Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekendOp Venus, die van Euphrosyne heughlijckheidt met een cythar, Thaleja jeughlijckheidt met een rol gedichts en Aglaja veughlijckheidt met een roosencrans geweckt wordt.Ga naar voetnoot+'T omroerend minnedicht en sangerighe snaeren
Als Venus sluimert haer het hel gesicht opklaeren.
Anders.
De veughlijckheidt
De jeughlijckheidt
En heughlijckheit
Met snaeren
En minnedicht,
Haer 't hel gesicht,
Als Venus slaept,
Opclaeren.
| |
[pagina 167]
| |
lotsin.Ga naar voetnoot+
Ontdeckt de wereld niet. Waerom?
De grijns is mooyer als de mom.Ga naar voetnoot2)
Ander.
De kintsheidt sorgheloos die ons soo ras ontschiet
Slacht wijsheidt rijp en hoopt op wat nocht vreest voor niet.
Ander.
5[regelnummer]
Die van des menschen hart de wincklen kond ontdeckenGa naar voetnoot5)
Soud blindling licht een wat wt al de nieten trecken.Ga naar voetnoot6)
|
|