Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdécriture artisteEtym: Fr. de schrijfwijze van een kunstenaar, woordkunst. Manier van schrijven die is ontstaan als begeleidend verschijnsel van het impressionisme in de schilderkunst en waarmee in de literatuur getracht wordt om zo nauwkeurig mogelijk de subjectieve beleving van de werkelijkheid te betrappen in woorden. In Frankrijk waren het vooral de gebroeders De Goncourt die deze schrijfwijze toepasten. De écriture artiste vond in het Nederlandse taalgebied vooral ingang na het verschijnen van Lodewijk van Deyssels Een liefde (1886), waarin hij in het dertiende hoofdstuk de verwezenlijking zag van wat hij verstond onder het sensitivisme, de overtreffende trap van het impressionisme. Hij schilderde daarin met woorden de gevoelens die ontstaan uit de waarneming van kleur- en andere zintuigelijke gewaarwordingen door een daarvoor ontvankelijk gemoed en zodanig geladen met sensaties dat daaruit de extase kan ontstaan. Tussen 1886 en ongeveer 1910 hebben tal van Nederlandse auteurs in hun proza het voorbeeld van Van Deyssel gevolgd. Vooral veel van de naturalisten (naturalisme) onder hen hebben dit schilderen met woorden beoefend. In de praktijk leidde de écriture artiste vaak tot het gebruik van neologismen en bijzondere woordcombinaties wanneer de gewone woordenschat niet volstond om de (vluchtige) gevoelens weer te geven. Zo schrijft bijv. Herman Heijermans: Grijs van vocht, volbuikig van weerbarstigen damp, drukten de wolken op d’enkele huizen, ze in ’n tint wanhopig flets-zwart verdrinkend, ’n zwaarmoedige, sombere omfloersing. Van de boomen, glibberig, druipend, gleden vette vlokken. Lit: T. Anbeek, De naturalistische roman in Nederland (1982), p. 62-64 R.A. Hartzell, L’écriture artiste: techniques picturales et impressionnistes dans l’oeuvre des Goncourt (1983) M.G. Kemperink, Van observatie tot extase. Sensitivistisch proza rond 1900 (1988) M.B. van Buuren, ‘Een scherm tegen de stank: over enkele aspecten van de écriture artiste’ in A. Klukhuhn (red.), De eeuwwende 1900. Deel 1: Geschiedenis en kunsten (1993), p. 161-170 B. Vouilloux, ‘L’écriture artiste: enjeux et présupposés d’un manifeste littéraire’ in Revue des sciences humaines (2000) 259, p. 217-238.
|
|