Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdloterijversKort, meestal tweeregelig (distichon) rijmpje, waarin vaak via een grap (puntdicht) of volkswijsheid (spreuk of gezegde) de hoop op het winnen van een loterijprijs uitgesproken wordt. Vanaf de tweede helft van de 16de eeuw worden in Holland grote loterijen gehouden, soms gekoppeld aan de opvoering van toneelstukken door rederijkerskamers, voor de stichting van oudemannen- en oudevrouwenhuizen, dol- en pesthuizen of voor de restauratie van karakteristieke gebouwen. Collecteurs gingen voorzien van een loterijkaart waarop doelstelling en prijzen waren vermeld tot ver in de omtrek rond om mensen tot het inleggen van geld te bewegen. In een boek werd bijgehouden wie voor welk bedrag loten bestelde. Iedere inlegger moest dan een rijmpje opgeven; wie niets kon verzinnen, werd voorzien uit de voorraad van de collecteur. Deze versjes – ook aangeduid als lotprose en lotsin – werden samen met de naam van de inlegger later op lotbriefjes geschreven, die bij de feestelijke trekking uit grote korven werden getrokken. In de archieven is een aantal collecteursregisters bewaard gebleven, die enerzijds belangrijk zijn voor bevolkingsonderzoek omdat vaak straat voor straat duidelijk wordt wie er in welke huizen woonden (de belastingcohieren bevatten alleen namen van de meer welgestelden!), en anderzijds interessant omdat er versjes in voorkomen van bekende auteurs die loten bestelden. Er zijn gegevens bekend over o.a. de loterij voor het St. Katrijnen Gasthuis in Leiden in 1596, georganiseerd door Jan van Hout (stukken op het Gemeente-archief Leiden) en voor het Haarlemse oudemannenhuis in 1606 waarvoor ook ‘Garbrant Adriaenss in Bredero bij de Verckens Sluijs’ in 1606 zeven loten koopt. Hij dicht daarbij als volgt: elck garen hadt / shemels waerde schadt Van P.C. Hooft zijn eveneens loterijverzen bekend, bijv. Ontdeckt de wereld niet. Waerom? Lit: H.E. van Gelder, ‘Een loterij in 1605’ in Jaarboek Die Haghe (1916), p. 161-170 N.H. van den Bosch-Nord Thomson, ‘Hoe het gebouw van het Frans Hals-museum tot stand kwam’ in Historia 14 (1949), p. 127-141 J.J. Woldendorp, 'Een bloemlezing uit loterijversjes te Zegwaart' in Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken (1955), p. 134-136 A. Huisman & J. Koppenol, Daer compt de lotery met trommels en trompetten!: loterijen in de Nederlanden tot 1726 (1991).
|