Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdnationale bibliografieBibliografie die tot doel heeft om per land of taalgebied een compleet overzicht te geven van de drukwerkproductie. In landen waar een wettelijk depot is ingesteld, kan de nationale bibliografie vrij gemakkelijk bijgehouden worden op de depotbibliotheek (D-nummer). In Nederland vindt vanaf 1974 de samenstelling plaats op basis van vrijwillig depot door de afdeling Depot van Nederlandse Publicaties van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en is online beschikbaar. Nieuwe aanwinsten worden wekelijks digitaal gepubliceerd in NetUit. De nationale bibliografie wordt nog steeds aangeduid als de ‘Brinkman’ naar de vervaardiger – C.L. Brinkman – van Brinkman's catalogus van boeken en tijdschriften, verschenen in Nederland en Vlaanderen en in de Nederlandse taal elders (1846-1872). Zijn werk is voortgezet door R. van der Meulen (1873-1924), D. Smit (1925-1928), G.J. van der Lek (1929-1945) en D. de Jong (1946-1973). Minder complete voorlopers van de ‘Brinkman’ zijn de Naamregisters van Van Abkoude en Arrenberg over de periode 1600-1787, de Alphabetische naamlijst van J. de Jong over de jaren 1790-1832 (aangevuld door Brinkman voor de periode 1833-1875) en de Naamlijst van Nederduitsche boeken van uitgever Saakes over 1790-1848. De periode 1801-1832 is ingevuld met de Nederlandse bibliografie van L.G. Saalmink (1993). Als grondslag voor de nationale retrospectieve bibliografie is in 1982 het STCN-project begonnen, dat in de vorm van een short-title catalogue alle publicaties vanaf de uitvinding van de boekdrukkunst tot 1800 beschrijft. De periode vóór 1540 wordt al bestreken door de bibliografie van incunabelen van Campbell en die van postincunabelen van Nijhoff & Kronenberg. De Noord-Nederlandse bibliografie 1541-1600 is bewerkt door B. & M.E. de Graaf en P. Valkema Blouw; voor Zuid-Nederland is er over dezelfde periode de Belgica typographica van E. Cockx-Indestege & G. Glorieux. Een ander project, de Bibliotheca Belgica van F. Vanderhaeghen, dat alle publicaties van vóór 1600 en de belangrijkste van daarna uitvoerig wilde beschrijven, bleef onvoltooid. De Vlaamse tegenhanger van de STCN is de STCV, de Short-Title Catalogus Vlaanderen, die de publicaties uit de 17de en 18de eeuw beschrijft. Lit: J.A. Gruys, P.C.A. Vriesema & C. de Wolf, ‘De Nederlandse nationale bibliografie van 1540-1800: de STCN’ in Dokumentaal 12 (1983), p. 107-116 A.M.J. van Buuren, W.P. Gerritsen & A.N. Paasman, Vermakelijk bibliografisch ganzenbord (19835), p. 79-85 M. Feijen, ‘Brinkman's catalogus 1982-1986’ in Pica-mededelingen 9 (1986) 3, p. 3 A.O. Kouwenhoven, Handboek bibliografie (19953), p. 164-183 [P.J. Verkruijsse], ‘De Nederlandse en Belgische nationale bibliografie‘ in M. Mathijsen, Naar de letter; handboek editiewetenschap (19972), Bijlage 1, p. 433-443.
|
|