan het begin van de 16de eeuw een groot aantal van deze prozaromans weer verrijkt met refreinen en andere verzen om ze te laten doorgaan voor rederijkersliteratuur. Ontrijming is overigens niet zo'n ingrijpend proces: de rijmwoorden schemeren vaak door het proza heen (rijmresten), zoals blijkt als de verzen 1276-1295 van Reynaerts Historie (ed. Martin, 1874, p. 140 of ed. Lulofs, 19852, vs. 1258-1275) worden vergeleken met de hieronder afgedrukte prozatekst van Die Hystorie van Reynaert die Vos uit 1479: Die naecte paep hief op ende soude enen groten slach slaen. ende Tybert sach en wel dat hi ymmer sterven moeste Daer vermande hi hem. Ende voer den pape tusschen sine beenen mitten claeuwen ende mitten tanden Also dat hi hem sinen rechteren cul of haelde Desen spronck bequam den paep so qualiken ende tot groten scanden Dit dinc viel neder op die vloer Vrouwe iulocke dit vernam ende swoer groflick bi hoer vaders siele. si woude dattet hoer ghecost waer die offerhande van enen heelen iaer dat den paep die scade die scande ende die leemte niet ghesciet en waer. Het gebruik van proza voor fictionele teksten hangt niet alleen samen met een geleidelijke overgang van een luister- naar een leescultuur, waarbinnen de functionele waarde van het rijm vermindert, maar lijkt ook aan te sluiten bij een mentaliteitsverandering die zich vanaf de 14de eeuw voltrekt. Ten opzichte van rijm claimt het gebruik van proza namelijk op twee specifieke punten een meerwaarde: kortheid en waarheid. De rijmdwang kan het gebruik van het juiste woord op een rijmpositie onmogelijk maken. De schrijver kan dus omwille van het rijm gebonden zijn aan omslachtige en minder correcte of zelfs leugenachtige formuleringen. In de 15de eeuw wordt het proza de overheersende vorm voor literatuur in de volkstaal. Toch blijft een aantal teksten in ongewijzigde vorm als rijmtekst populair: van de Historie van coninck Karel ende van Elegast zijn tot 1600 van zeven verschillende edities exemplaren bewaard gebleven. Lit: O.S.H. Lie, ‘What is truth? The verse-prose debate in Medieval Dutch literature’ in Queeste 1 (1994), p. 34-65.
|
|